Samenvatting probleem 6 fiscaal recht

Probleem 6 Fiscaalrecht
Leerdoelen

1. Wat is resultaat uit overige werkzaamheden en hoe wordt dit belast?
Het belastbare resultaat uit overige werkzaamheden
Belastbare resultaat uit overige werkzaamheden omvat delen die wel als voordelen uit een
bron van inkomen kwalificeren, maar welke bron niet kan worden aangemerkt als een
onderneming of dienstbetrekking. Onderscheid:
- Voordelen uit diensten (waaronder arbeid)
- Voordelen uit vermogenstransacties (bijvoorbeeld handel in onroerende zaken)

Over het loon uit dienstbetrekking wordt premie voor sociale verzekeringen geheven, maar
ter zake van resultaat uit overige werkzaamheden niet.

Wet LB bestempelt een aantal arbeidsverhoudingen als (fictieve) dienstbetrekking.

Als voordelen niet toe te rekenen zijn aan een onderneming of een dienstbetrekking, dan
moet geoordeeld worden of de voordelen onder resultaat uit overige werkzaamheden horen
volgens art. 3.90. Criteria:
1. Er moet een dienst of werkzaamheid zijn verricht;
2. Het voordeel moet zijn verkregen in het economische verkeer;
3. Het voordeel moest beoogd zijn en redelijkerwijs worden verwacht.
Bij positieve voordleen uit diensten geldt in de regel dat deze altijd worden belast, ook als
het voordeel niet beoogd werd of verwacht kon worden.
Bij positieve voordelen uit vermogenstransacties heeft het criterium(3) tot doel om een
afbakening te maken tussen alleen speculatieve transacties en winstgevende transacties.

Resultaatbepaling
Voor wijze waarop ROW wordt bepaald, wordt aangesloten bij het winstregime.
ROW: het bedrag van de gezamenlijke voordelen die, onder welke naam en in welke vorm
ook, worden behaald met een werkzaamheid.
Art. 3.95: Voor de verdeling wordt verwezen naar 3.25.
Meerdere bepalingen uit de winst uit onderneming zijn van toepassing. Verschil met de
echte ondernemer; aantal winstbepalingen is uitdrukkelijk niet van overeenkomstige
toepassing verklaard.

Art. 3.97: gedeeltelijke vrijstelling voor de opbrengsten uit het houden van kostgangers. Is
om woningnood onder eenpersoonshuishoudens wat te verlichten.

Art. 3.99: bij overgang van een werkzaamheid in een onderneming hoeft niet afgerekend te
worden over de in de werkzaamheid begrepen meerwaarde.

, 2. Wanneer heb je recht op de zelfstandigenaftrek?
Zelfstandigenaftrek (3.76)
Doel: ondernemers jonger dan AOW-leeftijd en voor wie ondernemen hoofdactiviteit is, een
belastingverlichting te geven. Moet voor aan urencriterium worden gedaan.
Bij ondernemers die weinig winst maken, kan de aftrek hoger zijn dan de winst. Negatieve
bedrag mag worden verrekend met andere dingen in box 1. Of als dit negatief blijft met
belastbare inkomen uit andere jaren.

Wie geniet welke ondernemingsfaciliteiten?
Of een faciliteit voor de ondernemer en/of medegerechtigde is blijkt uit de wettekst.
- ‘Belastingplichtige’: medegerechtigden en ondernemers komen in aanmerking.
- ‘Ondernemers’: alleen ondernemers komen in aanmerking
- ‘De ondernemer die aan het urencriterium voldoet’: faciliteit geldt alleen voor de
ondernemer die voldoet aan het urencriterium.

Urencriterium
Voor de toegang tot een aantal faciliteiten moet de ondernemer ook voldoen aan het
urencriterium (art.3.6): ondernemer moet gedurende een kalenderjaar in ieder geval ten
minste 1225 uren aan werkzaamheden voor één of meer ondernemingen besteden.

In art. 3.95 IB wordt art. 3.76 niet genoemd, dus niet voor ROW-genieter.

3. Kun je kosten aftrekken als je een ondernemer bent, als je werknemer bent en als je
ROW-genieter bent?
Ondernemer
Art. 3.2 IB: belastbare winst uit onderneming is het gezamenlijke bedrag van de winst die de
belastingplichtige als ondernemer geniet uit één of meer ondernemingen verminderd met de
ondernemingsaftrek en de MKB-vrijstelling.
Art. 3.8 + 3.25: kosten zijn aftrekbaar.

Bij winst uit onderneming kun je gebruik maken van ondernemersfaciliteiten.
Wil sprake zijn van winst uit onderneming, dan zullen de activiteiten een zeker
georganiseerd en duurzaam karakter moeten hebben.

Werknemer
Reisaftrek (3.87)
Bij inkomstenbelasting mag reisaftrek in mindering worden gebracht op het belastbare loon.
Reiskostenvergoeding van werkgever moet hiervan af worden gehaald.
Reisaftrek geldt voor regelmatig woon-werkverkeer, mits de belastingplichtige ter zake van
dit reizen de beschikking heeft over een zogenaamde openbaarvervoerverklaring.
Verder recht op persoonsgebondenaftrek.

ROW-genieter
Kosten verbonden aan werkzaamheden zijn aftrekbaar. (3.94). Wordt gelijkgesteld met 3.8.
Geen recht op zelfstandigenaftrek.