Emelie Avonts Rechtssociologie
Oefencollege Rechtssociologie 2/05/2024 : gaat over hfdst 3,4 en 5
Oefening 1
Voor welk fenomeen gebruikt Galanter het concept van een juridische ijsberg, de
zogenaamde “legal iceberg”? (maximaal 50 woorden)
Galanter gebruikt het concept legal iceberg om aan te tonen dat slecht een heel
klein deel van de grieven die in aanmerking komen voor een juridische procedure
[juridische problemen], ook daadwerkelijk door een rechtbank worden behandeld.
Oefening 2
Waarom is het moeilijk om de legal iceberg in België te bestuderen?
A. Niet alle mensen willen meewerken aan een dergelijk onderzoek.
B. Er zijn geen goede statistische gegevens.
C. Er zijn geen manieren om alle treden van de piramide te bestuderen.
D. Er zijn te veel uiteenlopende cijfers over de onderkant van de piramide
Oefening 3
Enkele jaren geleden heeft de buurman van Martin zijn tuin heringericht. De
bomen die toen werden gepland zijn fel gegroeid. Dit zorgt niet alleen voor
overhangende takken, maar ook voor minder zonlicht in Martin’s tuin. Nadat
Martin hier geruime tijd over heeft geklaagd tegen zijn vrouw, beslist hij om zijn
buurman hierover aan te spreken. Zijn buurman snapt het standpunt van Martin
helemaal niet. Hij is van mening dat de bomen zorgen voor een extra toets groen
in de buurt. Volgens hem is het in het belang van de buurt dat hij de bomen niet
snoeit.
Welke niveaus en treden van de piramide van Galanter hebben de partijen in
deze casus reeds doorlopen?
A. Geen enkele trede
B. Het basisniveau: een juridisch probleem
C. Het tweede niveau: vaststelling van het conflict
D. Contact opnemen met de tegenpartij en een eis formuleren
E. Polarisatie
F. Het derde niveau: behandeling van het dispuut
G. Tussenkomst van een derde. (=iemand extern)
H. Tussenkomst van een rechter.
trede ervoor moet eerst overlopen zijn
Oefening 4
Wat kan de overslag van lijfstraffen en de doodstraf naar gevangenisstraffen en
meer recent naar alternatieve straffen verklaren?
A. De zoektocht naar de meest economische oplossing.
B. Het civilisatieproces.
C. Maatschappelijke emoties bij bestraffing.
D. De politieke invloed van gevangenen.
Oefencollege Rechtssociologie 2/05/2024 : gaat over hfdst 3,4 en 5
Oefening 1
Voor welk fenomeen gebruikt Galanter het concept van een juridische ijsberg, de
zogenaamde “legal iceberg”? (maximaal 50 woorden)
Galanter gebruikt het concept legal iceberg om aan te tonen dat slecht een heel
klein deel van de grieven die in aanmerking komen voor een juridische procedure
[juridische problemen], ook daadwerkelijk door een rechtbank worden behandeld.
Oefening 2
Waarom is het moeilijk om de legal iceberg in België te bestuderen?
A. Niet alle mensen willen meewerken aan een dergelijk onderzoek.
B. Er zijn geen goede statistische gegevens.
C. Er zijn geen manieren om alle treden van de piramide te bestuderen.
D. Er zijn te veel uiteenlopende cijfers over de onderkant van de piramide
Oefening 3
Enkele jaren geleden heeft de buurman van Martin zijn tuin heringericht. De
bomen die toen werden gepland zijn fel gegroeid. Dit zorgt niet alleen voor
overhangende takken, maar ook voor minder zonlicht in Martin’s tuin. Nadat
Martin hier geruime tijd over heeft geklaagd tegen zijn vrouw, beslist hij om zijn
buurman hierover aan te spreken. Zijn buurman snapt het standpunt van Martin
helemaal niet. Hij is van mening dat de bomen zorgen voor een extra toets groen
in de buurt. Volgens hem is het in het belang van de buurt dat hij de bomen niet
snoeit.
Welke niveaus en treden van de piramide van Galanter hebben de partijen in
deze casus reeds doorlopen?
A. Geen enkele trede
B. Het basisniveau: een juridisch probleem
C. Het tweede niveau: vaststelling van het conflict
D. Contact opnemen met de tegenpartij en een eis formuleren
E. Polarisatie
F. Het derde niveau: behandeling van het dispuut
G. Tussenkomst van een derde. (=iemand extern)
H. Tussenkomst van een rechter.
trede ervoor moet eerst overlopen zijn
Oefening 4
Wat kan de overslag van lijfstraffen en de doodstraf naar gevangenisstraffen en
meer recent naar alternatieve straffen verklaren?
A. De zoektocht naar de meest economische oplossing.
B. Het civilisatieproces.
C. Maatschappelijke emoties bij bestraffing.
D. De politieke invloed van gevangenen.