Katern 6
KATERN 6
WELVAART EN
GROEI
,Katern 6
Hoofdstuk 1 Welvaart
1.1 Productie, toegevoegde waarde en inkomen
Produceren waarde toevoegen.
Toegevoegde waarde waarde van de productie b.v. van meel brood maken.
Toegevoegde waarde = omzet – kosten ingekochte goederen en diensten
De toegevoegde waarde ontstaat door inzet van productiefactoren:
Natuur
o Alles wat uit de natuur komt zonder dat het door mensen is bewerkt.
o Beloning voor het gebruiken van deze productiefactor is pacht/huur.
Arbeid
o Inspanning van de mensen die bij de productie betrokken zijn.
o Beloning voor het gebruiken van deze productiefactor is loon.
Kapitaal
o Machines, gebouwen, installaties en gereedschappen die bij productie nodig zijn.
o Beloning voor het gebruiken van deze productiefactor is rente.
Ondernemerschap
o Combineert de andere productiefactoren.
o Beloning voor het gebruiken van deze productiefactor is winst.
Gezinnen/huishoudens zijn de bezitters
van de productiefactoren zij leveren de
productiefactoren en ontvangen daar een
beloning voor.
Primaire inkomens beloning voor
gezinnen/huishoudens voor het inzetten van
de productiefactoren.
Beloning = pacht/huur, loon, rente en winst.
, Katern 6 Kapitaalgoederen gaan meerdere productieprocessen mee,
maar verminderen wel in waarde.
Afschrijving waardevermindering van kapitaalgoederen.
NTW = BTW – afschrijvingen
NTW = primaire inkomens
Afschrijving hoort wel bij bruto toegevoegde waarde,
omdat de onderneming de waardevermindering van de
kapitaalgoederen moet betalen.
Afschrijving hoort niet bij netto toegevoegde waarde en
wordt niet als primair inkomen uitgekeerd, omdat de
afschrijving in het bedrijf blijft om de afgeschreven
kapitaalgoederen te vervangen.
Let op: als je een onderdeel van primair inkomen niet weet, dan
kan je een vergelijking opstellen en van onbekende een X maken:
90.000 = 50.000 + 5.000 + X + 20.000
Vergelijking oplossen geeft X = 15.000
omzet – kosten ingekochte goederen/diensten = overheidssalarissen
BBP (Bruto Binnenlands Product) = BTW productie van
alle bedrijven en de overheid binnen een land.
De goederen en diensten die de overheid produceert zijn
collectieve goederen.
Dit zijn goederen die niet individueel gesplitst kunnen
worden en niet geprijsd kunnen worden en daarom kan er
geen omzet en dus geen toegevoegde waarde berekend
worden.
Toegevoegde waarde van de productie van de overheid
wordt daarom gelijkgesteld aan het bedrag dat de
overheid aan lonen betaald = overheidssalarissen.
Netto binnenlands product (NBP) =
bruto binnenlands product (BBP) – afschrijvingen
Netto toegevoegde waarde (NTW) =
bruto toegevoegde waarde (BTW) – afschrijvingen
Loon bedrijven en
loon overheid
Het netto binnenlands inkomen is niet gelijk aan het primair inkomen:
Een deel van het primair inkomen gaat naar overheid als belastingen en sociale premies.
Deze belastingen en sociale premies gebruikt de overheid om overdrachtsinkomens uit te
keren zoals uitkeringen bij werkloosheid, ziekte en arbeidsongeschiktheid, bijstandsuitkeringen en
huurtoeslag.
Belangrijk verschil tussen primair inkomen en overdrachtsinkomen overdrachtsinkomen
ontvang je zonder dat je een bepaalde tegenprestatie hoeft te leveren.
Secundair inkomen (netto binnenlands inkomen) =
primair inkomen (bruto) – belastingen en sociale premies + overdrachtsinkomen
Als belastingen en sociale premies worden verlaagd primair inkomen blijft gelijk en
secundair inkomen stijgt.
Bijstand zorgt ervoor dat inkomensverdeling gelijker worden mensen zonder inkomen,
krijgen geld om van te leven.
KATERN 6
WELVAART EN
GROEI
,Katern 6
Hoofdstuk 1 Welvaart
1.1 Productie, toegevoegde waarde en inkomen
Produceren waarde toevoegen.
Toegevoegde waarde waarde van de productie b.v. van meel brood maken.
Toegevoegde waarde = omzet – kosten ingekochte goederen en diensten
De toegevoegde waarde ontstaat door inzet van productiefactoren:
Natuur
o Alles wat uit de natuur komt zonder dat het door mensen is bewerkt.
o Beloning voor het gebruiken van deze productiefactor is pacht/huur.
Arbeid
o Inspanning van de mensen die bij de productie betrokken zijn.
o Beloning voor het gebruiken van deze productiefactor is loon.
Kapitaal
o Machines, gebouwen, installaties en gereedschappen die bij productie nodig zijn.
o Beloning voor het gebruiken van deze productiefactor is rente.
Ondernemerschap
o Combineert de andere productiefactoren.
o Beloning voor het gebruiken van deze productiefactor is winst.
Gezinnen/huishoudens zijn de bezitters
van de productiefactoren zij leveren de
productiefactoren en ontvangen daar een
beloning voor.
Primaire inkomens beloning voor
gezinnen/huishoudens voor het inzetten van
de productiefactoren.
Beloning = pacht/huur, loon, rente en winst.
, Katern 6 Kapitaalgoederen gaan meerdere productieprocessen mee,
maar verminderen wel in waarde.
Afschrijving waardevermindering van kapitaalgoederen.
NTW = BTW – afschrijvingen
NTW = primaire inkomens
Afschrijving hoort wel bij bruto toegevoegde waarde,
omdat de onderneming de waardevermindering van de
kapitaalgoederen moet betalen.
Afschrijving hoort niet bij netto toegevoegde waarde en
wordt niet als primair inkomen uitgekeerd, omdat de
afschrijving in het bedrijf blijft om de afgeschreven
kapitaalgoederen te vervangen.
Let op: als je een onderdeel van primair inkomen niet weet, dan
kan je een vergelijking opstellen en van onbekende een X maken:
90.000 = 50.000 + 5.000 + X + 20.000
Vergelijking oplossen geeft X = 15.000
omzet – kosten ingekochte goederen/diensten = overheidssalarissen
BBP (Bruto Binnenlands Product) = BTW productie van
alle bedrijven en de overheid binnen een land.
De goederen en diensten die de overheid produceert zijn
collectieve goederen.
Dit zijn goederen die niet individueel gesplitst kunnen
worden en niet geprijsd kunnen worden en daarom kan er
geen omzet en dus geen toegevoegde waarde berekend
worden.
Toegevoegde waarde van de productie van de overheid
wordt daarom gelijkgesteld aan het bedrag dat de
overheid aan lonen betaald = overheidssalarissen.
Netto binnenlands product (NBP) =
bruto binnenlands product (BBP) – afschrijvingen
Netto toegevoegde waarde (NTW) =
bruto toegevoegde waarde (BTW) – afschrijvingen
Loon bedrijven en
loon overheid
Het netto binnenlands inkomen is niet gelijk aan het primair inkomen:
Een deel van het primair inkomen gaat naar overheid als belastingen en sociale premies.
Deze belastingen en sociale premies gebruikt de overheid om overdrachtsinkomens uit te
keren zoals uitkeringen bij werkloosheid, ziekte en arbeidsongeschiktheid, bijstandsuitkeringen en
huurtoeslag.
Belangrijk verschil tussen primair inkomen en overdrachtsinkomen overdrachtsinkomen
ontvang je zonder dat je een bepaalde tegenprestatie hoeft te leveren.
Secundair inkomen (netto binnenlands inkomen) =
primair inkomen (bruto) – belastingen en sociale premies + overdrachtsinkomen
Als belastingen en sociale premies worden verlaagd primair inkomen blijft gelijk en
secundair inkomen stijgt.
Bijstand zorgt ervoor dat inkomensverdeling gelijker worden mensen zonder inkomen,
krijgen geld om van te leven.