Geschiedenis hoofdstuk 5 De wereld in de tijd van ontdekkers en hervormers
KA:
5.1 het mens- en wereldbeeld van de renaissance en de hernieuwde
oriëntatie op de klassieke oudheid.
5.2 het begin van de Europese overzeese expansie
5.3 de splitsing van de kerk in West- Europa
5.4 het ontstaan van de Nederlandse staat
5.1
- handelaren en bankiers bouwden huizen en lieten kunstenaars voor zich werken
om hun rijkdom te tonen.
- er ontstond een nieuw mensbeeld (het idee dat mensen hebben van mensen), een
nieuw wereldbeeld (idee dat mensen van de wereld hebben) en een nieuw
levensgevoel. Ze lieten god en het leven na de dood een beetje los.
- memento mori (gedenk te sterven carpe diem (pluk de dag)
- belangstelling voor het klassieke erfgoed (wat is geërfd van vorige generaties)
- herkennen het nu gerichte levenshouding.
- middeleeuwen werd gezien als donkere tussenperiode
- renaissance: vernieuwing van de Europese cultuur van de 15 e eeuw met een
herboren belangstelling voor de Grieks-Romeinse cultuur (wedergeboorte). Deze
begon in Italië en verspreidde zich over de rest Europa
- vroeg- moderne tijd: 4e historische periode (1500 – 1800)
- humanisme: (1) stroming van geleerden omstreeks 1500 die de klassieke cultuur
bestudeerde. (2) levensbeschouwing die de nadruk legt op de menselijke
waardigheid en vrijheid.
- humanistische lazen en vertaalde klassieke teksten en ontdekten dat er veel fouten
in zaten en probeerde deze te herstellen.
- Turkse verovering van Constantinopel in 1453 geeft humanistische extra impuls.
Geleerde uit Constantinopel vluchtten naar Italië en namen oorspronkelijke Griekse
manuscripten en kennis van de Griekse oudheid mee.
- begin alleen beweging van geleerden teksten worden gelezen door opleiding
voor hogere burgerij.
- universele mens: iemand die zich op veel verschillende terreinen had ontwikkeld.
(leonardo da vinci)
- Erasmus van Rotterdam, belangrijke humanist. Hij propageerde een christelijke
humanisme. Volgens hem moest de studie van oude teksten ertoe leiden dat het
christendom werd verdiept en gezuiverd.
- Copernicus, belangrijke natuurwetenschapper. Hij ontwierp wiskundig model van
het zonnestelsel waarin niet de aarde maar de zon als middelpunt was. Het was een
aanloop naar de wetenschappelijke revolutie van de 17 e eeuw.
- beeldende kunstenaars wilden de werkelijkheid zo echt mogelijk weergeven. Ze
gebruikten lijnen, kleuren en schaduwen aan. Ook gingen ze portretten,
landschappen en mythologische figuren schilderen. Ook werd werk gesigneerd.
5.2
- Europeanen hadden van de rest van Azië en Afrika geen voorstelling.
- oosterse producten zoals zijde en specerijen waren bekend en zeer gewild. Deze
producten waren duur. Tot 1453 kwam veel oosterse koopwaar binnen via
Constantinopel, maar nadat deze stad was ingenomen door de Turken droogde de
handel op. Omdat hier veel geld mee te verdienen was wilde Europese handelaren
KA:
5.1 het mens- en wereldbeeld van de renaissance en de hernieuwde
oriëntatie op de klassieke oudheid.
5.2 het begin van de Europese overzeese expansie
5.3 de splitsing van de kerk in West- Europa
5.4 het ontstaan van de Nederlandse staat
5.1
- handelaren en bankiers bouwden huizen en lieten kunstenaars voor zich werken
om hun rijkdom te tonen.
- er ontstond een nieuw mensbeeld (het idee dat mensen hebben van mensen), een
nieuw wereldbeeld (idee dat mensen van de wereld hebben) en een nieuw
levensgevoel. Ze lieten god en het leven na de dood een beetje los.
- memento mori (gedenk te sterven carpe diem (pluk de dag)
- belangstelling voor het klassieke erfgoed (wat is geërfd van vorige generaties)
- herkennen het nu gerichte levenshouding.
- middeleeuwen werd gezien als donkere tussenperiode
- renaissance: vernieuwing van de Europese cultuur van de 15 e eeuw met een
herboren belangstelling voor de Grieks-Romeinse cultuur (wedergeboorte). Deze
begon in Italië en verspreidde zich over de rest Europa
- vroeg- moderne tijd: 4e historische periode (1500 – 1800)
- humanisme: (1) stroming van geleerden omstreeks 1500 die de klassieke cultuur
bestudeerde. (2) levensbeschouwing die de nadruk legt op de menselijke
waardigheid en vrijheid.
- humanistische lazen en vertaalde klassieke teksten en ontdekten dat er veel fouten
in zaten en probeerde deze te herstellen.
- Turkse verovering van Constantinopel in 1453 geeft humanistische extra impuls.
Geleerde uit Constantinopel vluchtten naar Italië en namen oorspronkelijke Griekse
manuscripten en kennis van de Griekse oudheid mee.
- begin alleen beweging van geleerden teksten worden gelezen door opleiding
voor hogere burgerij.
- universele mens: iemand die zich op veel verschillende terreinen had ontwikkeld.
(leonardo da vinci)
- Erasmus van Rotterdam, belangrijke humanist. Hij propageerde een christelijke
humanisme. Volgens hem moest de studie van oude teksten ertoe leiden dat het
christendom werd verdiept en gezuiverd.
- Copernicus, belangrijke natuurwetenschapper. Hij ontwierp wiskundig model van
het zonnestelsel waarin niet de aarde maar de zon als middelpunt was. Het was een
aanloop naar de wetenschappelijke revolutie van de 17 e eeuw.
- beeldende kunstenaars wilden de werkelijkheid zo echt mogelijk weergeven. Ze
gebruikten lijnen, kleuren en schaduwen aan. Ook gingen ze portretten,
landschappen en mythologische figuren schilderen. Ook werd werk gesigneerd.
5.2
- Europeanen hadden van de rest van Azië en Afrika geen voorstelling.
- oosterse producten zoals zijde en specerijen waren bekend en zeer gewild. Deze
producten waren duur. Tot 1453 kwam veel oosterse koopwaar binnen via
Constantinopel, maar nadat deze stad was ingenomen door de Turken droogde de
handel op. Omdat hier veel geld mee te verdienen was wilde Europese handelaren