100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting bedrijfseconomie periode 2

Rating
-
Sold
2
Pages
31
Uploaded on
02-01-2020
Written in
2019/2020

Een uitgebreide samenvatting van de theorie voor het examen bedrijfseconomie van periode 2.

Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
January 2, 2020
Number of pages
31
Written in
2019/2020
Type
Summary

Subjects

Content preview

Thomas De Nys FVE103B



Bedrijfseconomie periode 2
6. kringlopen & bbp

Macro-economie
• Bestudeert de economische grootheden op het niveau van het hele land
• Alle economische “agenten” of “huishoudens” worden in samenhang bestudeerd
o Gezinnen = consume & save
o Bedrijven = invest
o Overheid = taxes & government spending
o Buitenland = import & export
• Macro-economische vraagstukken over economische groei, armoede, milieu, werkloosheid,
inflatie...

Economische activiteit = mensen die middelen gaan aanwenden om een productie op gang te brengen
die voldoet aan de vraag van de mensen.

Economische activiteit = mensen & middelen die samenwerken om een productie tot stand te brengen

De economische agenten werken samen om het bbp tot stand te brengen.
Factoren die de grootte van de economische activiteit bepalen=

• Aanbodfactoren(supply-side)
o Effect op productiecapaciteit = structurele- of langetermijnfactoren
o Bevolking, kapitaal, technologie, onderwijs
• Vraagfactoren(demand-side)
o Conjuncturele factoren
o Vraag van gezinnen, bedrijven, overheid, buitenland

Bruto Binnenlands Product = bbp = gdp (Gross Domestic Product)
• De totale stroom goederen en diensten die de economie van een land/gebied over een periode
van een jaar (soms een kwartaal) produceert.
• Bbp is meest gebruikte meter voor de economische activiteit, maar heeft ook zijn
beperkingen
o Verdeling over de bevolking, vervuiling, scholingsgraad
o Ontbreken van activiteiten zoals thuisarbeid, vrijwilligerswerk

• Nominale bbp in periode T is het bbp in periode T waarbij de goederen en diensten die
geproduceerd zijn, gewaardeerd worden aan de hand van de lopende prijzen in periode T.
• Reële bbp in periode T is het bbp in periode T waarbij de goederen en diensten die gereed zijn,
gewaardeerd worden aan de hand van de prijzen in bepaalde basisperiode.
• Groene bbp, gecorrigeerd met de verandering in de kwaliteit van het leefmilieu.
Economische activiteit via bbp meten:

• Hoeveel wordt er geproduceerd?
o Productiebenadering = som toegevoegde waarden van alle sectoren
• Wat wordt er verbruikt?
o Consumptiebenadering = som van de waarde van alle finale goederen
2019-2020 • WatishetInkomen? 1
o Inkomensbenadering = som lonen, winsten en indirecte belastingen

, Thomas De Nys FVE103B


• Bruto toegevoegde waarde = marktprijs – aankooprijs (= grondstoffen & diensten)
o Hiermee kan kapitaal & arbeid vergoed worden
• Netto toegevoegde waarde = bruto toegevoegde waarde – afschrijving


Economische kringlopen
• Schematische weergave van de goederen- en geldstroom in een land of regio dus op macro-
economisch niveau
o Abstracte relaties voorstellen tussen bedrijven & gezinnen
o Wat verdienen de gezinnen samen? Wat produceren de bedrijven samen?



Hier geldt: Y = C, jaarlijks
inkomen volledig besteed




Niet meer volledig besteden
Y=C+S

Niet enkel inkomsten via consumptie ook
via investering, bestedingsvergelijking
Y=C+I

S=I
Overheid mee opgenomen
Y=C+S+T

Niet enkel via consumptie maar ook
overheidsbesteding & investering
Y=C+G+I

Dus C + G + I = C + S + T

(S-I) = (T-G) spaarsaldo = overheidsssaldo




Buitenaldn mee opgenomen, inkomensbesteding
Y=C+S+T

Productiezijde
Y = C + I + G + (X-M)

Macro-economische balansvergelijking
(S-I) + (T-G) = (X-M)

Spaarsaldo + overheidssaldo = saldo op de lopende rekening




2019-2020 2

,Thomas De Nys FVE103B


Eceonomische activiteit meten
• Economie is gebasseerd op verwachtingen & feiten
o Ex Post = beschouwingen na periode
o Ex Ante = beschouwingen voor periode (wensen)

Consumptie
• Bepaalde beslissingen van de consument
o Positieve correlatie C = f(Y)
• Begrippen
o Gemiddelde consumptiequote: (C/Y) = c
o Gemiddelde spaarquote: (S/Y) = s
o Marginale consumptiequote: (C/Y) = cm
o Marginale spaarquote : (S/Y) = sm




Autonome consumptie = levensnoodzakelijke behoeften: eten, kledij,...




Consumptiequote + spaarquote = 1



Investering
• Autonome investeringen, niet afhankelijk van inkomen = Iaut
• Geplande investeringen = I ex ante


Inkomen
• Effectieve vraag = EV
o Totale vraag van gezinnen & bedrijven
• EV = C + I ex ante Om evenwicht te bepalen moet EV = Y ex ante
gelden. ex post geldt deze gelijkheid altijd.
o Y < EV : productie zal stijgen
o Y > EV : productie dalen immers...
er kan slechts besteed worden wat geproduceerd
o Y = EV : inkomensevenwicht is!

Wijzigingen in consumptieneiging
• Een verandering in Cm leidt tot een nieuwe evenwichtsovereenkomst
Conclusie
Als de effectieve vraag van gezinnen afneemt zal het nationaal inkomen dalen
Als de effectieve vraag van gezinnen toeneemt zal het nationaal inkomen stijgen


Als de effectieve vraag van de bedrijven(I) toeneemt, stijgt het nationaal inkomen steeds meer dan evenredig
Als de effectieve vraag van de bedrijven afneemt, daalt het nationaal inkomen steeds meer dan evenredig

2019-2020 3

, Thomas De Nys FVE103B


Investeringsmultiplicator

• Hoe groter cm, hoe groter k
• Hoe groter de consumptieneiging, hoe sterker het effect van een stijging
van de investering op een stijging van het nationaal inkomen.

Multiplicator vraagt tijd: het volledige effect op het inkomen is over verscheidene jaren verdeeld en
neemt weer af.
Voor een duurzame stijging van het inkomen is een weerkerende extra I nodig.




Spaarlek, belastingslek & importiek

De werking van de investeringsmultiplicator wordt tegengegaan doordat een deel van het extra
inkomen dat ontstaat door uitbreiding van de autonome bestedingen “weglekt” naar:

• Besparingen (spaarlek)
• Betalen van belasting (belastinglek)
• Bestedingen in het buitenland (importlek)

Werkgelegenheid & het evenwichtsinkomen
• Conjuncturele werkloosheid
o Arbeidsproductiviteit = 40.000
o Arbeidsbevolking = 4 miljoen
o 40.000 * 4 miljoen = 160 miljard KAN VERWEZELIJKT WORDEN
o Inkomensevenwicht berekenen
• Y e = 120 miljard
• 160 miljard – 120 miljard = 40 miljard
• 40 miljard / 40.000 = 1 miljoen = werkloosheid



7. Geld, monetair beleid & inflatie
Zilver en goud voldeed aan de voorwaarden:

• Algemeen aanvaard: iedereen moet dit gebruiken



2019-2020 4
$6.76
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
Denis200

Get to know the seller

Seller avatar
Denis200 Universiteit Antwerpen
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
5
Member since
5 year
Number of followers
4
Documents
0
Last sold
1 year ago

0.0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions