Samenvatting pedagogiek
Inleiding
-Hoe je naar de pedagogiek als wetenschap kijkt, bepaalt de wijze waarop je erover schrijft
● Verschillende invalshoeken van pedagogiek
● Afh. vd vraag die je stelt anders soort schrijven (bvb statistisch onderzoek
beste rekenmethode vs onbegeleide minderjarige vluchtelingen &
schoolervaringen)
● Binnen welk paradigma plaatst auteur zich?
-Pedagogiek
● Pedagogiek = wetenschappen die dienstbaar willen zijn ten aanzien van
pedagogische processen
● Hoe deze ‘dienstbaarheid’ vorm krijgt, kan sterk verschillend zijn en hangt af
○ Gekozen invalshoek (verschillende subpedagogieken)
○ Wetenschapsopvatting
● Van normatieve pedagogiek naar wetenschappelijke pedagogiek
-Alledaagse normatieve pedagogiek
● Vuistregels voor dagelijkse omgang met kinderen
● Ook aandacht voor kinderen die min of meer afwijkend gedrag vertonen
● Combinatie ‘gezond verstand’ & overgeleverde ‘opvoedingswijsheid’
● Basis veel adviesliteratuur
● Common sense-adviezen fluctueren naar tijd en cultuur
● Bestaat naast wetenschappelijke pedagogiek
-Wereldbeschouwelijke normatieve pedagogiek
● Explicietere pedagogische theorievorming dan alledaagse normatieve
● Presenteert zich als 1 samenhangend betoog
● Methode = deductie
○ Een bepaalde wereldbeschouwing als vertrekpunt
○ Normatieve opvattingen over opvoeding daaruit afgeleid
● Vaak bindend en dogmatisch karakter → wet. pedagogiek hier reactie op
-Frans De Hovre (1884-1956)
● Katholieke pedagogiek tijdens interbellum
● Formuleert grondwet der opvoedkunde = alle pedagogiek berust op
levensbeschouwing
● Wetenschap die zichzelf neutraal noemt, is onwetenschappelijk bezig omdat
ze zich van de eigen levensbeschouwelijke veronderstellingen niet bewust is
-Beknopte theoretische pedagogiek -Martinus Langeveld (1905-1989)
● Ambitie om het object van de pedagogiek (de opvoeding) duidelijk te
definiëren
● Streven naar systematische ordening van kennis om zo tot een
samenhangend, gesloten raamwerk te komen dat richtinggevend is voor elke
opvoeder
, ● Begrijpen wat opvoeding is, is onlosmakelijk verbonden met begrijpen wat
opvoeding hoort te zijn
● Pedagogiek Langeveld = theorie van de praktijk
○ Theorie expliciteert en verheldert, vertrekt vanuit praktijk
○ Geen kloof tussen theorie en praktijk
○ Pedagogiek vertrekt vanuit huis, tuin en keuken ervaringen = dagelijks
leven
● Geen wonderen en recepten, maar een spiegel
● Verzelfstandigen pedagogiek als wetenschappelijke discipline
-Pedagogiek in meervoud
● Geschiedenis wet. pedagogiek gekenmerkt door
○ Discussie hoe opvoeding best kan worden beschreven
○ Hoe best bestudeerd
○ Welke rol zij vervult voor de opvoedingspraktijk
● Grote diversiteit aan pedagogisch-inhoudelijke en wetenschapstheoretische
ideeën
● Klassieke pedagogische driestromenland
○ Geesteswetenschappelijke pedagogiek (dienstbaarheid)
○ Empirisch-analytische pedagogiek (waarheid)
○ Kritisch-emancipatorische pedagogiek (rechtvaardigheid)
● Duidelijke vermenging met andere disciplines
-Scherp debat tussen denkscholen verstomd
● Dominante positivistische wetenschapsbenadering in pedagogiek
○ Wet. pedagogiek gepresenteerd als verzameling empirische
onderzoeksgebieden
○ Klemtoon op wetenschapstheoretische beweringen en niet op
pedagogisch-inhoudelijke overwegingen
○ Vervagende grens tussen pedagogiek en ontwikkelingspsychologie
● Toegenomen pragmatiek in onderzoeksmethodes
● Het onbegrijpbare van de pedagogiek → rizoom
○ Meerdere oorsprongen en veel vertakkingen
-Pedagogiek
● Historisch gegroeide discipline, verankerd in rijke traditie
● Zonder verplichtend raamwerk dat scherp afbakent wat wel en niet
pedagogisch mag en kan zijn
● Veelvormigheid pedagogiek
○ Aandacht pedagogische basisbegrippen
○ Positionering tot nieuwe sociaal-maatschappelijke ontwikkelingen
○ Pedagogiek als discipline met een bredere methodologische
onderzoeksoriëntatie
De mens, het kind, de cultuur en de opvoeding (Wilna A.J. Meijer)
-Wat is een kind? Langeveld
● Twee kenmerken
, ○ Kind is hulpeloos & afh. van volwassenen
○ Kinderen willen ‘zelf iemand zijn’ en vraagt vrijheid en speelruimte
● Het eigen vormprincipe van het kind → kinderen hebben eigenheid
● Kinderen werken zelf mee aan hun opvoeding en vorming → geen wit blad
● Vooral aandacht relatie opvoeder-opvoedeling
-Beelden van kinderen
● Te temmen kind
○ Meest gekende en meest gangbare (pedagogisering, normalisering,
disciplinering)
○ Top-down
○ Democratie als te realiseren project vs voortdurende dynamiek van
democratie
○ Opvoeding als reconstruerende vs opvoeding als creatieve en
construerende activiteit (kind is wildebras die we voortdurend moeten
sturen)
● Goddelijke kind
○ Bottom-up
○ Kinderen brengen goedheid in de wereld
○ Sentimentalisering/romantisering van het kind (zijn)
○ Laisser-faire
-Wat is een kind? Dietrich Benner
● Kind niet zozeer hulpeloos, wel vormbaar (Bildsamkeit)
● Niet alleen aandacht pedagogische relatie, ook intergenerationele
overdracht/cultuuroverdracht
● In vraag stellen premoderne aanname bestemming mens op voorhand vast
ligt
● Opvoeding, onderwijs en vorming maken individuele maatschappelijke
bestemming mogelijk (vrijheid en gelijkheid)
-Grondbegrippen vd pedagogiek
● Aanleg en milieu vormen niet de grondbegrippen vd pedagogiek
○ Kritiek op aanleg: er ligt niet op voorhand vast wat er uit de mens
wordt
○ Kritiek op milieu: negeert de eigen activiteit vd mens zelf
● Mensen zijn niet een optelsom van aanleg en milieu, maar altijd uitkomst van
individueel en sociaal handelen
● Grondbegrippen pedagogiek
○ Kunnen leren
○ Uitdagen tot eigen activiteit
-Het kunnen leren (Bildsamkeit)
● ≠ eigenschap plasticiteit opvoedelingen die hen tot passieve ontvangers van
een bepalende invloed van buitenaf zou maken (soort kneedbaarheid of
opvoedbaarheid)
● = pedagogische praktijk als intergenerationele praktijk (kinderen worden
aangesproken op hun vermogen tot leren)
● Kinderen in staat te leren, vooral in interactie met anderen → kinderen
hebben anderen nodig
, ● Drie kenmerken menselijk handelen
○ Productieve handelingsvrijheid
○ Historiciteit
○ Taal
-Oproepen tot eigen activiteit
● Opvoeding en vorming overkomen kinderen niet, ze geven er zelf vorm aan
● Twee grondbegrippen niet los verkrijgbaar
● Paradox pedagogisch denken en handelen
○ Kinderen uitgedaagd tot wat zij nog niet kunnen en worden erkend als
iemand die ze nog niet zijn, maar pas worden door eigen activiteit
○ Contrafactische anticipatie = vooruitlopen om wat nog niet het geval is
○ Pedagogische praxis is de enige die haar eigen einde beoogt
● Mondigheid
● Bildsamkeit als blijvend menselijk kenmerk → levenslang leren, maar niet
hetzelfde soort leren als als kind/jongere
-Pedagogisch antropologische inzichten
● Antropologie als wetenschap met vele verschijningsvormen
● Klassiek onderscheid tussen
○ Antropologische pedagogiek (pleonasme)
○ Pedagogische antropologie
● Pedagogische antropologie soms synoniem etnografisch onderzoek
● Bio-antropologie en haar betekenis voor pedagogiek: mens als wezen van
openheid en plasticiteit
-Wolfskinderen
● Anthropos = diegene die opkijkt
● De Wilde van Aveyron (1788-1828)
● Jean Marc Itard: 1 vd grondleggers orthopedagogiek
● Amala en Kamala (India 1920)
● The family that walks on all fours
-Mens en kind in biologisch perspectief
● Arnold Gehlen (1904-1976)
○ Zowel geestelijk als lichamelijk verschilt mens wezenlijk van dieren
○ Elk dier bepaalde Umwelt = biotoop, beleving wereld op bepaalde
manier, door andere zintuigen, vaardigheden etc
○ Mensen geen Umwelt, maar open wereld
○ Mens wezenlijk on-af → grote flexibiliteit (mens als Mängelwesen)
○ Mens overal ter wereld levensvatbaar omdat hij dit zelf bewerkstelligt
● Adolf Portmann (1897-1982)
○ Aandacht vroege geboorte mensenkind
○ Onderscheid nestvlieders en nestblijvers
○ Mens als secundaire nestblijver: itt primaire mens niet met gesloten
ogen en gehoorgang geboren (leren vs rijping)
○ Buitenbaarmoederlijk eerste jaar
○ Dialectiek rijpen en leren
○ Kinderen hebben van bij de geboorte communicatie nodig om cultuur
te verwerven (Joint attention van Tomasello)
Inleiding
-Hoe je naar de pedagogiek als wetenschap kijkt, bepaalt de wijze waarop je erover schrijft
● Verschillende invalshoeken van pedagogiek
● Afh. vd vraag die je stelt anders soort schrijven (bvb statistisch onderzoek
beste rekenmethode vs onbegeleide minderjarige vluchtelingen &
schoolervaringen)
● Binnen welk paradigma plaatst auteur zich?
-Pedagogiek
● Pedagogiek = wetenschappen die dienstbaar willen zijn ten aanzien van
pedagogische processen
● Hoe deze ‘dienstbaarheid’ vorm krijgt, kan sterk verschillend zijn en hangt af
○ Gekozen invalshoek (verschillende subpedagogieken)
○ Wetenschapsopvatting
● Van normatieve pedagogiek naar wetenschappelijke pedagogiek
-Alledaagse normatieve pedagogiek
● Vuistregels voor dagelijkse omgang met kinderen
● Ook aandacht voor kinderen die min of meer afwijkend gedrag vertonen
● Combinatie ‘gezond verstand’ & overgeleverde ‘opvoedingswijsheid’
● Basis veel adviesliteratuur
● Common sense-adviezen fluctueren naar tijd en cultuur
● Bestaat naast wetenschappelijke pedagogiek
-Wereldbeschouwelijke normatieve pedagogiek
● Explicietere pedagogische theorievorming dan alledaagse normatieve
● Presenteert zich als 1 samenhangend betoog
● Methode = deductie
○ Een bepaalde wereldbeschouwing als vertrekpunt
○ Normatieve opvattingen over opvoeding daaruit afgeleid
● Vaak bindend en dogmatisch karakter → wet. pedagogiek hier reactie op
-Frans De Hovre (1884-1956)
● Katholieke pedagogiek tijdens interbellum
● Formuleert grondwet der opvoedkunde = alle pedagogiek berust op
levensbeschouwing
● Wetenschap die zichzelf neutraal noemt, is onwetenschappelijk bezig omdat
ze zich van de eigen levensbeschouwelijke veronderstellingen niet bewust is
-Beknopte theoretische pedagogiek -Martinus Langeveld (1905-1989)
● Ambitie om het object van de pedagogiek (de opvoeding) duidelijk te
definiëren
● Streven naar systematische ordening van kennis om zo tot een
samenhangend, gesloten raamwerk te komen dat richtinggevend is voor elke
opvoeder
, ● Begrijpen wat opvoeding is, is onlosmakelijk verbonden met begrijpen wat
opvoeding hoort te zijn
● Pedagogiek Langeveld = theorie van de praktijk
○ Theorie expliciteert en verheldert, vertrekt vanuit praktijk
○ Geen kloof tussen theorie en praktijk
○ Pedagogiek vertrekt vanuit huis, tuin en keuken ervaringen = dagelijks
leven
● Geen wonderen en recepten, maar een spiegel
● Verzelfstandigen pedagogiek als wetenschappelijke discipline
-Pedagogiek in meervoud
● Geschiedenis wet. pedagogiek gekenmerkt door
○ Discussie hoe opvoeding best kan worden beschreven
○ Hoe best bestudeerd
○ Welke rol zij vervult voor de opvoedingspraktijk
● Grote diversiteit aan pedagogisch-inhoudelijke en wetenschapstheoretische
ideeën
● Klassieke pedagogische driestromenland
○ Geesteswetenschappelijke pedagogiek (dienstbaarheid)
○ Empirisch-analytische pedagogiek (waarheid)
○ Kritisch-emancipatorische pedagogiek (rechtvaardigheid)
● Duidelijke vermenging met andere disciplines
-Scherp debat tussen denkscholen verstomd
● Dominante positivistische wetenschapsbenadering in pedagogiek
○ Wet. pedagogiek gepresenteerd als verzameling empirische
onderzoeksgebieden
○ Klemtoon op wetenschapstheoretische beweringen en niet op
pedagogisch-inhoudelijke overwegingen
○ Vervagende grens tussen pedagogiek en ontwikkelingspsychologie
● Toegenomen pragmatiek in onderzoeksmethodes
● Het onbegrijpbare van de pedagogiek → rizoom
○ Meerdere oorsprongen en veel vertakkingen
-Pedagogiek
● Historisch gegroeide discipline, verankerd in rijke traditie
● Zonder verplichtend raamwerk dat scherp afbakent wat wel en niet
pedagogisch mag en kan zijn
● Veelvormigheid pedagogiek
○ Aandacht pedagogische basisbegrippen
○ Positionering tot nieuwe sociaal-maatschappelijke ontwikkelingen
○ Pedagogiek als discipline met een bredere methodologische
onderzoeksoriëntatie
De mens, het kind, de cultuur en de opvoeding (Wilna A.J. Meijer)
-Wat is een kind? Langeveld
● Twee kenmerken
, ○ Kind is hulpeloos & afh. van volwassenen
○ Kinderen willen ‘zelf iemand zijn’ en vraagt vrijheid en speelruimte
● Het eigen vormprincipe van het kind → kinderen hebben eigenheid
● Kinderen werken zelf mee aan hun opvoeding en vorming → geen wit blad
● Vooral aandacht relatie opvoeder-opvoedeling
-Beelden van kinderen
● Te temmen kind
○ Meest gekende en meest gangbare (pedagogisering, normalisering,
disciplinering)
○ Top-down
○ Democratie als te realiseren project vs voortdurende dynamiek van
democratie
○ Opvoeding als reconstruerende vs opvoeding als creatieve en
construerende activiteit (kind is wildebras die we voortdurend moeten
sturen)
● Goddelijke kind
○ Bottom-up
○ Kinderen brengen goedheid in de wereld
○ Sentimentalisering/romantisering van het kind (zijn)
○ Laisser-faire
-Wat is een kind? Dietrich Benner
● Kind niet zozeer hulpeloos, wel vormbaar (Bildsamkeit)
● Niet alleen aandacht pedagogische relatie, ook intergenerationele
overdracht/cultuuroverdracht
● In vraag stellen premoderne aanname bestemming mens op voorhand vast
ligt
● Opvoeding, onderwijs en vorming maken individuele maatschappelijke
bestemming mogelijk (vrijheid en gelijkheid)
-Grondbegrippen vd pedagogiek
● Aanleg en milieu vormen niet de grondbegrippen vd pedagogiek
○ Kritiek op aanleg: er ligt niet op voorhand vast wat er uit de mens
wordt
○ Kritiek op milieu: negeert de eigen activiteit vd mens zelf
● Mensen zijn niet een optelsom van aanleg en milieu, maar altijd uitkomst van
individueel en sociaal handelen
● Grondbegrippen pedagogiek
○ Kunnen leren
○ Uitdagen tot eigen activiteit
-Het kunnen leren (Bildsamkeit)
● ≠ eigenschap plasticiteit opvoedelingen die hen tot passieve ontvangers van
een bepalende invloed van buitenaf zou maken (soort kneedbaarheid of
opvoedbaarheid)
● = pedagogische praktijk als intergenerationele praktijk (kinderen worden
aangesproken op hun vermogen tot leren)
● Kinderen in staat te leren, vooral in interactie met anderen → kinderen
hebben anderen nodig
, ● Drie kenmerken menselijk handelen
○ Productieve handelingsvrijheid
○ Historiciteit
○ Taal
-Oproepen tot eigen activiteit
● Opvoeding en vorming overkomen kinderen niet, ze geven er zelf vorm aan
● Twee grondbegrippen niet los verkrijgbaar
● Paradox pedagogisch denken en handelen
○ Kinderen uitgedaagd tot wat zij nog niet kunnen en worden erkend als
iemand die ze nog niet zijn, maar pas worden door eigen activiteit
○ Contrafactische anticipatie = vooruitlopen om wat nog niet het geval is
○ Pedagogische praxis is de enige die haar eigen einde beoogt
● Mondigheid
● Bildsamkeit als blijvend menselijk kenmerk → levenslang leren, maar niet
hetzelfde soort leren als als kind/jongere
-Pedagogisch antropologische inzichten
● Antropologie als wetenschap met vele verschijningsvormen
● Klassiek onderscheid tussen
○ Antropologische pedagogiek (pleonasme)
○ Pedagogische antropologie
● Pedagogische antropologie soms synoniem etnografisch onderzoek
● Bio-antropologie en haar betekenis voor pedagogiek: mens als wezen van
openheid en plasticiteit
-Wolfskinderen
● Anthropos = diegene die opkijkt
● De Wilde van Aveyron (1788-1828)
● Jean Marc Itard: 1 vd grondleggers orthopedagogiek
● Amala en Kamala (India 1920)
● The family that walks on all fours
-Mens en kind in biologisch perspectief
● Arnold Gehlen (1904-1976)
○ Zowel geestelijk als lichamelijk verschilt mens wezenlijk van dieren
○ Elk dier bepaalde Umwelt = biotoop, beleving wereld op bepaalde
manier, door andere zintuigen, vaardigheden etc
○ Mensen geen Umwelt, maar open wereld
○ Mens wezenlijk on-af → grote flexibiliteit (mens als Mängelwesen)
○ Mens overal ter wereld levensvatbaar omdat hij dit zelf bewerkstelligt
● Adolf Portmann (1897-1982)
○ Aandacht vroege geboorte mensenkind
○ Onderscheid nestvlieders en nestblijvers
○ Mens als secundaire nestblijver: itt primaire mens niet met gesloten
ogen en gehoorgang geboren (leren vs rijping)
○ Buitenbaarmoederlijk eerste jaar
○ Dialectiek rijpen en leren
○ Kinderen hebben van bij de geboorte communicatie nodig om cultuur
te verwerven (Joint attention van Tomasello)