BS 1 Het ordenen van organismen
Ordening is het indelen van een verzameling in groepen, hierdoor krijg je
een gemakkelijker overzicht over de verzameling.
Bij het ordenen verdeel je een verzameling in groepen met hetzelfde
kenmerk.
Biologen gebruiken dus de kenmerken van cellen om organismen te
ordenen. Ook vergelijken de biologen bij het indelen van organismen het
DNA uit de cellen. De eerste grote groepen die ontstaan bij het indelen
van alle organismen heten domeinen. De belangrijkste domeinen zijn:
Domeinen
- Bacteriën ja
- Eukaryoten geen
- Archea geen
Het kernmerk; celkern
Na het domein word het verder ingedeeld in rijken:
Rijk 1
-dieren geen van beide
-planten celwand, bladgroenkorrels
-schimmels celwand
Het kernmerk; celwand, bladgroenkorrels
na het rijk word het verder ingedeeld in stammen:
Stoere= sponzen
Stam 1 van dieren Gerrit=
-sponzen skelet-inwendig, niet symmetrisch gewervelden
-neteldieren symmetrie-veelzijdig Gaf=
-wormen symmetrie-tweezijdig geleedpotigen
-weekdieren skelet-uitwendig, symmetrie-tweezijdig Willem=
-geleedpotige skelet-uitwendig, symmetrie-tweezijdig weekdieren
-stekelhuidige skelet-inwendig, symmetrie-veelzijdig
-gewervelde skelet-inwendig, symmetrie-tweezijdig
Het kernmerk; Skelet, inwendig
Uitwendig
Symmetrie, Niet
Veelzijdig
Tweezijdig
, Stam 2 van planten
- wieren/algen geen van alle
- sporenplanten wortels, stengels en bladeren
- zaadplanten wortels, stengels, bladeren en bloemen
Het kernmerk; wortels, stengels, bladeren, bloemen
Stam 3 van schimmels
1 celllig-gist meercellig= speciaal orgaan, paddenstoel
BS 2 Het domein bacteriën
Bacteriën zijn klein, zijn altijd eencellig en hebben geen celkern. Ze zijn
dus erg klein, zo klein dat je ze alleen met een elektronenmicroscoop kunt
besturderen.
Bacteriën planten zich voort door deling dan ontstaan er twee kleineren
cellen.
Bacteriën komen overal voor, de meeste soorten bacterien voeden zich
met dode resten van organismen. Hierbij komen voedingstoffen vrij
(poep) dit eten de planten op. Speciale soorten bacteriën worden gebruikt
bij het maken van voedingsmiddelen, zoals zuurkool en yoghurt.
Er kunnen naast nuttige bacterien ook schadelijke bacterien in je lichaam
terechtkomen, en dus een ziekte veroorzaken, dit is een infectie of