KT 1 IF
7 competentiegebieden
Fysiotherapeutisch handelen: biedt hulp aan cliënten met een probleem met
bewegen, professioneel gedrag, verzamelt gegeven, verleent zorg op een ethisch
verantwoorde wijze
Communiceren: op heldere, transparante, effectieve en efficiënte manier
communiceren met de cliënten
Samenwerken: indien nodig samenwerken met professionals etc. participeert in een
netwerk van samenwerkingsrelaties
Kennis delen en wetenschap beoefenen: handelen volgens Evidence Based
Practice, levert bijdrage aan een wetenschappelijk onderzoek
Maatschappelijk handelen: belangen afwegen in relatie tot de belangen van andere
hulpvragers en maatschappelijke belangen, op maatschappelijk verantwoorde wijze
zijn beroep uitoefenen.
Organiseren: functioneren als manager van zijn eigen werkzaamheden, zijn eigen
werk organiseren en de balans houden tussen beroepsmatig handelen en verdere
ontwikkeling van zichzelf
Professioneel handelen: hoogstaande cliënten zorg leveren, op een betrokken
wijze, neemt verantwoordelijkheid voor zijn handelen en houdt de weloverwogen
balans tussen persoonlijke en professionele rollen, transparant opstellen en
onderkent ethische dilemma’s
Beweegrichtlijnen
Voor volwassenen en ouderen: bewegen is goed -> meer bewegen is beter,
minstens 150 min per week matig intensieve inspanning zoals wandelen en fietsen,
verspreid over diverse dagen, minstens twee keer per week spier- en
botversterkende activteiten, bijvoorbeeld met balansoefeningen, voorkom dat je veel
stil zit
Voor kinderen van vier tot achttien jaar: bewegen is goed -> meer bewegen is
beter, minstens elke dag een uur matige intensieve inspanning, langer en vaker is
beter, minstens drie keer per week spier- en botversterkende activiteiten, voorkom
dat je veel stilzit
MET
Metabool equivalent, meeteenheid
Voor volwassenen 18-55 jaar 4-6,5 MET
Voor ouderen boven 55 jaar 3-5 MET
4 MET -> douchen, trap aflopen, grasmaaien
5 MET -> boodschappen doen met zware tas, spitten in de tuin
6 MET -> trap op lopen, putten graven
, ICF
hulpmiddel voor uitvragen
Biomedisch model
Ziektebeeld wordt alleen bekeken vanuit het biologisch proces, je bent pas ziek als er
iets lichamelijk niet goed is, hoe iemand daarover denkt of hoe diegene zich daarbij
voelt is onbelangrijk
Biopsychosociaal model
Hierbij wordt er gekeken naar de sociale en psychische factoren die eigenlijk ook een
grote rol spelen bij een klacht
Meer dimensioneel belastbaarheidsmodel
Dit is een model waarbij wordt gekeken naar zeven verschillende dimensies
7 competentiegebieden
Fysiotherapeutisch handelen: biedt hulp aan cliënten met een probleem met
bewegen, professioneel gedrag, verzamelt gegeven, verleent zorg op een ethisch
verantwoorde wijze
Communiceren: op heldere, transparante, effectieve en efficiënte manier
communiceren met de cliënten
Samenwerken: indien nodig samenwerken met professionals etc. participeert in een
netwerk van samenwerkingsrelaties
Kennis delen en wetenschap beoefenen: handelen volgens Evidence Based
Practice, levert bijdrage aan een wetenschappelijk onderzoek
Maatschappelijk handelen: belangen afwegen in relatie tot de belangen van andere
hulpvragers en maatschappelijke belangen, op maatschappelijk verantwoorde wijze
zijn beroep uitoefenen.
Organiseren: functioneren als manager van zijn eigen werkzaamheden, zijn eigen
werk organiseren en de balans houden tussen beroepsmatig handelen en verdere
ontwikkeling van zichzelf
Professioneel handelen: hoogstaande cliënten zorg leveren, op een betrokken
wijze, neemt verantwoordelijkheid voor zijn handelen en houdt de weloverwogen
balans tussen persoonlijke en professionele rollen, transparant opstellen en
onderkent ethische dilemma’s
Beweegrichtlijnen
Voor volwassenen en ouderen: bewegen is goed -> meer bewegen is beter,
minstens 150 min per week matig intensieve inspanning zoals wandelen en fietsen,
verspreid over diverse dagen, minstens twee keer per week spier- en
botversterkende activteiten, bijvoorbeeld met balansoefeningen, voorkom dat je veel
stil zit
Voor kinderen van vier tot achttien jaar: bewegen is goed -> meer bewegen is
beter, minstens elke dag een uur matige intensieve inspanning, langer en vaker is
beter, minstens drie keer per week spier- en botversterkende activiteiten, voorkom
dat je veel stilzit
MET
Metabool equivalent, meeteenheid
Voor volwassenen 18-55 jaar 4-6,5 MET
Voor ouderen boven 55 jaar 3-5 MET
4 MET -> douchen, trap aflopen, grasmaaien
5 MET -> boodschappen doen met zware tas, spitten in de tuin
6 MET -> trap op lopen, putten graven
, ICF
hulpmiddel voor uitvragen
Biomedisch model
Ziektebeeld wordt alleen bekeken vanuit het biologisch proces, je bent pas ziek als er
iets lichamelijk niet goed is, hoe iemand daarover denkt of hoe diegene zich daarbij
voelt is onbelangrijk
Biopsychosociaal model
Hierbij wordt er gekeken naar de sociale en psychische factoren die eigenlijk ook een
grote rol spelen bij een klacht
Meer dimensioneel belastbaarheidsmodel
Dit is een model waarbij wordt gekeken naar zeven verschillende dimensies