ZSO Voorbereiding practicum bovenbuik
E-learning: ‘Voorbereiden practicum anatomie’
Inspectie voorste buikwand
Regio’s
- In 9 regionen
- Bovenste horizontale lijn ligt ten hoogte van
onderrand van ribbenboog
- Onderste horizontale lijn gaat door spina iliaca
anterior superior dextra en sinistra
- De 2 verticale lijnen gaan door het midden van
lig. Inguinalis en sinister
Buikholte
= ruimte tussen peritoneum pariëtale en viscerale, bevat alleen
een kleine hoeveelheid vloeistof om ervoor te zorgen dat de
darmen vrijelijk ten opzichte van elkaar kunnen bewegen.
- Bekleed met peritoneum (Buikvlies)
◼ Peritoneum parietale= ligt tegen wand van buikholte
aan
◼ Peritoneum viscerale= bekleed buikorganen deels
- Mesenterium= omslagplooi waar het parietale overgaat
in viscerale, in geval van dunne darm.
◼ Ook aanwezig bij bv. de maag: mesogastricum.
◼ Structuren zoals arteriën, venen, zenuwen en
lymfevaten kunne de intraperitoneaal gelegen
organen bereiken of verlaten via dit ‘meso’
Organen
- Kunnen intraperitoneaal, primair retroperitoneaal of
secundair retroperitoneaal liggen.
Intraperitoneaal: ontwikkelen zich tijdens embryonale fase intraperitoneaal.
, - Zijn grotendeels bekleed met peritoneum viscerale en mesenteriale verbinding met
lichaamswand of ander gelegen orgaan hier.
- Maag, jejunum, ilieum, coucum, appendix vermiformis, colon transversum, colon
sigmoïdeum, lever, galblaas en milt.
Primair retroperitoneaal: ontwikkelen tijdens embryonale fase retroperitoneaal.
- Soms deels bekleed met peritoneum pariëtale
- Nieren, aorta abdominalis, grensstreng en vena cava inferior.
Secundair retroperitoneaal: ontwikkelen zich tijdens embryonale fase intraperitoneaal en komen
later retroperitoneaal terecht doordat ze verkleefd raken met dorsale lichaamswcxv`and.
- Zijn ventraal deels bekleed met peritoneum, stulpen deels uit buikholte, maar hebben geen
meso.
- Duodenum, colon ascendens, colon descendens en pancreas.
Vliezen en holtes
- Mesocolon transversum: verdeelt peritoneale holte in
boven en onderbuik (pars supracolica en pars
infracolica)
◼ Bovenbuik: lever, maag, milt en pancreas
◼ Onderbuik: dunnedarmlissen en dikke darm
◼ Duodenum deels onder en deels boven
◼ Hecht boven aan op pancreas
- Bursa omentalis: blind eindigende uitbreiding van
buikholte achter maag die alleen in verbinding staat
met resterende deel van buiholte
◼ Komt via foramen epiploicum
, Organen van buikholte
Oesofagus
= slokdarm
- Betreedt buikholte via opening in diaframe en sluit vervolgens
aan op de maag
Maag
- Heeft voorwand en achterwand die rechts/craniaal
samenkomen bij curvatura minor en links/caudaal bij
curvutara major
- 4 delen:
◼ Cardia (mond oesofagus uit)
◼ Fundus (del van de maag craniaal aan incisura cardiaca/cadiac notch)
◼ Corpus
◼ Pars pylorica
Duodenum
- Bestaat uit 4 delen:
◼ Bulbus duodeni
◼ Pars descendens
◼ Pars horizontalis
◼ Pars ascendens
o Gaat bij flexura duodenojejunalis
over in jejunum
o Flexura deuodenojejunalis wordt
omhooggehouden door m.
Suspersorius duodeni,
fibromusculeuze streng tussen duodenum en diafragma (ligament van Treitz)
Lever
- Bestaat uit grotere rechterkwab (= dextra)
en kleinere linkerkwab (= sinistra) die van
elkaar gescheiden worden door ligamentum
falciforme.
◼ Waardoor lever bevestigd is aan voorste
buikwand
- In vrije onderrand van ligamentum falciforve
verloopt de geoblitireerde v. Umbilicalis, 1
van de 3 navelstrengvaten (ligamentum
teres hepatis).
- Lever is craniaal bevestigd aan diafragma via
ligamentum coronarium hepatis.
E-learning: ‘Voorbereiden practicum anatomie’
Inspectie voorste buikwand
Regio’s
- In 9 regionen
- Bovenste horizontale lijn ligt ten hoogte van
onderrand van ribbenboog
- Onderste horizontale lijn gaat door spina iliaca
anterior superior dextra en sinistra
- De 2 verticale lijnen gaan door het midden van
lig. Inguinalis en sinister
Buikholte
= ruimte tussen peritoneum pariëtale en viscerale, bevat alleen
een kleine hoeveelheid vloeistof om ervoor te zorgen dat de
darmen vrijelijk ten opzichte van elkaar kunnen bewegen.
- Bekleed met peritoneum (Buikvlies)
◼ Peritoneum parietale= ligt tegen wand van buikholte
aan
◼ Peritoneum viscerale= bekleed buikorganen deels
- Mesenterium= omslagplooi waar het parietale overgaat
in viscerale, in geval van dunne darm.
◼ Ook aanwezig bij bv. de maag: mesogastricum.
◼ Structuren zoals arteriën, venen, zenuwen en
lymfevaten kunne de intraperitoneaal gelegen
organen bereiken of verlaten via dit ‘meso’
Organen
- Kunnen intraperitoneaal, primair retroperitoneaal of
secundair retroperitoneaal liggen.
Intraperitoneaal: ontwikkelen zich tijdens embryonale fase intraperitoneaal.
, - Zijn grotendeels bekleed met peritoneum viscerale en mesenteriale verbinding met
lichaamswand of ander gelegen orgaan hier.
- Maag, jejunum, ilieum, coucum, appendix vermiformis, colon transversum, colon
sigmoïdeum, lever, galblaas en milt.
Primair retroperitoneaal: ontwikkelen tijdens embryonale fase retroperitoneaal.
- Soms deels bekleed met peritoneum pariëtale
- Nieren, aorta abdominalis, grensstreng en vena cava inferior.
Secundair retroperitoneaal: ontwikkelen zich tijdens embryonale fase intraperitoneaal en komen
later retroperitoneaal terecht doordat ze verkleefd raken met dorsale lichaamswcxv`and.
- Zijn ventraal deels bekleed met peritoneum, stulpen deels uit buikholte, maar hebben geen
meso.
- Duodenum, colon ascendens, colon descendens en pancreas.
Vliezen en holtes
- Mesocolon transversum: verdeelt peritoneale holte in
boven en onderbuik (pars supracolica en pars
infracolica)
◼ Bovenbuik: lever, maag, milt en pancreas
◼ Onderbuik: dunnedarmlissen en dikke darm
◼ Duodenum deels onder en deels boven
◼ Hecht boven aan op pancreas
- Bursa omentalis: blind eindigende uitbreiding van
buikholte achter maag die alleen in verbinding staat
met resterende deel van buiholte
◼ Komt via foramen epiploicum
, Organen van buikholte
Oesofagus
= slokdarm
- Betreedt buikholte via opening in diaframe en sluit vervolgens
aan op de maag
Maag
- Heeft voorwand en achterwand die rechts/craniaal
samenkomen bij curvatura minor en links/caudaal bij
curvutara major
- 4 delen:
◼ Cardia (mond oesofagus uit)
◼ Fundus (del van de maag craniaal aan incisura cardiaca/cadiac notch)
◼ Corpus
◼ Pars pylorica
Duodenum
- Bestaat uit 4 delen:
◼ Bulbus duodeni
◼ Pars descendens
◼ Pars horizontalis
◼ Pars ascendens
o Gaat bij flexura duodenojejunalis
over in jejunum
o Flexura deuodenojejunalis wordt
omhooggehouden door m.
Suspersorius duodeni,
fibromusculeuze streng tussen duodenum en diafragma (ligament van Treitz)
Lever
- Bestaat uit grotere rechterkwab (= dextra)
en kleinere linkerkwab (= sinistra) die van
elkaar gescheiden worden door ligamentum
falciforme.
◼ Waardoor lever bevestigd is aan voorste
buikwand
- In vrije onderrand van ligamentum falciforve
verloopt de geoblitireerde v. Umbilicalis, 1
van de 3 navelstrengvaten (ligamentum
teres hepatis).
- Lever is craniaal bevestigd aan diafragma via
ligamentum coronarium hepatis.