Oefenvragen DEELTENTAMEN 1 Hersenen en Gedrag
1. Wat is phrenologie?
a) De studie van hersenactiviteit
b) Het trekken van conclusies uit de vorm van het hoofd
c) De analyse van genetische informatie
d) De studie van sociale interacties
2. Wat bevat grijze stof in de hersenen?
a) Axonen
b) Cellichamen en dendrieten
c) Myeline
d) Synapsen
3. Wat is de functie van witte stof?
a) Opslag van informatie
b) Verbindingen van axonen
c) Regulatie van emoties
d) Verwerking van sensorische informatie
4. Wat is connectomics?
a) De studie van genen
b) Het in kaart brengen van verbindingen in de hersenen
c) De analyse van gedrag
d) De studie van sociale psychologie
5. Wat is een voorbeeld van klassiek conditioneren?
a) Een hond die op een bel reageert met kwijlen
b) Een kind dat leert fietsen
, c) Een persoon die een beloning krijgt voor goed gedrag
d) Een baby die leert praten
6. Wat is de rol van dopamine bij ADHD?
a) Verhoogde productie
b) Verminderde heropname
c) Verminderde productie
d) Geen rol
7. Wat is de belangrijkste factor in de ontwikkeling van ADHD volgens de
tekst?
a) Genetische aanleg
b) Omgevingsfactoren
c) Leeftijd
d) Geslacht
8. Wat is de functie van axonen?
a) Ontvangen van signalen
b) Verzenden van signalen
c) Opslag van informatie
d) Regulatie van emoties
9. Wat is de rol van prenatale ontwikkeling?
a) Het beïnvloeden van genetische aanleg
b) Het ontwikkelen van sociale vaardigheden
c) Het verbeteren van cognitieve functies
d) Het versterken van fysieke gezondheid
10. Wat is de betekenis van 'nurture' in de psychologie?
1. Wat is phrenologie?
a) De studie van hersenactiviteit
b) Het trekken van conclusies uit de vorm van het hoofd
c) De analyse van genetische informatie
d) De studie van sociale interacties
2. Wat bevat grijze stof in de hersenen?
a) Axonen
b) Cellichamen en dendrieten
c) Myeline
d) Synapsen
3. Wat is de functie van witte stof?
a) Opslag van informatie
b) Verbindingen van axonen
c) Regulatie van emoties
d) Verwerking van sensorische informatie
4. Wat is connectomics?
a) De studie van genen
b) Het in kaart brengen van verbindingen in de hersenen
c) De analyse van gedrag
d) De studie van sociale psychologie
5. Wat is een voorbeeld van klassiek conditioneren?
a) Een hond die op een bel reageert met kwijlen
b) Een kind dat leert fietsen
, c) Een persoon die een beloning krijgt voor goed gedrag
d) Een baby die leert praten
6. Wat is de rol van dopamine bij ADHD?
a) Verhoogde productie
b) Verminderde heropname
c) Verminderde productie
d) Geen rol
7. Wat is de belangrijkste factor in de ontwikkeling van ADHD volgens de
tekst?
a) Genetische aanleg
b) Omgevingsfactoren
c) Leeftijd
d) Geslacht
8. Wat is de functie van axonen?
a) Ontvangen van signalen
b) Verzenden van signalen
c) Opslag van informatie
d) Regulatie van emoties
9. Wat is de rol van prenatale ontwikkeling?
a) Het beïnvloeden van genetische aanleg
b) Het ontwikkelen van sociale vaardigheden
c) Het verbeteren van cognitieve functies
d) Het versterken van fysieke gezondheid
10. Wat is de betekenis van 'nurture' in de psychologie?