Erfrecht
Les 1
Het verschil tussen wettelijk en testamentair (=versterf) erfrecht uitleggen aan
cliënten.
Men kan de nalatenschap onder twee titels verkrijgen, namelijk onder de algemene titel en de
bijzondere titel.
- Algemene titel: in artikel 3:80 lid 2 BW is opgenomen dat de erfgenamen de rechten en plichten
van de erflater alleen opvolgen op grond van overlijden. De erflater dient eerst dus te overlijden
voordat de erfgenamen de nalatenschap in algemene titel kunnen verkrijgen.
- Bijzondere titel: in artikel 3:80 lid 3 BW jo. artikel 4:117 lid 1 en 2 BW is opgenomen dat de
erflater een vorderingsrecht kan toekennen aan zijn erfgenamen of legatarissen. Zij verkrijgen
dus de nalatenschap op grond van bijzondere titel, omdat de erflater hen dit heeft toegekend.
Voordat er daadwerkelijk sprake is van erfopvolging dient er aan een aantal voorwaarden te
voldoen. Dit geldt voor zowel het versterferfrecht als het testamentair erfrecht, namelijk:
- De erflater moet zijn overleden.
- De erfgenaam moet bestaan op het moment dat de nalatenschap openvalt, zie artikel 4:9 jo.
artikel 4:56 BW.
- De erfgenaam moet niet onwaardig zijn om te erven. Bij een veroordeling treedt de
onwaardigheid van rechtswege in, zie artikel 4:3 BW.
Indien er geen erfgenamen zijn, worden de goederen en de nalatenschap door de Staat onder
algemene titel verkregen. Dit is opgenomen in artikel 4:189 BW.
Versterferfrecht
Bij het versterferfrecht wordt de nalatenschap volgens de wettelijke regelgeving verdeeld. In artikel
4:10 BW is opgenomen dat alleen zij die tot de erflater in familierechtelijke betrekking stonden en
de langstlevende, niet van tafel en bed gescheiden, echtgenoot worden tot de vorige leden
genoemde bloedverwanten gerekend. De langstlevende echtgenoot is gelijkgestelde aan de
langstlevende geregistreerde partner, zie artikel 4:10 lid 2 BW.
Er wordt volgens het parentele stelsel geërfd. Dit betekend dat er uit eigen hoofde
achtereenvolgens wordt geërfd, ook wel op grond van de plaats die de persoon onder de
bloedverwanten van de erflater inneemt, zie artikel 4:!0 lid 1 BW.
1. De niet van tafel en bed gescheiden echtgenoot samen met de kinderen van de erflater.
2. Ouders samen met broers en zussen.
3. Grootouders.
4. Overgrootouders.
Op het moment dat een van de erfgenamen van de erflater eerder overlijdt, treedt er
plaatsvervulling op. Dit betekent dat de afstammelingen van de in artikel 4:10 lid 1 BW genoemde
personen recht hebben op de nalatenschap van de erflater. Het zijn dus steeds afstammelingen die
bij de plaatsvervulling tot het erfdeel opgeroepen worden, zie artikel 4:!0 lid 2 BW.
Les 1
Het verschil tussen wettelijk en testamentair (=versterf) erfrecht uitleggen aan
cliënten.
Men kan de nalatenschap onder twee titels verkrijgen, namelijk onder de algemene titel en de
bijzondere titel.
- Algemene titel: in artikel 3:80 lid 2 BW is opgenomen dat de erfgenamen de rechten en plichten
van de erflater alleen opvolgen op grond van overlijden. De erflater dient eerst dus te overlijden
voordat de erfgenamen de nalatenschap in algemene titel kunnen verkrijgen.
- Bijzondere titel: in artikel 3:80 lid 3 BW jo. artikel 4:117 lid 1 en 2 BW is opgenomen dat de
erflater een vorderingsrecht kan toekennen aan zijn erfgenamen of legatarissen. Zij verkrijgen
dus de nalatenschap op grond van bijzondere titel, omdat de erflater hen dit heeft toegekend.
Voordat er daadwerkelijk sprake is van erfopvolging dient er aan een aantal voorwaarden te
voldoen. Dit geldt voor zowel het versterferfrecht als het testamentair erfrecht, namelijk:
- De erflater moet zijn overleden.
- De erfgenaam moet bestaan op het moment dat de nalatenschap openvalt, zie artikel 4:9 jo.
artikel 4:56 BW.
- De erfgenaam moet niet onwaardig zijn om te erven. Bij een veroordeling treedt de
onwaardigheid van rechtswege in, zie artikel 4:3 BW.
Indien er geen erfgenamen zijn, worden de goederen en de nalatenschap door de Staat onder
algemene titel verkregen. Dit is opgenomen in artikel 4:189 BW.
Versterferfrecht
Bij het versterferfrecht wordt de nalatenschap volgens de wettelijke regelgeving verdeeld. In artikel
4:10 BW is opgenomen dat alleen zij die tot de erflater in familierechtelijke betrekking stonden en
de langstlevende, niet van tafel en bed gescheiden, echtgenoot worden tot de vorige leden
genoemde bloedverwanten gerekend. De langstlevende echtgenoot is gelijkgestelde aan de
langstlevende geregistreerde partner, zie artikel 4:10 lid 2 BW.
Er wordt volgens het parentele stelsel geërfd. Dit betekend dat er uit eigen hoofde
achtereenvolgens wordt geërfd, ook wel op grond van de plaats die de persoon onder de
bloedverwanten van de erflater inneemt, zie artikel 4:!0 lid 1 BW.
1. De niet van tafel en bed gescheiden echtgenoot samen met de kinderen van de erflater.
2. Ouders samen met broers en zussen.
3. Grootouders.
4. Overgrootouders.
Op het moment dat een van de erfgenamen van de erflater eerder overlijdt, treedt er
plaatsvervulling op. Dit betekent dat de afstammelingen van de in artikel 4:10 lid 1 BW genoemde
personen recht hebben op de nalatenschap van de erflater. Het zijn dus steeds afstammelingen die
bij de plaatsvervulling tot het erfdeel opgeroepen worden, zie artikel 4:!0 lid 2 BW.