Functies van de gezonde nier
- 4 hoofdfuncties
o Regulatie van de bloeddruk
o Excretie overtollige stoffen en vocht
o Balanceren zuur – base – evenwicht
o Hormonale functies
1. Regulatie van de bloeddruk
1.1 Renine- angiotensine- aldosteronsysteem (RAAS)
- Systeem wordt beïnvloed door reabsorptie van water en zout in de distale tubulus
Onder invloed van renine
Stimulatie van
addosteron → bloed Vasoconstrictie →
verhogend effect & bloeddrukverhoging
natrium resorptie
bevorderen
- Extracellulair volume neemt af → plasmavolume daalt → GFR daalt, natrium wordt
minder gefiltreerd → Natrium daalt in tubulus → productie renine stijgt →
angiotensiongeen → angiotensine I → Angiotensine II → plasmavolume stijgt →
bloeddruk daling wordt tegengewerkt
2. Volume- en osmose regulatie
- Water- en zouthuishouding
- Volwassenen 60% vocht
- Extracellulair, intracellulair en plasma
o Via diffusie → water van ene naar andere compartiment
o Extracellulair
▪ Water met opgeloste zouten, zuren en andere stoffen
▪ ↑ oedeem & hypertensie
▪ ↓verminderde huidturgor & (orthostatische) hypotensie
Pagina 1 van 37
,Nefrologie
o Intracellulair
▪ Bevindt zich in de cellen
▪ Ureumgehalte overeen met extracellulair
▪ Kalium gehalte hoog
▪ Natrium-kaliumpomp
• Natrium uit de cel
• Kalium in de cel
o Volumeregulatie
▪ Natriumregulatie
▪ Via aldosteron en RAAS
▪ Aldosteron
• Verhoogd perifere weerstand
2.1 Excretie overtollige stoffen
- Uitscheiding van stoffen die voor het lichaam overbodig of schadelijk zijn
- Ultrafiltratie
o Verplaatsing vocht van bloed → glomerulus → kapsel van Bowman →
ultrafiltraat of primaire urine
o Stand houden bloeddruk
- Natrium
o 95% van het Na (filtraat) gereabsorbeerd
- Kalium
o K in het filtraat voor een groot deel gereabsorbeerd in lis van Henle
o Kaliumuitscheiding (urine) afhankelijk ≠ factoren
(aldosteron, hoge flow, diuretica)
- ADH (antidiuretisch hormoon)
o Reabsorptie van water in distale tubulus
o Verhoogde permeabiliteit H2O
o Concentratie en verdunning van urine
o Veel ADH → grote reabsorptie
o Weinig ADH → kleine reabsorptie
3. Balanceren zuur- base- evenwicht
- H+ ionen → zuur → pH bepalen
- Longen bepalen CO2
- Nieren bepalen HCO3-
Pagina 2 van 37
,Nefrologie
4. Hormonale functies
- Erythropoëtine (EPO)
o Functie: aanmaak RBC
o Aanmaak door de nieren
o Oorzaak anemie → vaak voorkomende complicatie
- 1,25- Dihydroxycholecalciferol
o Actief vitamine D (omgezet in de lever/nier)
o Reabsorptie calcium uit darm → komt uit voedsel
o Complicatie? Opname calcium vaak verstoord bij nierfunctiestoornissen
Pagina 3 van 37
, Nefrologie
Diagnostiek bij nefrologische syndromen
1. Klinisch onderzoek
2. Labo- onderzoek; urine + bloed
- Urine
o Kan via?
▪ 2e ochtendurine; midstream; onmiddellijk labo
▪ Teststrook en/of centrifuge
• Wittebloedcellen
• Gram-negatieve bacteriën
• Glucose, eiwitten, hemoglobine
• …
▪ Urinesediment
• Cilindrurie
o Cilinders in de urine
o afgietsels tubuli; vaak oorsprong buiten de nier
o rode bloedcellen- cilinders of hemoglobine- cilinders
• Hematurie
• Proteïnurie
o verhoogde uitscheiding eiwit → “schuim” op urine
o 3,5g/24h
o Bepalen op teststrook
▪ Albustix → goedkoopst
▪ nierbiopsie → tijdstip!
o Oorzaak
▪ Overloopproteïnurie → te veel proteïnen in nier
▪ Paraproteïnurie → grote hoeveelheid van 1 eiwit
(ziekte van Kahler)
▪ Glomerulaire proteïnurie → stoornis in filter
▪ Tubulaire proteïnurie → stoornis is tubulus
• Erythrocyturie:
o Micro/ erythrocyturie
o Macroscopisch → blote oog
o dysmorfe of isomorfe
▪ dysmorfe → renale erythrocyturie → oorzaak
nierziekte
▪ isomorfe → urologishce erythrocyturie →
oorzaak afvoergangen
Pagina 4 van 37