Statistiek 2
Hoorcollege 6
Hoofdstuk 4:
Toetsen voor één populatie
Bart Michiels
Bevraging verloop hoorcolleges
Wat te doen bij vragen over de leerstof?
1. Stel vragen aan de docent: voor, tijdens of na het hoorcollege
2. Gebruik het forum en stel vragen aan elkaar! (docent modereert)
3. Lees zaken na in het handboek
4. Werkcolleges zijn ook een opportuniteit om individuele vragen te stellen
Signaleer specifieke problemen bij de docent!
Alvast wat exameninfo (terug geruststelling voor de ongerusten )
Examen: toetsing van de leerdoelen
Kennis- en inzichtsvragen op basis van onderstaande leerdoelen (30%):
2.1 de basisprincipes van de inductieve statistiek in eigen woorden uitleggen
2.2. het principe en belang van hypothesetoetsing in eigen woorden uitleggen
2.3. de basisprincipes van kwalitatieve data-analyse in eigen woorden uitleggen
2.4. de keuze voor eenzijdig of tweezijdig toetsen verantwoorden
,Toepassingsvragen op basis van onderstaande leerdoelen (70%):
2.5. de gepaste inductieve statistische techniek selecteren in functie van het type populatie
(afhankelijk vs onafhankelijk), de alternatieve hypothese en nulhypothese, en het meetniveau van de
variabelen
2.6. de resultaten van de statistische analyse correct interpreteren in functie van de nulhypothese en
de resterende onzekerheid (type I en type II fouten)
2.7. de resultaten van de statistische analyse correct rapporteren in functie van de onderzoeksvraag
en hypothesen
2.8. een SPSS- of Excel-output correct interpreteren in functie van de nulhypothese en de resterende
onzekerheid (type I en type II fouten)
2.9. eigenschappen van kansverdelingen en frequentieverdelingen toepassen bij data-analyse
Studeren op basis van de leerdoelen
Toepassingsvragen op basis van onderstaande leerdoelen (70%):
2.10. in een wetenschappelijke (inter)nationale publicatie in het psychologisch werkveld de
statistische analyses correct interpreteren
2.11. non-parametrische toetsen (m.i.v. hun betrouwbaarheidsintervallen) hanteren om de
nulhypothese te toetsen (bv. spearman correlatie, wilcoxon rangtekentoets…)
2.12. parametrische toetsen (m.i.v. betrouwbaarheidsintervallen) hanteren om de nulhypothese te
toetsen (bv. t-toets, anova)
2.13. op basis van een onderzoeksvraag de alternatieve hypothese en de nulhypothese formuleren
,Enkele voorbeelden van examenvragen
Kennis en inzichtsvragen (vbn)
Welke antwoorden zijn juist? Meerdere antwoorden zijn mogelijk
A. Met statistische significantie gaan we na of er een significant verschil is tussen bijvoorbeeld
twee condities, ...
B. Een alpha van .05 betekent dat er 5% kans is op een
TYPE-I fout
C. De effect- size hoeven we in modern onderzoek niet te vermelden. We weten namelijk
genoeg met p=.003.
D. Een effectgrootte van -.7 vertelt ons dat de variabiliteit in variabele X voor een heel groot
stuk de variabiliteit in de variabele Y bepaald.
In statistisch onderzoek ... (meerdere antwoorden mogelijk)
A. Vertrekken we steeds vanuit de alternatieve hypothese. We onderzoeken namelijk een
verschil.
B. Toetsen we altijd onder de nulhypothese die we dan verwerpen als de kans erg hoog is om
een onderzoeksresultaat te observeren
C. Ga je altijd een eenzijdige toets opstellen als je wil onderzoeken of een bepaalde groep hoger
scoort op een examenresultaat dan een andere
D. Verwerpen we de nulhypothese als de kans om ons onderzoeksresultaat te observeren
uitzonderlijk klein is.
Toepassingsvragen VB-4
Hoe groot is de kans om dit steekproefgemiddelde of groter te observeren? Geef de kans weer in een
percentage met twee decimalen na de komma.
X −µ 72−68
zx= zx=
σ 15 z x =2,74
√N √ 105
- Correcte kans in je kans tabellen gaan opzoeken, de z-score is al gegeven
, Meer info en voorbeeldvragen volgen nog in latere hoorcolleges
ECTS-fiche Statistiek 2
Examen is ontworpen om de leerdoelen te evalueren.
Hou deze bij de hand tijdens het studeren
- Zelfde leerdoelen als de vorige les
Herhaling vorige les
Herhaling
• In inductieve statistiek proberen we een onderzoeksvraag te beantwoorden
• Om zo’n onderzoeksvraag te beantwoorden moeten we data gebruiken van een
(representatieve) steekproef
• De gehele populatie bevragen is namelijk onmogelijk
• Het gebruiken van kansen stelt ons in staat om te beslissen of zo’n steekproef eigenlijk heel
uitzonderlijk is (kleine kans!) of eerder heel gewoon en vaak voorkomend (grote kans!) onder
de nulhypothese
• Om deze kansen degelijk te berekenen maken we gebruik van kansverdelingen:
“theoretische” verdelingen van mogelijke waarden en bijhorende kansen van een variabele.
Hoorcollege 6
Hoofdstuk 4:
Toetsen voor één populatie
Bart Michiels
Bevraging verloop hoorcolleges
Wat te doen bij vragen over de leerstof?
1. Stel vragen aan de docent: voor, tijdens of na het hoorcollege
2. Gebruik het forum en stel vragen aan elkaar! (docent modereert)
3. Lees zaken na in het handboek
4. Werkcolleges zijn ook een opportuniteit om individuele vragen te stellen
Signaleer specifieke problemen bij de docent!
Alvast wat exameninfo (terug geruststelling voor de ongerusten )
Examen: toetsing van de leerdoelen
Kennis- en inzichtsvragen op basis van onderstaande leerdoelen (30%):
2.1 de basisprincipes van de inductieve statistiek in eigen woorden uitleggen
2.2. het principe en belang van hypothesetoetsing in eigen woorden uitleggen
2.3. de basisprincipes van kwalitatieve data-analyse in eigen woorden uitleggen
2.4. de keuze voor eenzijdig of tweezijdig toetsen verantwoorden
,Toepassingsvragen op basis van onderstaande leerdoelen (70%):
2.5. de gepaste inductieve statistische techniek selecteren in functie van het type populatie
(afhankelijk vs onafhankelijk), de alternatieve hypothese en nulhypothese, en het meetniveau van de
variabelen
2.6. de resultaten van de statistische analyse correct interpreteren in functie van de nulhypothese en
de resterende onzekerheid (type I en type II fouten)
2.7. de resultaten van de statistische analyse correct rapporteren in functie van de onderzoeksvraag
en hypothesen
2.8. een SPSS- of Excel-output correct interpreteren in functie van de nulhypothese en de resterende
onzekerheid (type I en type II fouten)
2.9. eigenschappen van kansverdelingen en frequentieverdelingen toepassen bij data-analyse
Studeren op basis van de leerdoelen
Toepassingsvragen op basis van onderstaande leerdoelen (70%):
2.10. in een wetenschappelijke (inter)nationale publicatie in het psychologisch werkveld de
statistische analyses correct interpreteren
2.11. non-parametrische toetsen (m.i.v. hun betrouwbaarheidsintervallen) hanteren om de
nulhypothese te toetsen (bv. spearman correlatie, wilcoxon rangtekentoets…)
2.12. parametrische toetsen (m.i.v. betrouwbaarheidsintervallen) hanteren om de nulhypothese te
toetsen (bv. t-toets, anova)
2.13. op basis van een onderzoeksvraag de alternatieve hypothese en de nulhypothese formuleren
,Enkele voorbeelden van examenvragen
Kennis en inzichtsvragen (vbn)
Welke antwoorden zijn juist? Meerdere antwoorden zijn mogelijk
A. Met statistische significantie gaan we na of er een significant verschil is tussen bijvoorbeeld
twee condities, ...
B. Een alpha van .05 betekent dat er 5% kans is op een
TYPE-I fout
C. De effect- size hoeven we in modern onderzoek niet te vermelden. We weten namelijk
genoeg met p=.003.
D. Een effectgrootte van -.7 vertelt ons dat de variabiliteit in variabele X voor een heel groot
stuk de variabiliteit in de variabele Y bepaald.
In statistisch onderzoek ... (meerdere antwoorden mogelijk)
A. Vertrekken we steeds vanuit de alternatieve hypothese. We onderzoeken namelijk een
verschil.
B. Toetsen we altijd onder de nulhypothese die we dan verwerpen als de kans erg hoog is om
een onderzoeksresultaat te observeren
C. Ga je altijd een eenzijdige toets opstellen als je wil onderzoeken of een bepaalde groep hoger
scoort op een examenresultaat dan een andere
D. Verwerpen we de nulhypothese als de kans om ons onderzoeksresultaat te observeren
uitzonderlijk klein is.
Toepassingsvragen VB-4
Hoe groot is de kans om dit steekproefgemiddelde of groter te observeren? Geef de kans weer in een
percentage met twee decimalen na de komma.
X −µ 72−68
zx= zx=
σ 15 z x =2,74
√N √ 105
- Correcte kans in je kans tabellen gaan opzoeken, de z-score is al gegeven
, Meer info en voorbeeldvragen volgen nog in latere hoorcolleges
ECTS-fiche Statistiek 2
Examen is ontworpen om de leerdoelen te evalueren.
Hou deze bij de hand tijdens het studeren
- Zelfde leerdoelen als de vorige les
Herhaling vorige les
Herhaling
• In inductieve statistiek proberen we een onderzoeksvraag te beantwoorden
• Om zo’n onderzoeksvraag te beantwoorden moeten we data gebruiken van een
(representatieve) steekproef
• De gehele populatie bevragen is namelijk onmogelijk
• Het gebruiken van kansen stelt ons in staat om te beslissen of zo’n steekproef eigenlijk heel
uitzonderlijk is (kleine kans!) of eerder heel gewoon en vaak voorkomend (grote kans!) onder
de nulhypothese
• Om deze kansen degelijk te berekenen maken we gebruik van kansverdelingen:
“theoretische” verdelingen van mogelijke waarden en bijhorende kansen van een variabele.
