HC Parasitaire en schimmelinfecties
Definitie
- Protisten
◼ Eencellige eukaryoten
◼ Zijn geen schimmel
◼ Sommige zijn pathogeen
- Protozoa
◼ Eencellige heterotrofe eukaryoten
o Fotosynthetisch
◼ Cellen anders dan die van dieren
- Parasieten: ziekte veroorzakende protozoën en
wormen
◼ Protozoa vs insecten vs wormen
Indeling
- Ectoparasieten: aan buitenkant lichaam
o Teken, mijten
- Endoparasieten: in het lichaam
o Grote meerderheid
◼ Wormen
o Mannetjes en vrouwtjes
◼ Protozoa
o Malaria
- Of naar waar organisme heen gaat
Infecties
- Veel zijn importinfecties
- Sommige parasitaire infecties zijn endemisch
- Intestinale parasieten: doorgaand relatief milde ziekte gevend, overlijden weinig mensen aan
◼ Sommige direct lethaal (malaria)
◼ Soms effect pas vele jaren later (strongyloides)
, ◼ Vaak oppertunistische infecties
Concepten
- Gastheer: Sommige parasieten komen voor bij ander dier dan mens > kunnen overgaan naar
mens en ziekte veroorzaken
- Tussengastheer:
◼ Malaria heeft malariamug en mens
o Afhankelijk van geslachtelijke voortplanting is de een tussengastheer en de
ander eindgastheer
- Parasieten in nieren die ziekte veroorzaken
- Vector: dier/insect dat de parasiet overbrengt (malariamug vector van
malariaparasiet, of malariamug eindgastheer van de malariaparasiet en
mens tussen)
Parasitaire infecties
Apicomplexans
= malariaparasieten (parasieten)
- Overgebracht door muggen, malariamuggen
- Infecteren de lever
- Gestoken door mug > terug in NL en niet behandeld > kan hier in NL optreden
- Parasiet in rode bloedcel > gaat uitgroeien en ongeslachtelijk vermenigvuldigen > heet
schizont > barst bloedcel open > parasieten gaan weer nieuwe cellen infecteren
- 1-3 miljoen doden per jaar door malaria
- 5 belangrijke protozoa plasmodium species: P. falciparum, P. malariae, P. vivax, P. ovale en P.
knowlesi.
◼ Falciparum > is het dodelijkst van de veroorzakers
o Vanuit vrouwelijke malariamug > infecteert lever met malariaparasiet (spuugt
beetje speeksel want anders raakt snuitje verstopt) > vermenigvuldigen (duurt
aantal dagen, incubatietijd) > uit lever en naar rode bloedcel >
uitgroeien/vermenigvuldigen > bloedcel barst open > malariaparasieten gaan
weer nieuwe rode bloedcellen infecteren
▪ Als bloedcel openbarst > voelt patiënt zich enorm ziek
▪ Koortspiek
o Nieuwe merozoites elke 48-72 uur > gaan nieuwe rode bloedcellen infecteren
▪ Merozoiten: uit rode bloedcel
de stadia
o Parasieten hebben verschillende
stadia, morfologisch te onderscheiden
o Ongeslachtelijke voortplanting
o Parasieten kunnen elke ery infecteren
> uiteindelijk heel erg veel rode
bloedcellen functioneren niet meer >
risico op mortaliteit neemt toe met
aantal parasieten in bloed
- Sommige parasieten ontwikkelen zich tot andere
vorm (geslachtelijke vorm): gametocyt??
◼ Rode bloedcellen moeten worden opgezogen
tot volgende malaria mug vrouwtje dat niet
geïnfecteerd is > zuigt mannetjes en vrouwtjes op > in mug smelten mannetje en
vrouwtje samen > voortplanting (geslachtelijk) > sporozoieten naar speeksel mug
◼ Malariaparasieten nemen toe in bloed
◼ Kunnen niet meer dan 2% rode bloedcellen infecteren
, Gardia duodenalis (G. Lamblia)
= darmparasiet
- Intestinale parasiet, dus in darmen
- Heeft geen mitochondrien
- Stadium:
◼ Trofozoiet: stadium in darm van de mens zit (goede omgeving, warm/veel voedsel)
o Kan zich vermenigvuldigen > eten genoeg
o Kunnen niet overleven buiten lichaam
o Kunnen bij bv. diarree ook uitgescheiden worden > zijn dan niet besmettelijk
▪ Half uur na productie dood
◼ Cyste: vorm die kan overleven buiten het lichaam
o Gemaakt om wekenlang buiten lichaam te overleven
o Parasiet kan hierdoor van ene naar andere persoon overgebracht worden
▪ Fecaal besmet voedsel/water > oraal naar binnen gewerkt bij ander
persoon > in darmen > uitgroeien tot trofozoieten en vermenigvuldigen
- Oploopt door: cyste binnen met voedsel/water > in dunne darm zal cyste trofozoiet worden
> gaat delen/vermenigvulidgen > bij naderen uitgang in dikke darm > cyste stadium wordt
uitgescheiden
- Parasiet gaat niet lichaam in, zit op epitheel darm met zuignap
◼ Veroorzaakt daar schade
◼ Darmepitheel kan functie niet vervullen > bv. opnemen van water
◼ Hierdoor diarree > je scheidt het water uit
- Microsopische diagnose:
◼ Hoe meer parasieten > meer schade > meer klachten
◼ Cyste in ontlasting
◼ Kan ook DNA van parasiet proberen aan te tonen
◼ Of antigenen
Definitie
- Protisten
◼ Eencellige eukaryoten
◼ Zijn geen schimmel
◼ Sommige zijn pathogeen
- Protozoa
◼ Eencellige heterotrofe eukaryoten
o Fotosynthetisch
◼ Cellen anders dan die van dieren
- Parasieten: ziekte veroorzakende protozoën en
wormen
◼ Protozoa vs insecten vs wormen
Indeling
- Ectoparasieten: aan buitenkant lichaam
o Teken, mijten
- Endoparasieten: in het lichaam
o Grote meerderheid
◼ Wormen
o Mannetjes en vrouwtjes
◼ Protozoa
o Malaria
- Of naar waar organisme heen gaat
Infecties
- Veel zijn importinfecties
- Sommige parasitaire infecties zijn endemisch
- Intestinale parasieten: doorgaand relatief milde ziekte gevend, overlijden weinig mensen aan
◼ Sommige direct lethaal (malaria)
◼ Soms effect pas vele jaren later (strongyloides)
, ◼ Vaak oppertunistische infecties
Concepten
- Gastheer: Sommige parasieten komen voor bij ander dier dan mens > kunnen overgaan naar
mens en ziekte veroorzaken
- Tussengastheer:
◼ Malaria heeft malariamug en mens
o Afhankelijk van geslachtelijke voortplanting is de een tussengastheer en de
ander eindgastheer
- Parasieten in nieren die ziekte veroorzaken
- Vector: dier/insect dat de parasiet overbrengt (malariamug vector van
malariaparasiet, of malariamug eindgastheer van de malariaparasiet en
mens tussen)
Parasitaire infecties
Apicomplexans
= malariaparasieten (parasieten)
- Overgebracht door muggen, malariamuggen
- Infecteren de lever
- Gestoken door mug > terug in NL en niet behandeld > kan hier in NL optreden
- Parasiet in rode bloedcel > gaat uitgroeien en ongeslachtelijk vermenigvuldigen > heet
schizont > barst bloedcel open > parasieten gaan weer nieuwe cellen infecteren
- 1-3 miljoen doden per jaar door malaria
- 5 belangrijke protozoa plasmodium species: P. falciparum, P. malariae, P. vivax, P. ovale en P.
knowlesi.
◼ Falciparum > is het dodelijkst van de veroorzakers
o Vanuit vrouwelijke malariamug > infecteert lever met malariaparasiet (spuugt
beetje speeksel want anders raakt snuitje verstopt) > vermenigvuldigen (duurt
aantal dagen, incubatietijd) > uit lever en naar rode bloedcel >
uitgroeien/vermenigvuldigen > bloedcel barst open > malariaparasieten gaan
weer nieuwe rode bloedcellen infecteren
▪ Als bloedcel openbarst > voelt patiënt zich enorm ziek
▪ Koortspiek
o Nieuwe merozoites elke 48-72 uur > gaan nieuwe rode bloedcellen infecteren
▪ Merozoiten: uit rode bloedcel
de stadia
o Parasieten hebben verschillende
stadia, morfologisch te onderscheiden
o Ongeslachtelijke voortplanting
o Parasieten kunnen elke ery infecteren
> uiteindelijk heel erg veel rode
bloedcellen functioneren niet meer >
risico op mortaliteit neemt toe met
aantal parasieten in bloed
- Sommige parasieten ontwikkelen zich tot andere
vorm (geslachtelijke vorm): gametocyt??
◼ Rode bloedcellen moeten worden opgezogen
tot volgende malaria mug vrouwtje dat niet
geïnfecteerd is > zuigt mannetjes en vrouwtjes op > in mug smelten mannetje en
vrouwtje samen > voortplanting (geslachtelijk) > sporozoieten naar speeksel mug
◼ Malariaparasieten nemen toe in bloed
◼ Kunnen niet meer dan 2% rode bloedcellen infecteren
, Gardia duodenalis (G. Lamblia)
= darmparasiet
- Intestinale parasiet, dus in darmen
- Heeft geen mitochondrien
- Stadium:
◼ Trofozoiet: stadium in darm van de mens zit (goede omgeving, warm/veel voedsel)
o Kan zich vermenigvuldigen > eten genoeg
o Kunnen niet overleven buiten lichaam
o Kunnen bij bv. diarree ook uitgescheiden worden > zijn dan niet besmettelijk
▪ Half uur na productie dood
◼ Cyste: vorm die kan overleven buiten het lichaam
o Gemaakt om wekenlang buiten lichaam te overleven
o Parasiet kan hierdoor van ene naar andere persoon overgebracht worden
▪ Fecaal besmet voedsel/water > oraal naar binnen gewerkt bij ander
persoon > in darmen > uitgroeien tot trofozoieten en vermenigvuldigen
- Oploopt door: cyste binnen met voedsel/water > in dunne darm zal cyste trofozoiet worden
> gaat delen/vermenigvulidgen > bij naderen uitgang in dikke darm > cyste stadium wordt
uitgescheiden
- Parasiet gaat niet lichaam in, zit op epitheel darm met zuignap
◼ Veroorzaakt daar schade
◼ Darmepitheel kan functie niet vervullen > bv. opnemen van water
◼ Hierdoor diarree > je scheidt het water uit
- Microsopische diagnose:
◼ Hoe meer parasieten > meer schade > meer klachten
◼ Cyste in ontlasting
◼ Kan ook DNA van parasiet proberen aan te tonen
◼ Of antigenen