Samenvatting medisch Fitness, semester 3

Medisch fitness botten en spieren uitgewerkt
Osteologie: botten
Artrologie: gewrichten
Myologie: spieren

Bewegingen in anatomie

Frontaal vlak: vlak loop van links naar recht door het lichaam heen
 Abductie: ledemaat van het lichaam af
 Adductie: ledemaat naar lichaam toe
 Latroflexie: bewegen van de romp van links naar rechts




Sagittaal vlak: vlak loopt van voor naar achter door het lichaam en verdeelt linker en
rechter deel
 Flexie: buigen
 Extensie: strekken




 Anteflexie: voorwaartse beweging van ledemaat vanuit neutrale uitgangshouding
 Retroflexie: achterwaartse beweging van ledemaat vanuit neutrale uitgangshouding

,  Plantairflexie: strekking of buiging van het enkelgewricht naar beneden  de voet
beweegt van het scheenbeen af  de voet ‘plant zich in de grond’
= palmairflexie:
 Dorsaalflexie: buiging van het enkelgewricht naar boven  de voet beweegt richting
het scheenbeen
 Palmairflexie: strekking of buiging van het polsgewricht naar beneden  de hand
beweegt richting de handpalm




Transversaal vlak: vlak dwars dwarsdoorsnede op horizontale lijn dat het lichaam verdeelt in een
boven- en onderkant
 Endorotatie: beweging van een ledemaat naar binnen vanuit de neutrale
uitgangshouding
 Exorotatie: beweging van een ledemaat naar buiten vanuit de neutrale uitgangshouding



Bewegingen van de schoudergordel:
 Protractie: beweging waarbij het schouderblad vanuit de neutrale uitgangshouding langs
de borstkas naar voren toe getrokken wordt
 Retractie: beweging waarbij het schouderblad vanuit de neutrale uitgangshouding langs de
borstkas richting de wervelkolom wordt getrokken
 Elevatie: een opwaartse beweging van een gewricht  vb. schoudergordel waarbij het
schouderblad vanuit de neutrale uitgangshouding, langs de borstkas omhoog wordt getrokken
 Depressie: een neerwaartse beweging van een gewricht  vb. schoudergordel waarbij het
schouderblad vanuit de neutrale uitgangshouding, langs de ribbenkast omlaag wordt
getrokken
 Laterorotatie
 Mediorotatie

, Overig:
 Pronatie: de naar voren gerichte handpalm wordt vanuit de neutrale uitgangshouding, in de
onderarm naar achter gedraaid
 Supinatie: de naar achter gerichte handpalm wordt vanuit de neutrale uitgangshouding, in de
onderarm naar voren gedraaid



 Eversie (pronatie): beweging van de voetzool van het mediale vlak af, dus naar lateraal  dus
voetzool
naar buiten wijzend
 Inversie (supinatie): beweging van de voetzool naar het mediale vlak toe  voetzool naar
binnen wijzend




Anatomie van de voet en de enkel

Passieve structuren

Bot: Ligging: Jip en Janneke: Plaatje: