Samenvatting basistheorie en vaardigheden
40 vragen schrijfvaardigheid en 20 vragen G&S: gedrag en samenleving
Schrijfvaardigheid:
Les 1: Werkwoordspelling
Lees hf 18.1 Meesterlijk schrijven
Werkwoordspelling
Weet in welke tijd de zin staat:
t.t. (Ik fiets) – v.t. (Ik fietste) – volt.t. (Ik heb gefietst)
Regel: hoor je een t, dan schrijf je een t.
Let op bij homofonen:
Het gebeurt – Het is gebeurd
Ik word – Zij wordt
Engelse werkwoorden volgens Nederlandse regels vervoegen.
Hij deletete de bestanden.
Onderwerp en persoonsvorm moeten overeen komen.
Een groep studenten heeft zich gemeld voor de stage.
Stappenplan:
1.Tijd / vorm: t.t. / v.t. / volt. / w.w. als bijvoeg.nw/ Ott/ Ovt/ Vtt
2.Stam- vervoeg het werkwoord volgens de regels
3.Wie of wat (onderwerp) hoort bij de stam?
4.Plak iets achter de stam (som ook voor de stam)
Tegenwoordige tijd (t.t):
Slechts 3 mogelijkheden:
1. Stam (ik-vorm): ik word, ik loop / word je, loop je
2. Stam+t : jij wordt, jij loopt / het gebeurt
3. Hele werkwoord : wij worden / wij lopen
Truc: vervang het werkwoord door ‘lopen’. Hoor je een ‘t’ dan schrijf je een ‘t’.
Verleden tijd (v.t.):
Stap 1: Wat is de stam van het werkwoord? Schrijf op.
Stap 2: Staat de laatste letter van de stam in xtc-koffieshop? (enkel de medeklinkers)
Stap 3a: antwoord ja: stam + te (ev) of stam + ten (mv).
Stap 3b: antwoord nee: stam + de (ev) of stam + den (mv).
Uitzonderingen: valse s (verhuizen) en valse f (leven) + onregelmatige werkwoorden
(zwemmen - zwom)
, Voltooide tijd / voltooid doorwoord (volt.t):
Er is altijd een hulpwerkwoord in de zin: zijn / hebben / worden
Ik ben / heb / word gegeten.
Ik heb gefietst.
1. In vt een –de / -den : volt.dw. eindigt op –d (wandel, wandelde, heb
gewandeld)
2. In vt een –te / -ten : volt.dw. eindigt op –t (juichen, juichte, heb gejuicht).
Let op homofonen:
Het gebeurt vaak dat.... / Het is vaker gebeurd...
Les 2: Werkwoordspelling, meervoudsvormen, samenstellingen,
bijvoeglijknaamwoorduitgangen.
Lezen uit Meesterlijk schrijven paragraaf 18.1, 18.2, 18.3.
Werkwoordspelling vervolg
Engelse werkwoorden in het Nederlands:
Vervoeg volgens de Nederlandse regels:
t.t: stam / stam+t / hele w.w.
v.t.: stam – laatste KLANK tfschpx? Ja? –te/-ten Nee? -de/-den
volt.d.w.: ge- + stam - laatste KLANK tfschpx? Ja? –t Nee? –d
relaxen: ik relax, ik relaxte, ik heb gerelaxt.
deleten: hij deletet, hij deletete, hij heeft gedeletet
Werkwoorden met afkortingen
- t.t. sms’en: vervoegen volgens de regels :
Ik sms, hij sms’t, wij sms’en
- v.t. stam = sms, s- wel in tfschpx, dus –te/ten
Ik sms’te, hij sms’te, wij sms’ten
- volt.d.w. stam = sms, s in tkschpx, dus –t. Let op ge-
Ik heb ge-sms’t
Werkwoord als bijvoeglijk naamwoord:
1. Vervoegen als volt.d.w.
2. Zo kort mogelijk.
- wandelen
v.t. Hij wandelde elke dag.
volt.d.w. Hij heeft elke dag gewandeld.
bijv.n.w. De gewandelde route.
- Vergroten.
v.t. Hij vergrootte de foto.
volt.d.w. De foto is vergroot.
bijv.n.w. De vergrote foto.
Meervoudsvormen: Meervoud 3 manieren:
40 vragen schrijfvaardigheid en 20 vragen G&S: gedrag en samenleving
Schrijfvaardigheid:
Les 1: Werkwoordspelling
Lees hf 18.1 Meesterlijk schrijven
Werkwoordspelling
Weet in welke tijd de zin staat:
t.t. (Ik fiets) – v.t. (Ik fietste) – volt.t. (Ik heb gefietst)
Regel: hoor je een t, dan schrijf je een t.
Let op bij homofonen:
Het gebeurt – Het is gebeurd
Ik word – Zij wordt
Engelse werkwoorden volgens Nederlandse regels vervoegen.
Hij deletete de bestanden.
Onderwerp en persoonsvorm moeten overeen komen.
Een groep studenten heeft zich gemeld voor de stage.
Stappenplan:
1.Tijd / vorm: t.t. / v.t. / volt. / w.w. als bijvoeg.nw/ Ott/ Ovt/ Vtt
2.Stam- vervoeg het werkwoord volgens de regels
3.Wie of wat (onderwerp) hoort bij de stam?
4.Plak iets achter de stam (som ook voor de stam)
Tegenwoordige tijd (t.t):
Slechts 3 mogelijkheden:
1. Stam (ik-vorm): ik word, ik loop / word je, loop je
2. Stam+t : jij wordt, jij loopt / het gebeurt
3. Hele werkwoord : wij worden / wij lopen
Truc: vervang het werkwoord door ‘lopen’. Hoor je een ‘t’ dan schrijf je een ‘t’.
Verleden tijd (v.t.):
Stap 1: Wat is de stam van het werkwoord? Schrijf op.
Stap 2: Staat de laatste letter van de stam in xtc-koffieshop? (enkel de medeklinkers)
Stap 3a: antwoord ja: stam + te (ev) of stam + ten (mv).
Stap 3b: antwoord nee: stam + de (ev) of stam + den (mv).
Uitzonderingen: valse s (verhuizen) en valse f (leven) + onregelmatige werkwoorden
(zwemmen - zwom)
, Voltooide tijd / voltooid doorwoord (volt.t):
Er is altijd een hulpwerkwoord in de zin: zijn / hebben / worden
Ik ben / heb / word gegeten.
Ik heb gefietst.
1. In vt een –de / -den : volt.dw. eindigt op –d (wandel, wandelde, heb
gewandeld)
2. In vt een –te / -ten : volt.dw. eindigt op –t (juichen, juichte, heb gejuicht).
Let op homofonen:
Het gebeurt vaak dat.... / Het is vaker gebeurd...
Les 2: Werkwoordspelling, meervoudsvormen, samenstellingen,
bijvoeglijknaamwoorduitgangen.
Lezen uit Meesterlijk schrijven paragraaf 18.1, 18.2, 18.3.
Werkwoordspelling vervolg
Engelse werkwoorden in het Nederlands:
Vervoeg volgens de Nederlandse regels:
t.t: stam / stam+t / hele w.w.
v.t.: stam – laatste KLANK tfschpx? Ja? –te/-ten Nee? -de/-den
volt.d.w.: ge- + stam - laatste KLANK tfschpx? Ja? –t Nee? –d
relaxen: ik relax, ik relaxte, ik heb gerelaxt.
deleten: hij deletet, hij deletete, hij heeft gedeletet
Werkwoorden met afkortingen
- t.t. sms’en: vervoegen volgens de regels :
Ik sms, hij sms’t, wij sms’en
- v.t. stam = sms, s- wel in tfschpx, dus –te/ten
Ik sms’te, hij sms’te, wij sms’ten
- volt.d.w. stam = sms, s in tkschpx, dus –t. Let op ge-
Ik heb ge-sms’t
Werkwoord als bijvoeglijk naamwoord:
1. Vervoegen als volt.d.w.
2. Zo kort mogelijk.
- wandelen
v.t. Hij wandelde elke dag.
volt.d.w. Hij heeft elke dag gewandeld.
bijv.n.w. De gewandelde route.
- Vergroten.
v.t. Hij vergrootte de foto.
volt.d.w. De foto is vergroot.
bijv.n.w. De vergrote foto.
Meervoudsvormen: Meervoud 3 manieren: