Samenvatting Marketing: Beknopte SV (Matrixen, termen, Porter, BCG, ...)

Marketing alle grafieken,
matrixen, poorter, belangrijke
begrippen (examenSV)
WAT IS MARKETING?
 Definitie: De kunst en de wetenschap van het creëren van waarde voor/van de
klant, om daar waarde van de klant terug te krijgen.
 Opbouwen van duurzame relaties op basis van
 Klantwaarde
 Klanttevredenheid
 Doel: klantenloyaliteit

 Enerzijds nieuwe klanten aantrekken (toegevoegde waarde bieden voor een
klant)
 Anderzijds klanten behouden
 Vaste klanten zijn meestal meer winstgevend (clv hoger)

 Marketing  doorslaggevend voor succes van de onderneming
 Kritische bedenking  boek Wim Vermeulen
 Valkuil: Nieuwe vs. Bestaande klanten
 Te veel nieuwe willen en bestaande vergeten
 Duurzaam + loyaliteit
 Winstoogmerk of vzw  afnemer i.p.v.. Klant
 Klant = meer commercieel
 Schaal: 1 persoon (personal branding) tot multinational
 1 persoon: bv. Aster van voetbalanalist tot mediafiguur  marketing van jezelf
 In alle sectoren
 Materieel of immaterieel
 Marketing niet meer op basis van telling en selling -> verkopen via
informeren

 Telling & selling = traditionele verkoopmethoden, bedr. Promoten prod. of
diensten en proberen direct aan klant te verkopen.

 Verkopen via informeren = meer klantgerichte benadering, waardevolle en
relevante informatie te verstrekken die klant helpt bij nemen van
aankoopbeslissing: opbouwen van relatie met klant!!!


 RECAP (verkopen via informeren) -> nieuwe
verkopen = klantbehoeften bevredigen!!!!
 Goed inzicht van behoeften klanten kennen
 Producten met toegevoegde waarde
 Henry Ford: If I had asked what people what they wanted, they would’ve said
stronger horses -> mensen weten vaak niet wat ze willen.



1

, Steve Jobs: It’s really hard to design products by focus groups, a lot of times,
people don’t know what they want until you show it to them.
Kannibaliseren eigen product: verwijst naar het fenomeen waarbij een nieuw
product van een bedrijf de verkoop of het marktaandeel van een bestaand
product van datzelfde bedrijf vermindert.
Brand awareness: Merkbekendheid creëren van producten of service die je
verkoopt binnen een bedrijf.
Merkbeleving: brand experience -> de beleving bij het gebruiken van het
product van een specifiek merk.
Marktpenetratie: toegankelijkheid van product, in hoeverre je bepaalde
producten kan vinden in bepaalde markten en plaatsen.
Top of mind: CocaCola is het eerste waar mensen aan denken bij frisdrank. Bv.
maken van reclame ook al is je product wereldbekend om op de bovenste plank
van de gedachten te blijven van de klant.

Omnichannel promotie voor grote bedrijven = alle mogelijke kanalen
gebruiken om te adverteren)


Klantenbinding: customer retention Bv. klantenkaart, …


Affiliatie marketing: reclame maken via een ander bedrijf waarvoor het andere
bedrijf een commissie krijgt.
Klantenaandeel: deel van de aankopen in de categorie die bij een bepaald
bedrijf gebeuren


ROI + VOI: omzet en winst + optimale tevredenheid (customer equity +
klantvermogen)
ROI = wordt gebruikt om het financiële rendement op een bepaalde
investering te beschrijven
VOI = zijn de immateriële activa die in grote mate bijdragen aan de
prestaties van een organisatie.


Het ecosysteem (Apple, Google): walled garden = paradijselijke tuin waar
je niet uit kan
 Bv. Een Iphone koopt zal je al snel ook een Iwatch kopen van Apple en niet
van een ander merk
 Bv. KBC: als je daar een lening aangaat zal je ook snel daar voor
verzekering kijken -> walled garden -> opbouwen van trouwe klanten

Kaizen: je product verbeteren door kleine dagdagelijkse aanpassingen
PDCA: plan, do, check, act  systeem om aan Kaizen te doen


 Mission statement: overkoepeld doel van de organisatie (zelf 1 geven op
examen) =In de missie van je organisatie staat wat de doelen en ambities zijn
voor de lange termijn.


2

, Bv. Apple =Apple mission statement is “bringing the best user experience to
its customers through its innovative hardware, software, and services.

 Bedrijf dat niet kan kiezen -> gevaar voor stuck in the middle
 Te klein om te kunnen profiteren van schaalvoordelen maar mist
marktgerichtheid voor nicheaanbieder  ten koste van het rendement

 Bv. Grundig: ooit marktleider in consumentenelektronica in Europa 
uiteindelijk te klein tegenover grote spelers + specialiseerde zich niet tijdig
 Bv. Deense Bang en Olufsen: beperkte niche binnen design audio en
videoapparatuur  geslaagd voorbeeld
Een SWOT-analyse ook wel sterkte-zwakteanalyse genoemd, laat in een
oogopslag zien waar kansen liggen voor je onderneming en wat extra aandacht
vraagt.
SWOT staat voor strengths, weaknesses, opportunities en threats.
Customer journey is een weergave van wat een klant doet en ervaart wanneer
zij zich oriënteert op producten of diensten en ze koopt en uiteindelijk gebruikt.
M.a.w. de reis van wanneer de consument denkt een bepaald product
aan te schaffen tot wanneer hij er zo positief is van het te gebruiken dat
hij het zal rondvertellen aan iedereen.

Marktmyopie is het kortzichtig focussen van bedrijven op hun eigen producten
in plaats van op de behoeften en wensen van hun klanten, waardoor ze kansen
missen en uiteindelijk marktaandeel kunnen verliezen.
Marketing ROI (return on investment) nettorendement van je investering in
marketing gedeeld door de kosten van die investering.
Intermediairs zijn tussenpersonen die kunnen helpen bij de promotie, distributie
en verkoop.
Bv. Social Hippo: sociale media van je bedrijf verzorgen
Bv. Molie is een betaalsysteem voor bedrijven
Consuminderen: minder consumeren maar meer letten op kwaliteit.
Uniforme producten: ongedifferentieerde producten zoals groenten,
grondstoffen, …

Raamcontract (contract cadre, blanket contract) = « de leverancier engageert
zich om gedurende een bepaalde tijd de klant volgens diens behoeften te leveren
aan een overeengekomen prijs.
Massamarketing: richt de fabrikant zich met een specifiek product of
productgroep op een zo breed mogelijk publiek met inschakeling van media met
hetzelfde doel




3