Domein H: welvaart en groei
- Nominale bruto binnenlands product: stijging van €774 miljard naar
€813 miljard bbp is een stijging van 5% (werkelijke prijzen)
Een verandering van de waarde van de productie kan worden
veroorzaakt door een volumeverandering, maar ook door een
verandering van het algemeen prijspeil
Het algemeen prijspeil steeg met 2.9% en verklaart daarmee het
grootste deel van de stijging van het nominale bbp (inflatie)
Stijging van het aantal geproduceerde goederen en diensten
berekenen:
RIC = NIC / PIC x 100 -> RIC = 105,0/102,9 x 100 =
102
o Het reële bruto binnenlands product steeg dus met
“slechts” 2% (in prijzen van het basisjaar)
Berekenen van het bruto binnenlands product:
1. Objectieve methode (via productie):
- Bruto binnenlands product (bbp): de waarde van alle geproduceerde
goederen en diensten in een land in 1 jaar
De productie van commerciële bedrijven bestaat uit de bruto
toegevoegde waarde: de omzet – de inkoopwaarde van grondstoffen,
hulpstoffen en diensten van derden
Niet-commerciële organisaties leveren hun goederen en diensten niet via
de markt en daarom benaderen we hun productie door de som van de
uitbetaalde lonen
Bbp = toegevoegde waarde bedrijven + toegevoegde waarde
van de overheid
2. Subjectieve methode (via inkomen):
- Productie van goederen en diensten is mogelijk dankzij de inzet van de twee
productiefactoren: arbeid en kapitaal
Arbeid: werknemers in loondienst en zelfstandigen
Kapitaal: geldkapitaal, gebouwen, machines
- Een groot deel van de productiewaarde (bbp) wordt gebruikt om primaire
inkomens te betalen aan de productiefactoren -> netto binnenlands
inkomen
Arbeiders krijgen loon, zelfstandige een toegerekend loon en kapitaal
ontvangt rente, huur, pacht en winstuitkeringen
Het netto binnenlands inkomen is lager dan het bbp, omdat een deel van
het bbp “verloren” gaat aan afschrijvingen op vaste kapitaalgoederen
Bbp = loon + pacht + huur + rente + winst – afschrijvingen
(Bbp = netto toegevoegde waarde – afschrijvingen)
3. Bestedingenmethode (via aankopen van eindgebruikers):
- Y=C+I+O+E–M
Categoriale inkomensverdeling: de verdeling van de productiewaarde over de
productiefactoren arbeid en kapitaal
- Arbeidsinkomensquote = (loon + toegerekend loon zelfstandigen) / bbp
- Kapitaalinkomensquote = 100% - arbeidsinkomensquote
,
- Nominale bruto binnenlands product: stijging van €774 miljard naar
€813 miljard bbp is een stijging van 5% (werkelijke prijzen)
Een verandering van de waarde van de productie kan worden
veroorzaakt door een volumeverandering, maar ook door een
verandering van het algemeen prijspeil
Het algemeen prijspeil steeg met 2.9% en verklaart daarmee het
grootste deel van de stijging van het nominale bbp (inflatie)
Stijging van het aantal geproduceerde goederen en diensten
berekenen:
RIC = NIC / PIC x 100 -> RIC = 105,0/102,9 x 100 =
102
o Het reële bruto binnenlands product steeg dus met
“slechts” 2% (in prijzen van het basisjaar)
Berekenen van het bruto binnenlands product:
1. Objectieve methode (via productie):
- Bruto binnenlands product (bbp): de waarde van alle geproduceerde
goederen en diensten in een land in 1 jaar
De productie van commerciële bedrijven bestaat uit de bruto
toegevoegde waarde: de omzet – de inkoopwaarde van grondstoffen,
hulpstoffen en diensten van derden
Niet-commerciële organisaties leveren hun goederen en diensten niet via
de markt en daarom benaderen we hun productie door de som van de
uitbetaalde lonen
Bbp = toegevoegde waarde bedrijven + toegevoegde waarde
van de overheid
2. Subjectieve methode (via inkomen):
- Productie van goederen en diensten is mogelijk dankzij de inzet van de twee
productiefactoren: arbeid en kapitaal
Arbeid: werknemers in loondienst en zelfstandigen
Kapitaal: geldkapitaal, gebouwen, machines
- Een groot deel van de productiewaarde (bbp) wordt gebruikt om primaire
inkomens te betalen aan de productiefactoren -> netto binnenlands
inkomen
Arbeiders krijgen loon, zelfstandige een toegerekend loon en kapitaal
ontvangt rente, huur, pacht en winstuitkeringen
Het netto binnenlands inkomen is lager dan het bbp, omdat een deel van
het bbp “verloren” gaat aan afschrijvingen op vaste kapitaalgoederen
Bbp = loon + pacht + huur + rente + winst – afschrijvingen
(Bbp = netto toegevoegde waarde – afschrijvingen)
3. Bestedingenmethode (via aankopen van eindgebruikers):
- Y=C+I+O+E–M
Categoriale inkomensverdeling: de verdeling van de productiewaarde over de
productiefactoren arbeid en kapitaal
- Arbeidsinkomensquote = (loon + toegerekend loon zelfstandigen) / bbp
- Kapitaalinkomensquote = 100% - arbeidsinkomensquote
,