100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting probleem 4 inleiding staats- en bestuursrecht

Rating
-
Sold
-
Pages
10
Uploaded on
11-10-2024
Written in
2022/2023

Werkgroepuitwerkingen probleem 4 inleiding staats- en bestuursrecht

Institution
Course









Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
October 11, 2024
Number of pages
10
Written in
2022/2023
Type
Summary

Subjects

Content preview

Probleem 4
Leerdoelen:
1. Wat houdt het toetsingsverbod in?
Toetsingsverbod staat in art. 120 Gw: ‘De rechter treedt niet in de beoordeling van de
grondwettigheid van wetten en verdragen’.
Houdt in dat de rechter verdragen niet en wetten in formele zin niet aan de Grondwet mag
toetsen. Rechter mag zelfs niet beoordelen of voorschrift van art. 91 lid 3 Gw in acht is
genomen.
Gedachte: Staten-Generaal en regering moeten zelf zorgen voor handhaving van de
Grondwet. Bij twijfel moet wetgever laatste woord hebben, niet de rechter.
Rechter moet een wet dus ook toepassen, als zij naar zijn oordeel in strijd met de Grondwet
zou zijn. Het is aan de organen die bij de formele wetgeving betrokken zijn, om uit te maken
op welke wijze de grondwetsbepalingen moeten worden uitgelegd en toegepast.

Rechter heeft ook niet de bevoegdheid om wet aan het Statuut te toetsen. Evenmin mag de
rechter toetsen aan ongeschreven beginselen. Wet blijft voor rechter onaantastbaar.
Slechts in uitzonderingsgeval kan rechter toepassing van een in het algemeen bindende,
formele wetsbepaling achterwege laten.
- Bijzonder geval: de strikte toepassing van de bepaling zou in verband met daarin niet
verdisconteerde omstandigheden in strijd komen met een ongeschreven
fundamenteel rechtsbeginsel.

Een orgaan dat regels stelt moet binnen de grenzen blijven die door een hogere wetgever
aan zijn bevoegdheden zijn gesteld. De wetgever is gebonden aan de Grondwet. De
bevoegdheid om een onderwerp bij wet of verdrag te regelen wordt beperkt door de
grenzen van de Grondwet.
Grondwet, wet en verdrag bepalen de grenzen van de bevoegdheid van de regering tot het
vaststellen van regels bij algemene maatregel van bestuur, van de minister tot het
vaststellen van ministeriële regelingen en van provinciale staten, gemeenteraden en andere
publiekrechtelijke organen tot het maken van verordeningen en keuren.

Één uitdrukkelijke uitzondering op toetsingsverbod van wetten in formele zin: rechter mag
en moet een formele wetsbepaling buiten toepassing laten wanneer de toepassing van deze
bepaling strijdig zou zijn met een ieder verbindende bepalingen van verdragen en van
besluiten van volkenrechtelijke organisaties.
De rechterlijke toetsing aan verdragen die grondrechten bevatten of aan voorschriften van
de Europese Unie is in de praktijk zeer belangrijk.

Controle van rechter op formele wetgever is in beginsel dus beperkt. Lagere regelingen
daarentegen zijn niet onschendbaar.
- Een algemene maatregel van bestuur moet als onverbindend worden beschouwd
wanneer de regering haar bevoegdheden te buiten is gegaan.
- Een ministeriële regeling in strijd met een wet of Grondwet is ook onverbindend.
Lagere regelgeving moet aan hogere regelgeving getoetst worden.
Lagere regelgeving moet ook getoetst worden aan ongeschreven recht, met name het
willekeurcriterium.

1

, Hoge Raad zelf heeft deze toetsing van algemeen verbindende voorschriften aan
ongeschreven rechtsbeginselen later herhaald, omweg via jurisprudentie is niet meer nodig.
Huidige stand van zaken in rechtspraak: de lagere regelgever bezit een bepaalde
beslissingsruimte, die in meerdere of mindere mate door hoger recht, waarbij inbegrepen
algemene rechtsbeginselen wordt begrensd.

2. Waaruit bestaat het recht van de Europese Unie en hoe werkt het door in de nationale
rechtsorde? (nieuw)
Het Europese recht is van groot belang voor de Nederlandse rechtsorde. Nationale
wetgeving, bestuur en rechtspraak worden hierdoor ingrijpend beïnvloed.
Europese recht: recht dat voortkomt uit de Raad van Europa samen met recht dat
voortkomt uit de Europese Unie.
- Raad van Europa vooral invloed op gebied van de grondrechten.
- EU-recht is breder en strekt zich over gehele gebied van staatsrecht uit.
Geschiedenis Europese Unie
EU is ontstaan vanuit economische samenwerking met idee dat het wegnemen van
belemmeringen voor economisch verkeer tussen Europese staten de kans op militair conflict
op Europees grondgebied zouden verkleinen.
- In de wereldoorlogen hadden de staten tegenover elkaar gestaan met vele doden als
gevolg. Na 1945 werden wegen gezocht dit te voorkomen.
Gevolg: EU als groot samenwerkingsverband tussen Europese staten waaraan afzonderlijke
staten een deel van hun bevoegdheden hebben overgedragen.
EU is voortgekomen uit drie verdragen:
1. Het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS)
van 1951. Taken zijn na 2002 overgenomen door EG, later EU.
2. Het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie
(Euratom) van 1957;
3. Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap (EEG) van 1958.
Heet sinds 1993 Europese Gemeenschap (EG)
Fusieverdrag (1965): de drie toen bestaande gemeenschappen kregen dezelfde instellingen.

Europese Akte: samenwerking binnen kader van de Europese gemeenschappen
gerealiseerd. Was gericht op ‘interne’ markt tot stand brengen. (=ruimte zonder
binnengrenzen waarin het vrije verkeer van goederen, personen, diensten en kapitaal is
gewaarborgd. (Art. 26 lid 2 VWEU). Er werd ook samenwerking gerealiseerd op het terrein
van buitenlandse politiek.

Verdrag van Maastricht (1992): EU werd opgericht (Verdrag betreffende Europese Unie).
Deze unie rustte op drie pijlers:
1. De drie Europese gemeenschappen;
2. Samenwerking op het terrein van het gemeenschappelijk buitenlands en
veiligheidsbeleid;
3. Samenwerking met betrekking tot justitie en binnenlandse zaken.
Bij tweede en derde pijler waren de gemeenschappen als zodanig niet werkzaam.
Verdrag van Amsterdam (1997) en Verdrag van Nice (2001) handhaafden de drie-
pijlerstructuur. Derde pijler werd wel beperkt tot politiële en justitiële samenwerking in
strafzaken.

2
$8.58
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
anneliekespanninga

Get to know the seller

Seller avatar
anneliekespanninga
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
8
Member since
4 year
Number of followers
1
Documents
64
Last sold
6 months ago

0.0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions