(Hanze, z.d.)
(UMCG, z.d.)
(UMCG, z.d.)
Module
Beargumenteren van zorg
HVVB21MBVZ
Naam:
Studentnummer:
Opleiding: Hbo- verpleegkunde
Onderwijsinstelling: Hanze Hogeschool,
Groningen
Stage: PLP3
Werkbegeleider:
Praktijkopleider:
Stageleerplaats: L1VA, Beatrix
kinderziekenhuis,
Universtiar Medisch
Centrum Groningen.
Inleverdatum: 5 juni 2024
,Inhoudsopgave
Inleiding..................................................................................................................................................4
Hoofdstuk 1 waarderingsformulieren.....................................................................................................6
1.1. Waarderingsformulier tussenevaluatie........................................................................................6
1.2. Waarderingsformulier eindevaluatie.........................................................................................10
Hoofdstuk 2 Methodische reflectie......................................................................................................15
2.1. Reflectie tussenevaluatie...........................................................................................................15
2.2. Reflectie eindevaluatie...............................................................................................................16
Hoofdstuk 3 Casuïstiek.........................................................................................................................17
Hoofdstuk 4 stap 1: Oriëntatie op de situatie.......................................................................................19
4.1. SBAR-model...............................................................................................................................19
4.1.1. Situation.............................................................................................................................19
4.1.2. Background.........................................................................................................................20
4.1.3. Assessment.........................................................................................................................23
4.1.4. Recommendation...............................................................................................................36
4.2. De 11-gezondheidspatronen van Gordon.................................................................................37
Hoofdstuk 5 stap 2: Klinsiche problematiek.........................................................................................39
5.1. Zorgthema’s...............................................................................................................................39
Hoofdstuk 6 stap 3: Aanvullend onderzoek..........................................................................................51
6.1. Probleemstellingen....................................................................................................................51
6.2. Eco- en genogram......................................................................................................................54
6.3. Zelfredzaamheid en -management............................................................................................57
Hoofdstuk 7 stap 4: klinsiche beleid.....................................................................................................59
7.1. Redeneerweb.............................................................................................................................59
7.2. Verpleegkundige diagnose, doelen en interventies...................................................................61
Hoofdstuk 8 stap 5: klinisch verloop.....................................................................................................66
8.1. Het gewenste beloop.................................................................................................................66
8.2. Het ongewenste beloop.............................................................................................................68
Hoofstuk 9 stap 6: Nabeschouwing.....................................................................................................71
9.1. Focustaal....................................................................................................................................71
9.2. Patiëntveiligheid (VMS)..............................................................................................................72
9.3. Kwaliteit van de beroepsuitoefening.........................................................................................75
9.4. Ethisch dilemma.........................................................................................................................76
9.5. Informatie- en communicatietechnolgie....................................................................................78
9.6. Gesprekstechnieken...................................................................................................................79
Hoofdstuk 10 Verslag van handelen.....................................................................................................81
10.1. Kennis op doen........................................................................................................................81
2
, 10.2. Casusbespreking......................................................................................................................81
10.3. Uitvoeren van het zorgproces en communicatie.....................................................................81
10.4. Casus voorbeeld.......................................................................................................................82
10.5. Casus voorbeeld.......................................................................................................................83
Literatuurlijst........................................................................................................................................85
Bijlagen.................................................................................................................................................90
Bijlage 1 Bradenschaal......................................................................................................................90
Bijlage 2 CAP-D..................................................................................................................................92
bijlage 3 antiplagiaat verklaring........................................................................................................93
bijlage 4 complexiteitsformulier.......................................................................................................94
Bijlage 5 aantekeningen casusbespreking.........................................................................................97
Bijlage 6 theoretische toelichting......................................................................................................99
3
, INLEIDING
Voor u ziet u het eindproduct van de module ‘beargumenteren van zorg’. De module is uitgevoerd op
de afdeling L1VA (urologie en nefrologie) binnen het Beatrix Kinderziekenhuis van het Universitair
Medisch Centrum Groningen (UMCG). Op de afdeling worden kinderen opgenomen met onder
andere urologische en nefrologische problematiek, maar ook van de algemene kindergeneeskunde,
KNO, plastische chirurgie en kleine chirurgische ingrepen. De leeftijd van de patiënten variëren van
pasgeborenen tot 18 jaar, hierdoor is de zorg gevarieerd en heeft ieder kind verschillende behoeftes
op lichamelijk en communicatief gebied. De zorg moet hierdoor continu worden aangepast.
Het beargumenteren van zorg is iets wat je continue doet, je moet immers altijd kunnen
beargumenteren waarom je bepaalde keuzes maakt of handelingen uitvoert en op basis van welke
observaties, en hoe je komt bij een bepaalde set interventies. Oftewel; denken, redeneren en
handelen op basis van het verpleegkundig proces. Dit wordt onder andere gedaan door klinisch
redeneren. Volgens Marc Bakker en Coen van Heycop ten Ham (2022) is de definitie van klinisch
redeneren “is het denkproces met betrekking tot het opmerken, herkennen en verzamelen van
klachten, signalen, klinimetrie, de informatie interpreteren, inzicht krijgen in de klinisch problematiek
van de patiënt, interventies plannen en uitvoeren, uitkomsten evalueren, erop reflecteren en leren
van het proces” (p. 19). Dit kan worden toegepast in verschillende methodieken, dit ziet u
terugkomen in het product.
De module wordt op verschillende leeruitkomsten getoetst;
1. De student laat zien informatie te kunnen verzamelen en combineren vanuit diverse bronnen
in de verschillende fasen van het verpleegkundig proces binnen een authentieke hoog-
complexe context .
2. De student stelt op basis van klinisch redeneren het verpleegkundig proces vast binnen een
authentieke hoog-complexe context.
2.1. De student verantwoordt in een casusbespreking, aan de hand van klinisch
redeneren, het vastgestelde verpleegkundige proces.
3. De student verantwoordt met gebruikmaking van EBP het verpleegkundig proces binnen een
authentieke hoog-complexe context.
4. De student voert het verpleegkundig proces zelfstandig uit en evalueert het verpleegkundig
proces binnen een authentieke hoog-complexe context.
5. De student communiceert op persoonsgerichte en professionele wijze met de zorgvrager en
diens informele netwerk, waarbij voor optimale informatie-uitwisseling wordt gezorgd.
6. De student past informatie en communicatietechnologieën toe als aanvulling op het
persoonlijk contact met de zorgvrager en diens informele netwerk.
De volgende CanMEDS-rollen worden toegepast binnen deze module;
- De rol van zorgverlener omvat het direct bieden van zorg aan patiënten. Dit omvat niet
alleen de praktische handelingen zoals het toedienen van medicijnen en het uitvoeren van
medische procedures, maar ook het bieden van emotionele ondersteuning en zorg op maat.
Een zorgverlener werkt vanuit een holistisch perspectief en houdt rekening met de fysieke,
emotionele, sociale en geestelijke behoeften van de patiënt. Het is essentieel dat de
zorgverlener patiëntgericht werkt en zorg biedt die is afgestemd op de individuele behoeften
en voorkeuren van de patiënt (V&VN, z.d.).
- Als communicator speelt de zorgverlener een cruciale rol in het uitwisselen van informatie
tussen patiënten, familieleden en andere zorgprofessionals. Effectieve communicatie is
noodzakelijk voor het verkrijgen van een volledig beeld van de patiënt, het overbrengen van
belangrijke informatie en het bevorderen van een goede samenwerking binnen het
zorgteam. Dit omvat zowel verbale als non-verbale communicatie, actieve
4
(UMCG, z.d.)
(UMCG, z.d.)
Module
Beargumenteren van zorg
HVVB21MBVZ
Naam:
Studentnummer:
Opleiding: Hbo- verpleegkunde
Onderwijsinstelling: Hanze Hogeschool,
Groningen
Stage: PLP3
Werkbegeleider:
Praktijkopleider:
Stageleerplaats: L1VA, Beatrix
kinderziekenhuis,
Universtiar Medisch
Centrum Groningen.
Inleverdatum: 5 juni 2024
,Inhoudsopgave
Inleiding..................................................................................................................................................4
Hoofdstuk 1 waarderingsformulieren.....................................................................................................6
1.1. Waarderingsformulier tussenevaluatie........................................................................................6
1.2. Waarderingsformulier eindevaluatie.........................................................................................10
Hoofdstuk 2 Methodische reflectie......................................................................................................15
2.1. Reflectie tussenevaluatie...........................................................................................................15
2.2. Reflectie eindevaluatie...............................................................................................................16
Hoofdstuk 3 Casuïstiek.........................................................................................................................17
Hoofdstuk 4 stap 1: Oriëntatie op de situatie.......................................................................................19
4.1. SBAR-model...............................................................................................................................19
4.1.1. Situation.............................................................................................................................19
4.1.2. Background.........................................................................................................................20
4.1.3. Assessment.........................................................................................................................23
4.1.4. Recommendation...............................................................................................................36
4.2. De 11-gezondheidspatronen van Gordon.................................................................................37
Hoofdstuk 5 stap 2: Klinsiche problematiek.........................................................................................39
5.1. Zorgthema’s...............................................................................................................................39
Hoofdstuk 6 stap 3: Aanvullend onderzoek..........................................................................................51
6.1. Probleemstellingen....................................................................................................................51
6.2. Eco- en genogram......................................................................................................................54
6.3. Zelfredzaamheid en -management............................................................................................57
Hoofdstuk 7 stap 4: klinsiche beleid.....................................................................................................59
7.1. Redeneerweb.............................................................................................................................59
7.2. Verpleegkundige diagnose, doelen en interventies...................................................................61
Hoofdstuk 8 stap 5: klinisch verloop.....................................................................................................66
8.1. Het gewenste beloop.................................................................................................................66
8.2. Het ongewenste beloop.............................................................................................................68
Hoofstuk 9 stap 6: Nabeschouwing.....................................................................................................71
9.1. Focustaal....................................................................................................................................71
9.2. Patiëntveiligheid (VMS)..............................................................................................................72
9.3. Kwaliteit van de beroepsuitoefening.........................................................................................75
9.4. Ethisch dilemma.........................................................................................................................76
9.5. Informatie- en communicatietechnolgie....................................................................................78
9.6. Gesprekstechnieken...................................................................................................................79
Hoofdstuk 10 Verslag van handelen.....................................................................................................81
10.1. Kennis op doen........................................................................................................................81
2
, 10.2. Casusbespreking......................................................................................................................81
10.3. Uitvoeren van het zorgproces en communicatie.....................................................................81
10.4. Casus voorbeeld.......................................................................................................................82
10.5. Casus voorbeeld.......................................................................................................................83
Literatuurlijst........................................................................................................................................85
Bijlagen.................................................................................................................................................90
Bijlage 1 Bradenschaal......................................................................................................................90
Bijlage 2 CAP-D..................................................................................................................................92
bijlage 3 antiplagiaat verklaring........................................................................................................93
bijlage 4 complexiteitsformulier.......................................................................................................94
Bijlage 5 aantekeningen casusbespreking.........................................................................................97
Bijlage 6 theoretische toelichting......................................................................................................99
3
, INLEIDING
Voor u ziet u het eindproduct van de module ‘beargumenteren van zorg’. De module is uitgevoerd op
de afdeling L1VA (urologie en nefrologie) binnen het Beatrix Kinderziekenhuis van het Universitair
Medisch Centrum Groningen (UMCG). Op de afdeling worden kinderen opgenomen met onder
andere urologische en nefrologische problematiek, maar ook van de algemene kindergeneeskunde,
KNO, plastische chirurgie en kleine chirurgische ingrepen. De leeftijd van de patiënten variëren van
pasgeborenen tot 18 jaar, hierdoor is de zorg gevarieerd en heeft ieder kind verschillende behoeftes
op lichamelijk en communicatief gebied. De zorg moet hierdoor continu worden aangepast.
Het beargumenteren van zorg is iets wat je continue doet, je moet immers altijd kunnen
beargumenteren waarom je bepaalde keuzes maakt of handelingen uitvoert en op basis van welke
observaties, en hoe je komt bij een bepaalde set interventies. Oftewel; denken, redeneren en
handelen op basis van het verpleegkundig proces. Dit wordt onder andere gedaan door klinisch
redeneren. Volgens Marc Bakker en Coen van Heycop ten Ham (2022) is de definitie van klinisch
redeneren “is het denkproces met betrekking tot het opmerken, herkennen en verzamelen van
klachten, signalen, klinimetrie, de informatie interpreteren, inzicht krijgen in de klinisch problematiek
van de patiënt, interventies plannen en uitvoeren, uitkomsten evalueren, erop reflecteren en leren
van het proces” (p. 19). Dit kan worden toegepast in verschillende methodieken, dit ziet u
terugkomen in het product.
De module wordt op verschillende leeruitkomsten getoetst;
1. De student laat zien informatie te kunnen verzamelen en combineren vanuit diverse bronnen
in de verschillende fasen van het verpleegkundig proces binnen een authentieke hoog-
complexe context .
2. De student stelt op basis van klinisch redeneren het verpleegkundig proces vast binnen een
authentieke hoog-complexe context.
2.1. De student verantwoordt in een casusbespreking, aan de hand van klinisch
redeneren, het vastgestelde verpleegkundige proces.
3. De student verantwoordt met gebruikmaking van EBP het verpleegkundig proces binnen een
authentieke hoog-complexe context.
4. De student voert het verpleegkundig proces zelfstandig uit en evalueert het verpleegkundig
proces binnen een authentieke hoog-complexe context.
5. De student communiceert op persoonsgerichte en professionele wijze met de zorgvrager en
diens informele netwerk, waarbij voor optimale informatie-uitwisseling wordt gezorgd.
6. De student past informatie en communicatietechnologieën toe als aanvulling op het
persoonlijk contact met de zorgvrager en diens informele netwerk.
De volgende CanMEDS-rollen worden toegepast binnen deze module;
- De rol van zorgverlener omvat het direct bieden van zorg aan patiënten. Dit omvat niet
alleen de praktische handelingen zoals het toedienen van medicijnen en het uitvoeren van
medische procedures, maar ook het bieden van emotionele ondersteuning en zorg op maat.
Een zorgverlener werkt vanuit een holistisch perspectief en houdt rekening met de fysieke,
emotionele, sociale en geestelijke behoeften van de patiënt. Het is essentieel dat de
zorgverlener patiëntgericht werkt en zorg biedt die is afgestemd op de individuele behoeften
en voorkeuren van de patiënt (V&VN, z.d.).
- Als communicator speelt de zorgverlener een cruciale rol in het uitwisselen van informatie
tussen patiënten, familieleden en andere zorgprofessionals. Effectieve communicatie is
noodzakelijk voor het verkrijgen van een volledig beeld van de patiënt, het overbrengen van
belangrijke informatie en het bevorderen van een goede samenwerking binnen het
zorgteam. Dit omvat zowel verbale als non-verbale communicatie, actieve
4
