100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting Pathologie Deel 1

Rating
-
Sold
4
Pages
26
Uploaded on
08-01-2020
Written in
2018/2019

Samenvatting van deelexamen pathologie van Kinderverpleegkunde

Institution
Course










Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
January 8, 2020
Number of pages
26
Written in
2018/2019
Type
Summary

Subjects

Content preview

Hoofdstuk 1 - Aandoeningen van het CZS

1.1.Inleiding
1.1.1. Herhaling anatomie/fysiologie
Zie afbeeldingen in cursus op pag 9-11
1.1.2. Verwekkers van infecties van het CZS
Belangrijkste verwekkers van meningitis:
 Meningokok
 Pneumokok
 Haemophilus influenzae type b
Preventieve maatregelen meningitis:
 Vaccin biedt enkel bescherming tegen meningokokken van groep C
 Handhygiëne

1.1.3. Frequentie
De meest frequente neurologische aandoening zijn koortsconvulsies  1/10 kinderen
ontwikkelt epilepsie. Ook cerebral palsy en spina bifida.

1.2.Meningitis of hersenvliesontsteking
 Acute purulente meningitis (bacterieel)
 Aseptische meningitis (viraal), minder ernstig.
Meningitis komt vaker voor bij pasgeborenen en kinderen <5j en behoort tot de ernstige
infecties.

1.2.1. Presentatie van het ziektebeeld
Pasgeborenen en jonge zuigelingen
 Aspecifieke symptomen: prikkelbaarheid, koorts, braken, slecht eten, bomberende
fontanel, convulsies.
 Bij jonge baby met 1ste convulsie bij koorts?  LP uitvoeren.
Grote kinderen
 Specifieke symptomen:
 Meningeale tekenen: nekstijfheid, positieve teken van Kernig en Brudzinski
 Hoofdpijn, braken, koorts, fotofobie
Meningokokkensepsis
 Symptomen:
 hoge koorts + petechiën.
 Dodelijk op <24u!
1.2.2. Diagnose
Klinisch vermoeden wordt bevestigd door onderzoek van het cerebrospinaal vocht.
 LP door arts:
 Lumbaal vocht toont:
 Verhoogd aantal WBC:
o Bij purulente meestal >1000 per mm3
 Bacteriën:
o Bij pasgeborenen: streptokokken groep B, E Coli en andere gram-.
o Bij groter kind: Haemophilus influenza, Neisseria meningitis en
pneumokokken.
 Glucose in liquor:
o Daalt als bacteriën mee-eten
 Eiwitgehalte in liquor:
o Stijgt bij meningitis omdat bacteriën zijn opgebouwd uit eiwitten.

,  Bloedname voor:
 HC
 Bloedbeeld en CRP: stijging inflammatoire parameters
 Biochemie met o.a. ionogram

 Echo schedel of CT-scan van hersenen:
 Om afgekapselde infectiehaarden op te sporen.

1.2.3. Behandeling van bacteriële meningitis
 Monitoring van pols, bloeddruk, AH, BWZ, T° en Evt. Glasgow coma schaal.
 Circulatie ondersteunen
 Bij opname in shock → toedienen van plasma IV of fysiologisch serum.
 Corticoïden IV hebben positieve invloed op het ontstaan van doofheid post- meningitis
 Ab IV > 10dagen
 Meestal cefalosporines en penicilline
 Vochtbeperking
 Anti-epileptica IV bij stuipen



1.2.4. Prognose
 Het meest voorkomende restletsel is doofheid.
 Meningitis is een belangrijke oorzaak van verworven perceptieverlies.
 Ook hydrocephalie, mentale of motorische handicap kunnen volgen.
 Hersenabces moet behandeld worden in combo met Ab en neurochirurgie.

1.3.Epilepsie
1.3.1. Definitie
“een chronische aandoening van het CZS die gekenmerkt wordt door een blijvende
vatbaarheid voor de ontwikkeling van epileptische aanvallen en door neurobiologische,
cognitieve, psychologische en sociale gevolgen van deze ziekte bij epilepsie bestaat er dus
een herhaald optreden van epileptische aanvallen zonder dat er sprake is van provocerende
factor”

1.3.2. Pathofysiologie
Ontstaat door een verstoring van de elektrische activiteit in de hersenen waardoor er
spontane ontladingen optreden in neuronen.
Men maakt een onderscheidt naargelang de afwijkende ontlading van de neuronen in 1 of
beide hemisferen begint

 Veralgemeende/ gegeneraliseerde aanvallen:
 Abnormale neuronale activiteit ontstaat vanaf het begin in de gehele schors van
beide hemisferen
 Klassiek hierbij is bewustzijnsverlies
 Onderscheid wordt gemaakt tussen:
 Tonisch-clonische aanvallen (grand-mal)
 Absences (afwezigheden of petit-mal)
 Myoclone aanvallen

,  Partiële/ focale aanvallen:
 Epileptiforme activiteit beperkt zich tot een deel van de hersenschors
 Soms kan een aanval zich uitbreiden over beide hemisferen → secundair
gegeneraliseerd
 Bewustzijn blijft bewaart
 Onderscheid wordt gemaakt tussen:
 Eenvoudige partiële aanvallen:
o Elektrische ontladingen gelokaliseerd in een bepaald deel van de
hersenschors
o Hierdoor ontstaan afhankelijk van de lokalisatie van de
epilepsiehaard een aantal symptomen: motorisch, auditief, visueel,

 Complex partiële aanvallen:
o Elektrische ontladingen spreiden zich hierbij over een groter deel
van de schors
o Hier ontstaat er wel een verandering in bewustzijn maar geen
volledig verlies
 Partiële aanvallen die overgaan naar een gegeneraliseerd aanval

1.3.3. Beschrijving van de aanvallen
1.3.3.1. De tonisch – clonische aanval
Kan ontstaan door een aura:
 Vreemd gevoel van onwel-zijn (vaak in maag)
 Geluid
 Lichtflitsen
 …
Tonische fase (10-30sec):
 Pt. Verliest plots bewustzijn en vertoont een veralgemeend strekken van het lichaam,
gaat gepaard met een onnatuurlijke gil (geforceerde expiratie).
 Tonische fase duurt 10-30 sec
Clonische fase (30-60sec):
 spierschokken
 Andere symptomen tijdens aanval kunnen zijn:
 Ogen wijd open en oogbollen weggedraaid
 Cyanose als AH onderdrukt wordt
 Tongbeet
 Verhoogde secretie van speeksel (schuim op lippen)
 Onwillekeurig urineverlies
Postictale fase (1-2 min):
 Persoon is de eerste minuten niet wekbaar (kortdurende coma) en valt dan die in
slaap
Status epilepticus
= aanvallen herhalen zich zonder terugkeer van bewustzijn
 Levensbedreigende toestand → door herhaalde anoxemie kan er hersenoedeem
ontstaan



1.3.3.2. Absences of petit-mal aanvallen
= frequente episode van kortdurend (10-30sec) bewustzijnsverlies
Komt vooral voor bij kinderen tussen 4 en 12j met een piek tussen 7-8j.
 Kind zal zijn bezigheid onderbreken
 Wazige blik of met ogen naar boven draaien

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
HanneV47 Thomas More Hogeschool
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
84
Member since
7 year
Number of followers
32
Documents
34
Last sold
7 months ago

3.8

13 reviews

5
1
4
8
3
4
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions