Sociale psychologie
Inleiding: P. 11 – 23:
Wat is sociale psychologie?
Sociale psychologie = het deelgebied van de psychologie dat zich bezighoudt met sociale
invloeden op individueel gedrag en met gedrag van individuen met, voor, over of tegen
elkaar.
Onder gedrag valt zowel coverte als overte gedragingen:
- Coverte gedragingen: gedragingen die de handelende persoon zelf kan weernemen,
maar andere mensen niet. Hiertoe behoren denkprocessen, affectieve toestanden
(gevoelens, stemmingen), motivaties (voorkeuren, afkeren) en percepties van interne
en externe toestanden
Vb: Persoon heeft een bepaald gevoel/gedachte/wens/… . Anderen kunnen dit niet
rechtsreeks waarnemen
- Overte gedragingen: gedragingen die niet alleen de handelde persoon zelf maar ook
anderen kunnen waarnemen
Vb: iemand gaat aula binnen. Persoon weet zelf dat hij aula binnen gaat, maar anderen in
de buurt zien dit ook.
Sociale psychologie streeft ernaar gedrag zo correct mogelijk te beschrijven, maar het ook te
verklaren en de gevolgen ervan aan te geven. De oorzaken en gevolgen kunnen zowel van
niet- sociale als van sociale aard zijn.
Sociaal psychologen zijn vooral geïnteresseerd in het bestudeerde gedrag zelf ofwel de
bestudeerde mogelijke oorzaken en/of gevolgen van sociale aard
Onderscheid tussen fundamentele en toegepaste sociale psychologie:
- Fundamentele sociale psychologie: onderzoekers zoeken naar algemene principes van
sociaal gedrag of van sociale invloeden op individueel gedrag. (Ze doen fundamenteel
of theoretisch onderzoek)
- Toegepaste psychologie: onderzoekers gebruiken de inzichten uit de fundamentele
psychologie om maatschappelijke problemen of persoonlijke problemen van
individuen te begrijpen en op te lossen, ze onderzoeken of deze oplossingen het
beoogde effect hebben zonder ongewenste neveneffecten op te leveren. Ze toetsen
soms reallife situaties als tussenstap tussen fundamentele kennis en het oplossen van
problemen. (Toegepast of praktijkgericht onderzoek)
Niet iedereen vindt het onderscheid zinvol. Van sommige studies is het meteen duidelijk of
het om fundamenteel (theoriegericht) of om toegepast (praktijkgericht) of om een
toepassing van inzichten.
Inleiding: P. 11 – 23:
Wat is sociale psychologie?
Sociale psychologie = het deelgebied van de psychologie dat zich bezighoudt met sociale
invloeden op individueel gedrag en met gedrag van individuen met, voor, over of tegen
elkaar.
Onder gedrag valt zowel coverte als overte gedragingen:
- Coverte gedragingen: gedragingen die de handelende persoon zelf kan weernemen,
maar andere mensen niet. Hiertoe behoren denkprocessen, affectieve toestanden
(gevoelens, stemmingen), motivaties (voorkeuren, afkeren) en percepties van interne
en externe toestanden
Vb: Persoon heeft een bepaald gevoel/gedachte/wens/… . Anderen kunnen dit niet
rechtsreeks waarnemen
- Overte gedragingen: gedragingen die niet alleen de handelde persoon zelf maar ook
anderen kunnen waarnemen
Vb: iemand gaat aula binnen. Persoon weet zelf dat hij aula binnen gaat, maar anderen in
de buurt zien dit ook.
Sociale psychologie streeft ernaar gedrag zo correct mogelijk te beschrijven, maar het ook te
verklaren en de gevolgen ervan aan te geven. De oorzaken en gevolgen kunnen zowel van
niet- sociale als van sociale aard zijn.
Sociaal psychologen zijn vooral geïnteresseerd in het bestudeerde gedrag zelf ofwel de
bestudeerde mogelijke oorzaken en/of gevolgen van sociale aard
Onderscheid tussen fundamentele en toegepaste sociale psychologie:
- Fundamentele sociale psychologie: onderzoekers zoeken naar algemene principes van
sociaal gedrag of van sociale invloeden op individueel gedrag. (Ze doen fundamenteel
of theoretisch onderzoek)
- Toegepaste psychologie: onderzoekers gebruiken de inzichten uit de fundamentele
psychologie om maatschappelijke problemen of persoonlijke problemen van
individuen te begrijpen en op te lossen, ze onderzoeken of deze oplossingen het
beoogde effect hebben zonder ongewenste neveneffecten op te leveren. Ze toetsen
soms reallife situaties als tussenstap tussen fundamentele kennis en het oplossen van
problemen. (Toegepast of praktijkgericht onderzoek)
Niet iedereen vindt het onderscheid zinvol. Van sommige studies is het meteen duidelijk of
het om fundamenteel (theoriegericht) of om toegepast (praktijkgericht) of om een
toepassing van inzichten.