Ontwikkelingspsychologie
Inleidende les
Leeftijdcategorieën
● Prenatale periode
● Babytijd (0-1j)
● Peutertijd (1-2j)
● Kleutertijd (3-6j)
● Lagere school (6-11j)
● Puberteit (11-14j)
● Adolescentie (14-18j)
● Jongvolwassenen (18-21j)
● Volwassenen (21+)
● Ouderen (65+)
Belang van psychologische ontwikkelingstheorieën
● Voorzien kader om menselijk gedrag te interpreteren, observeren en voorspellen
● Gefundeerd door wetenschappelijk onderzoek
● Combinatie van verschillende theorieën is nodig
● Stevige basis voor interventie
Vroege denkbeelden over kinderen
● Philippe Ariès
○ Voor 1600: kinderen als miniatuurvolwassenen
○ Middeleeuwen: kinderen krijgen eigen status
● 18e eeuw: Babybiografieën en Darwin
● 19e eeuw: eerste boek kinderziekten
● 20ste eeuw: ontwikkelingspsychologie als wetenschap
● John Locke
○ Tabula rasa: kind als onbeschreven blad, van nature niet goed of slecht
○ Nadruk op omgeving en opvoeding
○ Kinderen als passief en beschreven door anderen
○ Ontwikkeling als continu proces
○ Elementen in leertheoretische principes
● Jean-Jacques Rousseau
○ Kind is van nature goed, neiging tot positieve ontwikkeling
○ Opvoedingsfilosofie gebaseerd op eerbied voor natuurlijke ontwikkeling:
Emile
○ Volwassenen als receptief, kind als actief
○ Ontwikkeling als discontinu proces
○ Maturatie: genetisch bepaald en natuurlijk ontwikkelingsverloop
Visies op kinderen
● Psychodynamisch perspectief
○ Focus op innerlijke krachten
, ● Behavioristisch perspectief
○ Focus op waarneembaar gedrag
● Cognitief perspectief
○ Kijk op ons begripsvermogen
● Evolutionair perspectief
○ Wat onze voorouders bijdragen aan ons gedrag
● Systemisch perspectief
○ Systemen rond het kind
● Behoefteperspectief
○ Psychologische basisbehoeften als motor voor ontwikkeling
Psychodynamisch perspectief
● Sigmund Freud
● Psychoanalytische theorie over (ontwikkeling van) persoonlijkheid
○ Tripartite persoonlijkheid
● Onbewuste krachten zijn bepalend
● Psychoseksuele ontwikkeling
○ Theorie over manier waarop die persoonlijkheid zich tijdens de kindertijd
vormt
○ Fase theorie: in elke fase is biologisch genot steeds gericht op ander deel van
het lichaam
○ Regulatie van aangeboren driften door opvoeding is cruciaal voor gezonde
persoonlijkheidsontwikkeling
● Hervertaling seksuele interpretatie naar sociaal gedrag van kinderen
○ Erik Erikson
■ Psychosociale theorie, benadrukt sociale interacties
○ John Bowlby
■ Grondlegger hechtingstheorie
■ Sociaal gedrag als noodzaak tot overleven
○ Anna Freud
○ Melanie Klein
● Sterktes
○ Bestudeert persoonlijkheidsontwikkeling
○ Belevings-en gedragsproblemen komen voort uit (onbewust) psychologisch
conflict
○ Vroege aandacht voor ouder-kindrelaties
○ Introductie fase-model
● Zwaktes
○ Aanvankelijk over-interpreteren kinderlijk gedrag in seksuele termen
○ Lange tijd minder wetenschappelijke onderbouwing
Behavioristisch perspectief
● Pavlov
○ Klassieke conditionering
■ Hond
, ● Watson
○ Conditionering van emoties
■ Kleine Albert
● Skinner
○ Operante conditionering
■ Skinner box
● Bandura
○ Social learning theorie
■ We moeten de consequenties van gedrag niet zelf ondervinden om te
leren
■ Ontwikkelen door imitatie (modeling of observationeel leren)
■ Cognitieve aspect belangrijk: kinderen selectief in wat ze wel imiteren
● Sterktes
○ Belang van leren
○ Continue ontwikkelingsmodel
○ Sterk wetenschappelijk onderbouwd
○ Belang van omgeving: grote stempel op opvoeding
○ Basis voor gedragstherapie en onderwijstechnieken
● Zwaktes
○ Traditioneel behaviorisme: geen aandacht voor innerlijke processen
○ Hervertaald naar cognitieve gedragstherapie
Cognitief perspectief
● Jean Piaget
● Leren door actieve manipulatie en exploratie vd omgeving (itt bekrachtigers)
● Menselijk denken opgebouwd uit schema’s
○ Georganiseerde mentale patronen die bepaald gedrag vertegenwoordigen
● Twee principes: assimilatie en accommodatie
● Informatieverwerkingstheorie
○ Beschrijft hoe mensen informatie opnemen, opslaan en gebruiken
○ Menselijk brein als symbolisch gemanipuleerd systeem waarin informatie
wordt verwerkt
○ Meer continue veranderingsprocessen: kwantitatieve ipv kwalitatieve
verandering
○ Ontwikkeling naar developmental cognitive neuroscience
● Sterktes
○ Belangrijke inzichten over intellectuele groei
■ Nagaan hoe cognitieve vermogens veranderen
■ Verwerken van informatie en invloed hiervan op gedrag
○ Wetenschappelijk gefundeerd
● Zwaktes
○ Onderschatting tijdstip waarop vaardigheden zich ontwikkelen
○ Piaget
■ Universaliteit vd stadia wordt in twijfel getrokken
■ Vermoedelijk minder discontinue dan Piaget het voorstelde
Evolutionair perspectief
, ● Relateert sociale gedragspatronen en persoonlijkheidseigenschappen aan een
genetische erfenis
● Focus op adaptieve waarde cognitief-emotionele en sociale competenties zoals deze
veranderen met leeftijd
● Evolutietheorie: C. Darwin
○ Ontwikkeling als proces
○ Ontwikkeling verloopt niet doelgericht
○ Ontogenese ipv fyologenese
● Ethologische theorieën
○ Konrad Lorenz
■ Imprinting bij ganzen
■ Introductie concept ‘kritieke periode’
● Sterktes
○ Snelst groeiend gebied binnen de ontwikkelingspsychologie: gedragsgenetica
○ Aandacht levenslange ontwikkeling
● Zwaktes
○ Te eenzijdige focus op biologische erfenis
Systemisch perspectief
● Relatie tussen individuen en sociale wereld
● Ontwikkeling kind binnen zijn complexe, sociale en culturele context
● Twee belangrijke modellen
○ Bio-ecologisch model U. Bronfenbrenner
○ Sociaal culturele theorie L. Vygotsky
● Bio-ecologisch model
○ Microsysteem: dagelijkse directe omgeving waarin kinderen leven
○ Mesosysteem: connecties tussen verschillende aspecten van microsysteem
○ Exosysteem: algemenere invloeden vanuit maatschappelijke instituten
○ Macrosysteem: overkoepelende culturele invloeden
○ Chronosysteem: invloed vd tijd, historische veranderingen op de ontwikkeling
van kinderen
● Sociaal-culturele theorie
○ Cognitieve ontwikkeling kinderen is resultaat sociale interacties tussen leden
cultuur
○ Kinderen leren de wereld begrijpen vanuit probleemoplossende interacties
met anderen
○ Kinderen zijn zowel bronnen als ontvangers van socialiserende invloeden,
wederzijdse transacties
● Sterktes
○ Cruciale rol omgevings-, maatschappelijke en culturele factoren in de
ontwikkeling
○ Kind als beïnvloeder: agentisch
● Zwaktes
○ Te weinig oog voor effect biologische factoren
Inleidende les
Leeftijdcategorieën
● Prenatale periode
● Babytijd (0-1j)
● Peutertijd (1-2j)
● Kleutertijd (3-6j)
● Lagere school (6-11j)
● Puberteit (11-14j)
● Adolescentie (14-18j)
● Jongvolwassenen (18-21j)
● Volwassenen (21+)
● Ouderen (65+)
Belang van psychologische ontwikkelingstheorieën
● Voorzien kader om menselijk gedrag te interpreteren, observeren en voorspellen
● Gefundeerd door wetenschappelijk onderzoek
● Combinatie van verschillende theorieën is nodig
● Stevige basis voor interventie
Vroege denkbeelden over kinderen
● Philippe Ariès
○ Voor 1600: kinderen als miniatuurvolwassenen
○ Middeleeuwen: kinderen krijgen eigen status
● 18e eeuw: Babybiografieën en Darwin
● 19e eeuw: eerste boek kinderziekten
● 20ste eeuw: ontwikkelingspsychologie als wetenschap
● John Locke
○ Tabula rasa: kind als onbeschreven blad, van nature niet goed of slecht
○ Nadruk op omgeving en opvoeding
○ Kinderen als passief en beschreven door anderen
○ Ontwikkeling als continu proces
○ Elementen in leertheoretische principes
● Jean-Jacques Rousseau
○ Kind is van nature goed, neiging tot positieve ontwikkeling
○ Opvoedingsfilosofie gebaseerd op eerbied voor natuurlijke ontwikkeling:
Emile
○ Volwassenen als receptief, kind als actief
○ Ontwikkeling als discontinu proces
○ Maturatie: genetisch bepaald en natuurlijk ontwikkelingsverloop
Visies op kinderen
● Psychodynamisch perspectief
○ Focus op innerlijke krachten
, ● Behavioristisch perspectief
○ Focus op waarneembaar gedrag
● Cognitief perspectief
○ Kijk op ons begripsvermogen
● Evolutionair perspectief
○ Wat onze voorouders bijdragen aan ons gedrag
● Systemisch perspectief
○ Systemen rond het kind
● Behoefteperspectief
○ Psychologische basisbehoeften als motor voor ontwikkeling
Psychodynamisch perspectief
● Sigmund Freud
● Psychoanalytische theorie over (ontwikkeling van) persoonlijkheid
○ Tripartite persoonlijkheid
● Onbewuste krachten zijn bepalend
● Psychoseksuele ontwikkeling
○ Theorie over manier waarop die persoonlijkheid zich tijdens de kindertijd
vormt
○ Fase theorie: in elke fase is biologisch genot steeds gericht op ander deel van
het lichaam
○ Regulatie van aangeboren driften door opvoeding is cruciaal voor gezonde
persoonlijkheidsontwikkeling
● Hervertaling seksuele interpretatie naar sociaal gedrag van kinderen
○ Erik Erikson
■ Psychosociale theorie, benadrukt sociale interacties
○ John Bowlby
■ Grondlegger hechtingstheorie
■ Sociaal gedrag als noodzaak tot overleven
○ Anna Freud
○ Melanie Klein
● Sterktes
○ Bestudeert persoonlijkheidsontwikkeling
○ Belevings-en gedragsproblemen komen voort uit (onbewust) psychologisch
conflict
○ Vroege aandacht voor ouder-kindrelaties
○ Introductie fase-model
● Zwaktes
○ Aanvankelijk over-interpreteren kinderlijk gedrag in seksuele termen
○ Lange tijd minder wetenschappelijke onderbouwing
Behavioristisch perspectief
● Pavlov
○ Klassieke conditionering
■ Hond
, ● Watson
○ Conditionering van emoties
■ Kleine Albert
● Skinner
○ Operante conditionering
■ Skinner box
● Bandura
○ Social learning theorie
■ We moeten de consequenties van gedrag niet zelf ondervinden om te
leren
■ Ontwikkelen door imitatie (modeling of observationeel leren)
■ Cognitieve aspect belangrijk: kinderen selectief in wat ze wel imiteren
● Sterktes
○ Belang van leren
○ Continue ontwikkelingsmodel
○ Sterk wetenschappelijk onderbouwd
○ Belang van omgeving: grote stempel op opvoeding
○ Basis voor gedragstherapie en onderwijstechnieken
● Zwaktes
○ Traditioneel behaviorisme: geen aandacht voor innerlijke processen
○ Hervertaald naar cognitieve gedragstherapie
Cognitief perspectief
● Jean Piaget
● Leren door actieve manipulatie en exploratie vd omgeving (itt bekrachtigers)
● Menselijk denken opgebouwd uit schema’s
○ Georganiseerde mentale patronen die bepaald gedrag vertegenwoordigen
● Twee principes: assimilatie en accommodatie
● Informatieverwerkingstheorie
○ Beschrijft hoe mensen informatie opnemen, opslaan en gebruiken
○ Menselijk brein als symbolisch gemanipuleerd systeem waarin informatie
wordt verwerkt
○ Meer continue veranderingsprocessen: kwantitatieve ipv kwalitatieve
verandering
○ Ontwikkeling naar developmental cognitive neuroscience
● Sterktes
○ Belangrijke inzichten over intellectuele groei
■ Nagaan hoe cognitieve vermogens veranderen
■ Verwerken van informatie en invloed hiervan op gedrag
○ Wetenschappelijk gefundeerd
● Zwaktes
○ Onderschatting tijdstip waarop vaardigheden zich ontwikkelen
○ Piaget
■ Universaliteit vd stadia wordt in twijfel getrokken
■ Vermoedelijk minder discontinue dan Piaget het voorstelde
Evolutionair perspectief
, ● Relateert sociale gedragspatronen en persoonlijkheidseigenschappen aan een
genetische erfenis
● Focus op adaptieve waarde cognitief-emotionele en sociale competenties zoals deze
veranderen met leeftijd
● Evolutietheorie: C. Darwin
○ Ontwikkeling als proces
○ Ontwikkeling verloopt niet doelgericht
○ Ontogenese ipv fyologenese
● Ethologische theorieën
○ Konrad Lorenz
■ Imprinting bij ganzen
■ Introductie concept ‘kritieke periode’
● Sterktes
○ Snelst groeiend gebied binnen de ontwikkelingspsychologie: gedragsgenetica
○ Aandacht levenslange ontwikkeling
● Zwaktes
○ Te eenzijdige focus op biologische erfenis
Systemisch perspectief
● Relatie tussen individuen en sociale wereld
● Ontwikkeling kind binnen zijn complexe, sociale en culturele context
● Twee belangrijke modellen
○ Bio-ecologisch model U. Bronfenbrenner
○ Sociaal culturele theorie L. Vygotsky
● Bio-ecologisch model
○ Microsysteem: dagelijkse directe omgeving waarin kinderen leven
○ Mesosysteem: connecties tussen verschillende aspecten van microsysteem
○ Exosysteem: algemenere invloeden vanuit maatschappelijke instituten
○ Macrosysteem: overkoepelende culturele invloeden
○ Chronosysteem: invloed vd tijd, historische veranderingen op de ontwikkeling
van kinderen
● Sociaal-culturele theorie
○ Cognitieve ontwikkeling kinderen is resultaat sociale interacties tussen leden
cultuur
○ Kinderen leren de wereld begrijpen vanuit probleemoplossende interacties
met anderen
○ Kinderen zijn zowel bronnen als ontvangers van socialiserende invloeden,
wederzijdse transacties
● Sterktes
○ Cruciale rol omgevings-, maatschappelijke en culturele factoren in de
ontwikkeling
○ Kind als beïnvloeder: agentisch
● Zwaktes
○ Te weinig oog voor effect biologische factoren