100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting ECONOMICS ESSENTIALS MACRO 1STE JAAR CROSSMEDIA

Rating
-
Sold
1
Pages
23
Uploaded on
26-08-2024
Written in
2023/2024

een samenvatting van de slides en notas van de lessen.

Institution
Course










Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
August 26, 2024
Number of pages
23
Written in
2023/2024
Type
Summary

Subjects

Content preview

Ayça Delikus XMM1a


Economics Essentials : Macro

Inleiding

1.Macro-economie.

Definitie:
● Studie van economische grootheden op geaggregeerd niveau
● Grote groepen: Een land, Europa als geheel, handelsrelaties tussen landen…
● Economische “agenten” of “huishoudingen” worden in samenhang bestudeerd.
● Macro-economische vraagstukken over economische groei, armoede, milieu,
werkloosheid, inflatie, ...

Huishoudingen die bestudeerd worden en activiteiten:
● Gezinnen consumeren (C) en sparen (S).
● Bedrijven investeren (I).
● Overheid belast (T) en consumeert (G).
● Buitenland exporteert naar (X) en importeert van (M).

Deel 1: Macro economische grootheden.

1.De economische kringloop.

Investeren:
● Vervangingsinvesteringen: kapitaalgoederen vervangen vanwege slijtage (geen
uitbreiding!).
● Uitbreidingsinvestering: uitbreiden van kapitaalgoederen.
o Breedte-investering: uitbreiding maar meer arbeiders inzetten.
o Diepte-investering: uitbreiding zonder meer arbeiders in te zetten (stijgende
kapitaalintensiteit).
● Voorraadinvesteringen: voorraden aanleggen van niet-verkochte
consumptiegoederen (= vlotte investering) - desinvesteringen wanneer voorraad
afneemt.

Formules:
● Bruto-investeringen = vervangingsinvesteringen + netto-investeringen.
● Netto-investeringen = uitbreidingsinvesteringen + voorraadwijzigingen (+ of -).




Productie > inkomen > bestedingen > productie ...




1

,Ayça Delikus XMM1a


2.De berekening van de economische activiteit.

Bruto binnenlands product (GDP):
Economische agenten werken samen om bbp tot stand te brengen.

Economische activiteit:
Mensen + middelen werken samen om productie (=aanbod) tot stand te brengen, dat door
mensen gevraagd wordt (=vraag).

Grootte van de economische activiteit wordt bepaald door:
1. Aanbodfactoren = supply-side
● Productiecapaciteit: afhankelijk van structurele factoren (LT) bv.
bevolkingsgroei/bevolkingssamenstelling, kapitaal, technologie, onderwijs.
2. Vraagfactoren = demand-side
● conjuncturele factoren (KT) zoals vraag van gezin, bedrijf, overheid,
buitenland.
3. doel = tot een evenwicht komen tussen vraag en aanbod.

Definitie van bbp (bruto binnenlands product):
● Marktwaarde van totale stroom eind goederen en diensten die de economie van een
land produceert over een bepaalde periode (meestal 1 jaar).
● Verduidelijking van de definitie:
○ marktprijzen (bppm) binnen de legale economie en soms ook illegale
economie (schattingen).
○ Eind Goederen- en diensten: geen halffabricaten tenzij het voorraad is.
○ Zowel tastbare als niet-tastbare eind goederen en diensten.
○ Recentelijk geproduceerd en enkel binnen dat land (dus ook productie van NL
bedrijf in BE).
○ Meestal een jaar of kwartaal.

Berekenen van het bbp:
Na een verloop van tijd (ex) post resulteren al deze manieren van berekeningen in hetzelfde
cijfer, maar dit heeft tijd nodig want productie, consumptie en uitgave gebeuren niet altijd
gelijktijdig.

1. Productiebenadering: hoeveel wordt er geproduceerd?
● De totale waarde van de goederen/diensten die gedurende 1 jaar zijn
geproduceerd.
● De totale toegevoegde waarde van bedrijven en de overheid.
● Formules:
○ Toegevoegde waarde = verkoopprijs (marktwaarde) - aankoopwaarde
grondstoffen en diensten v. derden.
○ Netto toegevoegde waarde = bruto toegevoegde waarde -
afschrijvingen.
2. Bestedingsbenadering: wat wordt er verkocht?
● Totale uitgaven die gedurende één jaar naar producenten vloeien.
● Bestedingen van alle gezinnen, bedrijven en overheden bij ondernemingen.
● Verschil met productiebenadering: ongeacht of productie in dat jaar
plaatsvond en focus ligt op de consument i.p.v. de producent.
3. Inkomensbenadering: wat is het inkomen?
● Hoeveel werd er verdiend binnen één jaar door productieve prestaties




2

, Ayça Delikus XMM1a


3.Het reële en het nominale bbp.

Nominaal bbp = bbp tegen lopende prijzen:
● Stijgingen worden veroorzaakt door hogere productie/hogere prijzen.
● Correcties op stijgende bbp:
○ Correctie voor prijsstijgingen: defleren => reële bbp want bbp tegen constante
prijzen oorzaak van defleren = gebruik prijzen voorgaand jaar / referentiejaar.
○ Correctie voor bevolkingsgrootte: bbp / aantal inwoners wordt gebruikt als
maatstaf om welvaart tussen landen te vergelijken.

4.Het bbp als maatstaf voor onze welvaart?

Tekortkomingen van bbp als maatstaf voor economische activiteit en welvaart:
● Bbp zegt niets over hoe product tot stand komt (verspilling, schade, slavernij)
● Bbp bevat enkel goederen die in geld worden uitgedrukt (vrijwilligers,...)
● Bbp bevat enkel een ruwe raming van zwartwerk/illegale activiteiten en eigen
productie.
● Bbp zegt niets over gebruik (bv. productie van oorlogsmateriaal laat bbp stijgen maar
welvaart daalt op LT).
● Alternatieven voor het bbp:
○ Groen bbp: correctie o.b.v. verandering in kwaliteit van leefmilieu.
○ Human development index: maatschappelijk welzijn (brengt
levensverwachting en opleidingsniveau in rekening).
○ Sustainable society index: combinatie van bbp, HDI en groen bbp.

Nieuwe tendensen:
1. Donut economie: gaat uit van welzijn van de mens i.p.v. groei bbp.
2. Degrowth-beweging: welzijn van de mens & milieu.
● Oneindige economische groei leidt tot sociale en ecologische rampen.
● Zelfvoorzienend zijn, minder werken, zero waste.
● Niet perse duurzame ontwikkeling want dat vraagt ook groei.
● Groene fiscaliteit, universeel basisinkomen, inzetten op openbaar vervoer,
alternatieve energiebronnen, circulaire economie.
3. Economics of happiness: ABC van geluk.
● Autonomie, betrokkenheid en competentie is belangrijker dan geld - na
bepaald drempelniveau maakt geld niet langer gelukkig.`

Oefeningen:
1. Bereken bruto en netto toegevoegde waarde a.d.h.v. gegevens:
Afschrijvingen: 405.000
Marktwaarde productie: 1.500.000
Verbruik grond- en hulpstoffen: 480.000
Diensten van derden: 220.000

Bruto toegevoegde waarde = marktwaarde - (verbruik grondstoffen + diensten)
1.500.000 - (480.000 - 220.000) = 800.000

Netto toegevoegde waarde = bruto toegevoegde waarde - afschrijvingen
800.000 - 405.000 = 395.000




3
$9.01
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
aycadelikus3

Get to know the seller

Seller avatar
aycadelikus3 Universiteit Antwerpen
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
1
Member since
1 year
Number of followers
0
Documents
2
Last sold
6 months ago

0.0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions