Inhoudsopgave
Methodisch handelen 1 .................................................................................................................................... 1
1.1. Zorgplanning – de basis ....................................................................................................................... 2
1.2. Mondgezondheid meten ...................................................................................................................... 7
1.3. Medische anamnese .......................................................................................................................... 11
Medische anamnese 1 ................................................................................................................................. 11
Medische anamnese 2 ................................................................................................................................. 12
Medische anamnese 3 ................................................................................................................................. 15
1.4. Tandheelkunde, mondhygiëne & sociale anamnese .......................................................................... 18
1.5. Wettelijk kader en verslaglegging ...................................................................................................... 20
1.6. Extra- en intra orale inspectie en onderzoek ...................................................................................... 23
1.7. Mondstructuren 2 .............................................................................................................................. 27
Extra-oraal ................................................................................................................................................... 27
Intra-oraal .................................................................................................................................................... 28
1.8. Klasse relaties ..................................................................................................................................... 33
1.9. Gebitsslijtage...................................................................................................................................... 37
1.10. Kaakgewricht en kauwfunctie ............................................................................................................ 42
1.11. Gebitsdiagram .................................................................................................................................... 46
1.12. Prothetiek en implantaten ................................................................................................................. 49
1.13. Plaque, tandsteen, gingivitis en cariës ............................................................................................... 52
Plaque, tandsteen, gingivitis en cariës 1...................................................................................................... 52
Plaque, tandsteen, gingivitis en cariës 2...................................................................................................... 55
Plaque, tandsteen, gingivitis en cariës 3...................................................................................................... 57
1.14. Luister- en gespreksvaardigheden ..................................................................................................... 61
1.15. Patiënten informatie .......................................................................................................................... 64
1.16. Werkgroep communicatie in het eerste patiënten contact................................................................ 67
1.17. Curettes .............................................................................................................................................. 67
1.18. Polijsten .............................................................................................................................................. 68
1.19. Slijpen ................................................................................................................................................. 69
1
,1.1. Zorgplanning – de basis
Mondzorg is het ondersteunen van mensen bij het behouden en (weer) verkrijgen van een
goede mondzorg.
Methodisch handelen is op een systematische manier te werk gaan, om op die manier een
bepaald doel te bereiken.
Zorg: Individueel afgestemde combinatie van
activiteiten zoals preventie, ondersteuning en curatie
gericht op de langere termijn.
Zorg is beïnvloeding van prognose van ziekte en
gezondheid door risicomanagement, procesbeheersing
en probleemoplossing.
Er zijn 3 soorten zorg(verleners):
1. Mantelzorg
2. Zelfzorg
3. Professionele zorg
Definitie (positieve) gezondheid:
Gezondheid is het vermogen om zich aan te passen en een eigen regie te voeren, in het licht
van de fysieke, emotionele en sociale uitdagingen in het leven.
Definitie mondgezondheid:
Mondgezondheid is veelzijdig en omvat, maar beperkt zich niet tot, het vermogen om te
spreken, lachen, ruiken, proeven, kauwen, slikken en een scala aan emoties over te brengen
via gezichtsuitdrukkingen met zelfvertrouwen en zonder pijn of ongemak, en ziekte van
craniofaciale complex.
Bijkomende eigenschappen gerelateerd aan de definitie bepalen dat mondgezondheid:
2
, ▪ Een fundamentele component van gezondheid en welbevinden is, beïnvloedt door
waarden van individuen en gemeenschappen.
▪ Fysiologische, sociale en psychologische eigenschappen weerspiegelt die essentieel
zijn voor de kwaliteit van leven.
▪ Beïnvloed wordt door wisselende ervaringen van het individu en het vermogen om
zich aan te passen.
De 5 criteria van mondgezondheid
1. ‘Welbevinden’
2. Acceptabele esthetiek
3. Adequate functie
4. Geen pijn
5. Geen ontsteking, geen schadelijke processen
Zorgvraag/ hulpvraag:
Door de patiënt of door de omgeving geuite zorgbehoefte.
Zorgbehoefte:
Zorg die de patiënt nodig heeft vanuit het perspectief van de zorgverlener
- Niet per definitie gelijk aan de zorgvraag (wat vind jij als mondhygiënist)
Subjectieve zorgbehoefte: is het perspectief van de patiënt
▪ Ervaren zorgbehoefte
▪ Felt (unmet) treatment need
▪ Want
Normatieve zorgbehoefte: is het perspectief van de zorgprofessional
▪ Objectieve zorgbehoefte
▪ Behoeftebepaling door professional
▪ (Unmet) treatment need
1. MSKEL
2. Slijm
3. Stand van elementen
4. Cario
5. Parodontitis
6. Slijtage
7. Pres
8. Endo
3
, De probleemoplossingscyclus
▪ Kennismaking met de patiënt
▪ Anamnese screening
▪ Globale probleemstelling
▪ Aanvullend onderzoek
▪ Probleemanalyse
▪ Diagnose – toestand beschrijving
▪ Specifieke probleemstellingen
▪ Behandel en zorgalternatieven
▪ Behandelplan – zorgrichting
▪ Nazorg
▪ Evaluatie
Zorgcyclus in 3 fases
Zorgcyclus: de eerste ronde (UMO) opvolgende ronde (PMO)
De zorgdoel (SMART) + zorgplan = REGIE!
4