H7: leefomgeving, steden
7.4: de Nederlandse stad nu en in de toekomst
De stad is aantrekkelijk voor:
- Bedrijven: ondersteunen elkaar en vullen elkaar aan
Profiteren van een grote afzetmarkt, hogere productiviteit, veel creativiteit en innovaties
- Bewoners: het bruisende leven in de stad is aantrekkelijk
Profiteren van de carrièremogelijkheden, groot sociaal netwerk en hoogwaardige
voorzieningen
- Kennis- en creatieve economie: een economie waarin vooral nieuwe technologie en nieuwe
producten worden bedacht en de productiefactoren arbeid en kapitaal sterk gericht zijn op de
ontwikkeling en toepassing van nieuwe technologie
Deze nieuwe economie is er sinds 1990 en speelt grotendeels in steden af. Sectoren die
hiervan profiteren zijn:
Zakelijke dienstverlening:
Grote bedrijven hebben goed bereikbare locatie nodig en zitten net buiten de stad
Kleine bedrijven hebben minder ruimte nodig en zitten vaak in of dichtbij het
stadscentrum
Scienceparken:
In de buurt van een universiteit
Aanwezigheid van zeer goede digitale en infrastructurele verbindingen
Experimentele bedrijven:
Op oude industrie- en havengebieden = goedkoop
Dragen bij aan de creatieve stad
- Publiek-private samenwerking (pps):de samenwerking tussen bedrijfsleven en overheid bij grote
bouwprojecten
Deze samenwerkingen vinden plaats, omdat:
Bedrijven beschikken over meer geld en (universitaire) specialistische kennis
Overheid houd bij het uitgeven van vergunningen rekening met het algemeen belang (=
zorg voor zwakkeren, duurzaamheid en uitstraling)
Stedelijke vernieuwing:
- Rond 1900: aan de randen van de ouden binnensteden worden havens, spoorwegen en stations
aangelegd en bedrijventerreinen ingericht (door de industrialisatie)
- Vanaf 1970: maakindustrie vertrok naar lageloonlanden of grootschaliger locaties buiten de stad
- Sinds 1990: steden worden populair als woonplaats, gebrek aan woonruimte neemt toe en de
moderne infrastructuur neemt toe
Herstructurering van vroegere haven- en industriegebieden is noodzakelijk en krijgen een
andere invulling:
Verdichting: meer hoogbouw
Transformatie: nieuwe functies (winkels, wonen, uitgaan)
Renovatie: opknappen van karakteristieke gebouwen
, Bij stedelijke vernieuwingen kan er ruimtelijke segregatie ontstaan
Dit komt doordat in de moderne stad een duale arbeidsmarkt is ontstaan met grote
verschillen in mogelijkheden voor hoog- en laagopgeleiden
De kenniseconomie vraagt om hoogopgeleide specialisten en globalisering en
robotisering zorgen voor werkeloosheid onder laagopgeleiden
o Het gevolg is opwaardering van sommige wijken door gentricifation, maar
ook:
Minder kansen voor jongere uit slechtere wijken
Door segregatie verloederen slechtere wijken
Woonruimte voor lager opgeleiden worden onbetaalbaar
Sociaal beleid (zoals huurtoeslag) kan segregatie en sociale
ongelijkheid verminderen
Om de nadelen van het leven in de stad te beperken moet de stad een duurzame stad worden
- Duurzame stad: een stad die energieneutraal is en afval herbruikt, zodat toekomstige generaties
er goed kunnen blijven leven
Om dit te kunnen bereiken moet er gebruik gemaakt worden de smart city (=een stad die
maximaal gebruikmaakt van digitale technologie)
Er zitten aan zo’n smart city wel kanttekeningen:
Het vervangen van gebouwen en infrastructuur is moeilijk en duur
Ouderen, armeren en minder begaafden kunnen zich digitaal niet redden
Het waarborgen van privacy en onafhankelijkheid van het bedrijfsleven is lastig
7.4: de Nederlandse stad nu en in de toekomst
De stad is aantrekkelijk voor:
- Bedrijven: ondersteunen elkaar en vullen elkaar aan
Profiteren van een grote afzetmarkt, hogere productiviteit, veel creativiteit en innovaties
- Bewoners: het bruisende leven in de stad is aantrekkelijk
Profiteren van de carrièremogelijkheden, groot sociaal netwerk en hoogwaardige
voorzieningen
- Kennis- en creatieve economie: een economie waarin vooral nieuwe technologie en nieuwe
producten worden bedacht en de productiefactoren arbeid en kapitaal sterk gericht zijn op de
ontwikkeling en toepassing van nieuwe technologie
Deze nieuwe economie is er sinds 1990 en speelt grotendeels in steden af. Sectoren die
hiervan profiteren zijn:
Zakelijke dienstverlening:
Grote bedrijven hebben goed bereikbare locatie nodig en zitten net buiten de stad
Kleine bedrijven hebben minder ruimte nodig en zitten vaak in of dichtbij het
stadscentrum
Scienceparken:
In de buurt van een universiteit
Aanwezigheid van zeer goede digitale en infrastructurele verbindingen
Experimentele bedrijven:
Op oude industrie- en havengebieden = goedkoop
Dragen bij aan de creatieve stad
- Publiek-private samenwerking (pps):de samenwerking tussen bedrijfsleven en overheid bij grote
bouwprojecten
Deze samenwerkingen vinden plaats, omdat:
Bedrijven beschikken over meer geld en (universitaire) specialistische kennis
Overheid houd bij het uitgeven van vergunningen rekening met het algemeen belang (=
zorg voor zwakkeren, duurzaamheid en uitstraling)
Stedelijke vernieuwing:
- Rond 1900: aan de randen van de ouden binnensteden worden havens, spoorwegen en stations
aangelegd en bedrijventerreinen ingericht (door de industrialisatie)
- Vanaf 1970: maakindustrie vertrok naar lageloonlanden of grootschaliger locaties buiten de stad
- Sinds 1990: steden worden populair als woonplaats, gebrek aan woonruimte neemt toe en de
moderne infrastructuur neemt toe
Herstructurering van vroegere haven- en industriegebieden is noodzakelijk en krijgen een
andere invulling:
Verdichting: meer hoogbouw
Transformatie: nieuwe functies (winkels, wonen, uitgaan)
Renovatie: opknappen van karakteristieke gebouwen
, Bij stedelijke vernieuwingen kan er ruimtelijke segregatie ontstaan
Dit komt doordat in de moderne stad een duale arbeidsmarkt is ontstaan met grote
verschillen in mogelijkheden voor hoog- en laagopgeleiden
De kenniseconomie vraagt om hoogopgeleide specialisten en globalisering en
robotisering zorgen voor werkeloosheid onder laagopgeleiden
o Het gevolg is opwaardering van sommige wijken door gentricifation, maar
ook:
Minder kansen voor jongere uit slechtere wijken
Door segregatie verloederen slechtere wijken
Woonruimte voor lager opgeleiden worden onbetaalbaar
Sociaal beleid (zoals huurtoeslag) kan segregatie en sociale
ongelijkheid verminderen
Om de nadelen van het leven in de stad te beperken moet de stad een duurzame stad worden
- Duurzame stad: een stad die energieneutraal is en afval herbruikt, zodat toekomstige generaties
er goed kunnen blijven leven
Om dit te kunnen bereiken moet er gebruik gemaakt worden de smart city (=een stad die
maximaal gebruikmaakt van digitale technologie)
Er zitten aan zo’n smart city wel kanttekeningen:
Het vervangen van gebouwen en infrastructuur is moeilijk en duur
Ouderen, armeren en minder begaafden kunnen zich digitaal niet redden
Het waarborgen van privacy en onafhankelijkheid van het bedrijfsleven is lastig