Eindverslag: De Correlatie Tussen Faalangst en Zelfvertrouwen en Het Verschil Tussen
Man en Vrouw.
Eigen naam
Studentennummer
Vrije Universiteit Amsterdam – Faculteit der Gedrags- en Bewegingswetenschappen
Naam tutor
Groep: XX
Vak: Statistiek 1
Datum: XX/XX/XXXX
Aantal woorden: 919
, Inleiding
In dit onderzoek ga ik kijken naar de relatie tussen faalangst en zelfvertrouwen en de mate
waarin geslacht een rol speelt in dit verband. Faalangst houdt de negatieve gedachten van de
leerlingen die de prestatie onderbreekt in en de angst die een leerling ervaart. Zelfvertrouwen
verwijst naar mate hoe iemand over zichzelf denkt en voelt. Het variabele geslacht maakt
duidelijk of iemand kenmerken van een vrouw of man heeft. Faalangst levert steeds meer
problemen op voor individuen, het zal voor de gehele maatschappij van belang zijn om hier
aandacht aan te schenken en daarom is het des te belangrijker om te kijken waarmee faalangst
verband houdt.
Uit het artikel van Verween (2022) bleek dat er een negatief verband is tussen deze
variabelen, leerlingen met faalangst hebben doorgaans weinig zelfvertrouwen doordat zij
kampen met een laag zelfbeeld en slechte schoolprestaties. Hieruit volgt de hypothese dat er
een negatieve correlatie is tussen faalangst en zelfvertrouwen. Als iemand meer last heeft van
faalangst ervaart iemand minder zelfvertrouwen. Dit zou gezien de betekenissen van de
variabelen ook een logische correlatie zijn.
Daarnaast wordt er in dit onderzoek nog gekeken naar het verschil tussen mannen en
vrouwen en de mate van zelfvertrouwen die zij ervaren. De hypothese over deze twee
variabelen is dat vrouwen over het algemeen minder zelfvertrouwen hebben als mannen. Deze
verwachting is gebaseerd op het onderzoek van Orth en Robins (2014) waarin gesteld werd
dat meerdere onderzoeken hebben aangetoond dat mannen meer zelfvertrouwen hebben dan
vrouwen en dat dit duidelijk wordt tijdens de periode van adolescentie. Dit zou mogelijk
kunnen zijn doordat vrouwen misschien strenger zijn voor zichzelf en elkaar.
Door deze twee hypotheses te testen hoop ik een antwoord te krijgen op de
onderzoeksvraag: is er sprake van een negatief verband tussen faalangst en zelfvertrouwen en
is er een significant verschil tussen mannen en vrouwen en het zelfvertrouwen dat zij ervaren?
Man en Vrouw.
Eigen naam
Studentennummer
Vrije Universiteit Amsterdam – Faculteit der Gedrags- en Bewegingswetenschappen
Naam tutor
Groep: XX
Vak: Statistiek 1
Datum: XX/XX/XXXX
Aantal woorden: 919
, Inleiding
In dit onderzoek ga ik kijken naar de relatie tussen faalangst en zelfvertrouwen en de mate
waarin geslacht een rol speelt in dit verband. Faalangst houdt de negatieve gedachten van de
leerlingen die de prestatie onderbreekt in en de angst die een leerling ervaart. Zelfvertrouwen
verwijst naar mate hoe iemand over zichzelf denkt en voelt. Het variabele geslacht maakt
duidelijk of iemand kenmerken van een vrouw of man heeft. Faalangst levert steeds meer
problemen op voor individuen, het zal voor de gehele maatschappij van belang zijn om hier
aandacht aan te schenken en daarom is het des te belangrijker om te kijken waarmee faalangst
verband houdt.
Uit het artikel van Verween (2022) bleek dat er een negatief verband is tussen deze
variabelen, leerlingen met faalangst hebben doorgaans weinig zelfvertrouwen doordat zij
kampen met een laag zelfbeeld en slechte schoolprestaties. Hieruit volgt de hypothese dat er
een negatieve correlatie is tussen faalangst en zelfvertrouwen. Als iemand meer last heeft van
faalangst ervaart iemand minder zelfvertrouwen. Dit zou gezien de betekenissen van de
variabelen ook een logische correlatie zijn.
Daarnaast wordt er in dit onderzoek nog gekeken naar het verschil tussen mannen en
vrouwen en de mate van zelfvertrouwen die zij ervaren. De hypothese over deze twee
variabelen is dat vrouwen over het algemeen minder zelfvertrouwen hebben als mannen. Deze
verwachting is gebaseerd op het onderzoek van Orth en Robins (2014) waarin gesteld werd
dat meerdere onderzoeken hebben aangetoond dat mannen meer zelfvertrouwen hebben dan
vrouwen en dat dit duidelijk wordt tijdens de periode van adolescentie. Dit zou mogelijk
kunnen zijn doordat vrouwen misschien strenger zijn voor zichzelf en elkaar.
Door deze twee hypotheses te testen hoop ik een antwoord te krijgen op de
onderzoeksvraag: is er sprake van een negatief verband tussen faalangst en zelfvertrouwen en
is er een significant verschil tussen mannen en vrouwen en het zelfvertrouwen dat zij ervaren?