Scheikunde H3 Samenvatting
3.1: De bouw van stoffen
Stroomgeleiding
Stroomgeleiding is een eigenschap op macroniveau. Om stroomgeleiding te
verklaren kijk je naar de elektronen. Je moet dan elektronen hebben die vrij kunnen
bewegen.
Moleculaire stoffen: Kunnen geen stroom geleiden
Zouten: Kunnen stroom alleen maar in de vloeibare fase geleiden
Metalen: Kunnen stoffen zowel in de vaste als de vloeibare fase geleiden
Vaste stoffen hebben een kristalrooster
Metalen hebben een metaalrooster
Valentie-elektronen = Elektronen die vrij kunnen bewegen, in de buitenste schil
Ze kunnen vrij bewegen omdat de aantrekkingskracht op die elektronen minder is
omdat ze verder weg van de kern liggen.
Metalen: De positieve metaalionen en de negatieve vrije elektronen trekken elkaar
aan. Dit is een metaalbinding. Deze binding is zeer sterk
Zouten: Zouten zijn opgebouwd uit positieve en negatieve ionen die elkaar
aantrekken, dit creëert een ionrooster, een zout kan niet in de vaste fase stroom
geleiden omdat de elektronen zich niet vrij kunnen bewegen. Deze binding is sterker
dan de metaalbinding.
Moleculaire stoffen: Moleculaire stoffen zijn opgebouwd uit niet-geladen stoffen, de
moleculen in het kristalrooster trekken elkaar aan, dit heet de vanderwaalskracht
en het vormt de vanderwaalsbinding. Deze binding is zwak en is gebaseerd op de
moleculaire massa. Het kristalrooster dat ontstaat heet een molecuulrooster.
3.2: Binding in moleculen
Naamgeving van moleculen, BINAS TABEL 66C
index voorvoegsel
1 mono
2 di
3 tri
4 tetra
5 penta
6 hexa
3.1: De bouw van stoffen
Stroomgeleiding
Stroomgeleiding is een eigenschap op macroniveau. Om stroomgeleiding te
verklaren kijk je naar de elektronen. Je moet dan elektronen hebben die vrij kunnen
bewegen.
Moleculaire stoffen: Kunnen geen stroom geleiden
Zouten: Kunnen stroom alleen maar in de vloeibare fase geleiden
Metalen: Kunnen stoffen zowel in de vaste als de vloeibare fase geleiden
Vaste stoffen hebben een kristalrooster
Metalen hebben een metaalrooster
Valentie-elektronen = Elektronen die vrij kunnen bewegen, in de buitenste schil
Ze kunnen vrij bewegen omdat de aantrekkingskracht op die elektronen minder is
omdat ze verder weg van de kern liggen.
Metalen: De positieve metaalionen en de negatieve vrije elektronen trekken elkaar
aan. Dit is een metaalbinding. Deze binding is zeer sterk
Zouten: Zouten zijn opgebouwd uit positieve en negatieve ionen die elkaar
aantrekken, dit creëert een ionrooster, een zout kan niet in de vaste fase stroom
geleiden omdat de elektronen zich niet vrij kunnen bewegen. Deze binding is sterker
dan de metaalbinding.
Moleculaire stoffen: Moleculaire stoffen zijn opgebouwd uit niet-geladen stoffen, de
moleculen in het kristalrooster trekken elkaar aan, dit heet de vanderwaalskracht
en het vormt de vanderwaalsbinding. Deze binding is zwak en is gebaseerd op de
moleculaire massa. Het kristalrooster dat ontstaat heet een molecuulrooster.
3.2: Binding in moleculen
Naamgeving van moleculen, BINAS TABEL 66C
index voorvoegsel
1 mono
2 di
3 tri
4 tetra
5 penta
6 hexa