VPKI – BASISPRINCIPES IN DE
ACUTE EN CHRONISCHE
WONDZORG
Wettelijk kader
B1-handeling: Voorbereiding, uitvoering van en toezicht op:
o Wondverzorging
o Verzorging van stomata, wonden met wieken en drains.
B2-handeling: voorbereiding, uitvoering en toezicht op
o Verwijdering van hechtingsmateriaal, wieken en drains.
De huid
Functies van de huid
Bescherming
o Koude, hitte en irritatie
o Mechanische invloeden
o Chemische substanties
o Micro-organismen
Thermoregulatie
Absorptie
Sensorische functie
Pathofysiologie
Fase 1
Fase 2
,Fase 3
Fase 4
Wondheling
Indeling in 3 groepen
Genezing per primam (bv. Biopsiewonde): zuivere wonde zonder
necrose, contaminatie en vreemde lichamen.
o Deze wonde kan primair gesloten worden: bv. hechting
o Gladde wondranden
o Geen factoren die wondgenezing belemmeren
o Vlotte epithelialisatie
o Snelle vorming van granulatieweefsel.
Genezing per secundam (bv. chronische ulcus): wonde met necrose die
gecontamineerd en/ of geïnfecteerd kan geraken en vreemde lichamen kan
bevatten.
o Vaak gescheurde wondranden
o Geassocieerde aandoeningen die de wondgenezing vertragen
o Granulatieweefsel zorgt voor opgroeien van de wonde.
Regeneratieve wondgenezing (bv. schaafwonde): oppervlakkige
wonden waarbij enkel de opperhuid beschadigd is.
o Wonde heelt door profileratie van aanwezige epitheelcellen in de
wondranden.
Preventie van wonden
Decubitus
Druk- en schuifkrachten
o Wisselklrachten
o Materialen die contactoppervlakte verkleinen
Medical devices: alle medische apparaten vormen een potentieel risico
voor drukkrachten.
, o Materialen voor O2 toediening, spalken, verblijfskatheter,
infuusleidingen en I.V. katheters
MASD – moisture associated skin damage
= Intertrigo, IAD, Wondvocht geassocieerde dermatitis
o Reinigen, hydrateren en beschermen
o Zachte huidverzorging bij risico-patiënten
Beïnvloedende factoren in de wondheling
Factoren eigen aan de wonde
o Contaminatie: wonden in de bilspleet zullen slechter genezen door
infectie dan wonden
o Vascularisatie: doorbloeding moet goed zijn voor aanvoer van
zuurstof.
o Lokalisatie van de wonde
Ons aangezicht is bv. beter doorbloed dan onze ledematen.
Bv. risico op contaminatie bij anale fistel.
Patiëntgerelateerde factoren
o Roken en drugs
o Onderliggende aandoeningen: bv. artherosclerose, diabetes enz.
o Medicaties en therapieën: bv. NSAID’s, immunosuppressiva (bv.
cortisonen).
o Leeftijd: celdeling, wat we nodig hebben, is bij ouderen minder
goed.
Acute versus chronische wonden
Acute wonden
= een verstoring van de integriteit van de huid en onderliggende weefsels die het
genezingsproces tijdig en ongecompliceerd doorloopt.
Voorbeelden: postoperatieve-, traumatische-, brandwonden, skin tears,
contactallergie enz.
Meestal traumatisch van oorsprong
Genezing per primam.
Chronische wonden
= wonden die niet binnen de 4-6 weken of niet tijdelijk en ordelijk genezen met
conventionele zorg
Classificatie van wonden
Iatrogeen
Chirurgische wonden
o Acuut: wonde na chirurgische ingreep. Er worden hechtingen,
steriele hechting strips of wondhaakjes gebruikt om wandranden bij
elkaar te houden.
o Chronisch: door onderliggende problematiek of door een complicatie
waarbij een acute wonde evolueert naar een chronische toestand.
Kan gesloten zijn, maar wordt na reiniging meestal niet
gesloten door drainage van geïnfecteerd materiaal.
ACUTE EN CHRONISCHE
WONDZORG
Wettelijk kader
B1-handeling: Voorbereiding, uitvoering van en toezicht op:
o Wondverzorging
o Verzorging van stomata, wonden met wieken en drains.
B2-handeling: voorbereiding, uitvoering en toezicht op
o Verwijdering van hechtingsmateriaal, wieken en drains.
De huid
Functies van de huid
Bescherming
o Koude, hitte en irritatie
o Mechanische invloeden
o Chemische substanties
o Micro-organismen
Thermoregulatie
Absorptie
Sensorische functie
Pathofysiologie
Fase 1
Fase 2
,Fase 3
Fase 4
Wondheling
Indeling in 3 groepen
Genezing per primam (bv. Biopsiewonde): zuivere wonde zonder
necrose, contaminatie en vreemde lichamen.
o Deze wonde kan primair gesloten worden: bv. hechting
o Gladde wondranden
o Geen factoren die wondgenezing belemmeren
o Vlotte epithelialisatie
o Snelle vorming van granulatieweefsel.
Genezing per secundam (bv. chronische ulcus): wonde met necrose die
gecontamineerd en/ of geïnfecteerd kan geraken en vreemde lichamen kan
bevatten.
o Vaak gescheurde wondranden
o Geassocieerde aandoeningen die de wondgenezing vertragen
o Granulatieweefsel zorgt voor opgroeien van de wonde.
Regeneratieve wondgenezing (bv. schaafwonde): oppervlakkige
wonden waarbij enkel de opperhuid beschadigd is.
o Wonde heelt door profileratie van aanwezige epitheelcellen in de
wondranden.
Preventie van wonden
Decubitus
Druk- en schuifkrachten
o Wisselklrachten
o Materialen die contactoppervlakte verkleinen
Medical devices: alle medische apparaten vormen een potentieel risico
voor drukkrachten.
, o Materialen voor O2 toediening, spalken, verblijfskatheter,
infuusleidingen en I.V. katheters
MASD – moisture associated skin damage
= Intertrigo, IAD, Wondvocht geassocieerde dermatitis
o Reinigen, hydrateren en beschermen
o Zachte huidverzorging bij risico-patiënten
Beïnvloedende factoren in de wondheling
Factoren eigen aan de wonde
o Contaminatie: wonden in de bilspleet zullen slechter genezen door
infectie dan wonden
o Vascularisatie: doorbloeding moet goed zijn voor aanvoer van
zuurstof.
o Lokalisatie van de wonde
Ons aangezicht is bv. beter doorbloed dan onze ledematen.
Bv. risico op contaminatie bij anale fistel.
Patiëntgerelateerde factoren
o Roken en drugs
o Onderliggende aandoeningen: bv. artherosclerose, diabetes enz.
o Medicaties en therapieën: bv. NSAID’s, immunosuppressiva (bv.
cortisonen).
o Leeftijd: celdeling, wat we nodig hebben, is bij ouderen minder
goed.
Acute versus chronische wonden
Acute wonden
= een verstoring van de integriteit van de huid en onderliggende weefsels die het
genezingsproces tijdig en ongecompliceerd doorloopt.
Voorbeelden: postoperatieve-, traumatische-, brandwonden, skin tears,
contactallergie enz.
Meestal traumatisch van oorsprong
Genezing per primam.
Chronische wonden
= wonden die niet binnen de 4-6 weken of niet tijdelijk en ordelijk genezen met
conventionele zorg
Classificatie van wonden
Iatrogeen
Chirurgische wonden
o Acuut: wonde na chirurgische ingreep. Er worden hechtingen,
steriele hechting strips of wondhaakjes gebruikt om wandranden bij
elkaar te houden.
o Chronisch: door onderliggende problematiek of door een complicatie
waarbij een acute wonde evolueert naar een chronische toestand.
Kan gesloten zijn, maar wordt na reiniging meestal niet
gesloten door drainage van geïnfecteerd materiaal.