vMV 01-01
- De student is in staat om de orgaanstelsels te noemen die in de anatomie worden
onderscheiden.
Tractus circulatorius (hartstelsel)
Tractus respiratorius (ademhalingsstelsel)
Tractus digestivus (verteringsstelsel)
Tractus urogenitalis (nieren en voortplantingsorgaan)
Tractus locomotorius (bewegingsapparaat)
Systema nervosum (zenuwstelsel)
- De student is in staat om de functie van deze verschillende orgaanstellen te noemen.
Tractus circulatorius
De tractus circulatorius zorgt ervoor dat het gehele lichaam wordt voorzien van bloed,
doormiddel van pulsen van het hart en de slagaders.
Tractus respiratorius
De functie van het tractus respiratorius is het lichaam voorzien van zuurstof door het in en
uitademen. De zuurstof in de lucht wordt opgenomen in het bloed. De koolstofdioxide ademt
men weer uit.
Tractus divestigus
Het tractus digestivus zorgt voor de vertering van ons voedsel. Dit orgaanstersel bestaat uit de
mond, keelholte, slokdarmhoofd, slokdarm, maag (gaster), dunne darm, dikke darm. In
combinatie met de toch, speekselklieren, alvleesklier, lever en de galblaas vormt dit het
menselijke spijsverteringsstelsel.
Tractus urogenitalis
Bestaat uit de nieren en voortplantingsorganen. De nieren werken samen met de blaas. In de
nieren wordt het bloed gezuiverd en worden alle afvalstoffen uit het bloed gehaald. Deze stoffen
die uit het bloed worden gehaald, worden vervolgens afgevoerd naar de blaas.
- De student is in staat om de vlakken, assen en bewegingen te noemen die in de anatomie
worden gebruikt.
Vlakken
Frontaal vlak (voor- en achteraanzicht). Rood
Loopt van links naar rechts; van boven naar beneden.
Sagittaal vlak (zijaanzicht). Blauw
Loopt van voor naar achter; van boven naar beneden.
Transversaal vlak (onder- en bovenaanzicht). Geel
Loopt van links naar rechts; van voor naar achter.
Mediaanvlak (loopt evenwijdig met het sagittale vlak). Blauw
Het lichaam precies door het midden.
Bewegingen
Bewegingen in het frontale vlak (rond de sagittale as)
Abductie – adductie, lateroflexie, enz.
Bewegingen in het sagittale vlak (rond de transversale as)
Anteflexie – retroflexie, flexie-extensie, enz.
Beweging in het transversale vlak (rond de longitudinale as)
Endorotatie – exorotatie, rotatie, enz.
Richtingen
Craniaal-caudaal: schedel-staart boven-onder
Proximaal-distaal: nabijgelegen-verafgelegen Afkortingen
Ventraal-dorsaal: voor-achter A.= arteria (aa.)
Lateraal-mediaal: zijkant-midden V. = vena (vv.)
N.= nervus (nn.)
Art.= articulation (artt.)
M.= musculus (mm.)
Aa, vv, nn, artt, mm meervoud
vMV 01-02
,- De student is in staat om de Latijnse en Nederlandse benaming voor de anatomische
structuren in de thorax te noemen.
-
Tractus Locomotorius Bewegingsapparaat
Vertebrae thoracicae Borstwervels
Costae Ribben
Costae verae De ware ribben, draagribben
Costae spuriae Valse ribben, ademhalingsribben
Costae fluctuantes Zwevende ribben
Sternum Borstbeen
Processus xiphoideus Het zwaardvormig uitsteeksel
Tractus Digestivus Verteringsstelsel
Oesofagus Slokdarm
Tractus Circulatorius Hart- en vaat stelsel
Cor Hart
Aorta ascendens Stijgende aorta
Arcus aortae Aortaboog
Aorta descendens Neerdalende aorta
Truncus brachiocephalicus Arm- hoofdslagader
A. carotis communis dextra Gemeenschappelijke rechter hartslagader
A. subclavia dextra Ondersleutelbeenslagader ontspringt rechts
A. carotis communis sinistra Gemeenschappelijke linker hartslagader
A. subclavia sinistra Ondersleutelbeenslagader ontspringt links
Truncus pulmonalis Slagaderstam
A. pulmonalis dextra Rechter longslagader
A. pulmonalis sinistra Linker longslagader
Vena Cava Superior Bovenste holle ader
Tractus Respiratorius Ademhalingsstelsel
Trachea Luchtpijp
Bronchus principalis dexter Rechter hoofdluchtpijpvertakking
Bronchus principalis sinister Linker hoofdluchtpijpvertakking
Pulmo dexter Rechterlong
Lobus superior Bovenkwab
Lobus medius Middenkwab
Lobus inferior Onderkwab
Pulmo sinister Linkerlong
Lobus superior Bovenkwab
Lobus inferior Onderkwab
Myologie Leer van spieren
Diaphragma Middenrif
Pars lumbalis Lage rug gedeelte
Pars costalis Rib
Pars sternalis Borstbeengedeelte
Centrum tendineum Peesachtig middengedeelte van het diafragma
, - De student kan de anatomische structuren in de thorax herkennen en benoemen op
afbeeldingen.
Tractus locomotorius
1. Sternum
2. Processus xiphoideus
3. Vertebrae thoracicae
4. Costae fluctuantes
5. costae spuriae
6. costae verae
Tractus circulatorius
1. Ventriculus dexter (rechterkamer)
2. Aorta ascendens
3. Vena Cava Superior
4. Truncus brachiocephalicus
5. A. carotis communis sinistra
6. A. subclavia sinistra
7. Arcus Aortae
8. Aorta descendens
9. A. Pulmonalis sinistra
10. Truncus pulmonalis
- De student is in staat om de orgaanstelsels te noemen die in de anatomie worden
onderscheiden.
Tractus circulatorius (hartstelsel)
Tractus respiratorius (ademhalingsstelsel)
Tractus digestivus (verteringsstelsel)
Tractus urogenitalis (nieren en voortplantingsorgaan)
Tractus locomotorius (bewegingsapparaat)
Systema nervosum (zenuwstelsel)
- De student is in staat om de functie van deze verschillende orgaanstellen te noemen.
Tractus circulatorius
De tractus circulatorius zorgt ervoor dat het gehele lichaam wordt voorzien van bloed,
doormiddel van pulsen van het hart en de slagaders.
Tractus respiratorius
De functie van het tractus respiratorius is het lichaam voorzien van zuurstof door het in en
uitademen. De zuurstof in de lucht wordt opgenomen in het bloed. De koolstofdioxide ademt
men weer uit.
Tractus divestigus
Het tractus digestivus zorgt voor de vertering van ons voedsel. Dit orgaanstersel bestaat uit de
mond, keelholte, slokdarmhoofd, slokdarm, maag (gaster), dunne darm, dikke darm. In
combinatie met de toch, speekselklieren, alvleesklier, lever en de galblaas vormt dit het
menselijke spijsverteringsstelsel.
Tractus urogenitalis
Bestaat uit de nieren en voortplantingsorganen. De nieren werken samen met de blaas. In de
nieren wordt het bloed gezuiverd en worden alle afvalstoffen uit het bloed gehaald. Deze stoffen
die uit het bloed worden gehaald, worden vervolgens afgevoerd naar de blaas.
- De student is in staat om de vlakken, assen en bewegingen te noemen die in de anatomie
worden gebruikt.
Vlakken
Frontaal vlak (voor- en achteraanzicht). Rood
Loopt van links naar rechts; van boven naar beneden.
Sagittaal vlak (zijaanzicht). Blauw
Loopt van voor naar achter; van boven naar beneden.
Transversaal vlak (onder- en bovenaanzicht). Geel
Loopt van links naar rechts; van voor naar achter.
Mediaanvlak (loopt evenwijdig met het sagittale vlak). Blauw
Het lichaam precies door het midden.
Bewegingen
Bewegingen in het frontale vlak (rond de sagittale as)
Abductie – adductie, lateroflexie, enz.
Bewegingen in het sagittale vlak (rond de transversale as)
Anteflexie – retroflexie, flexie-extensie, enz.
Beweging in het transversale vlak (rond de longitudinale as)
Endorotatie – exorotatie, rotatie, enz.
Richtingen
Craniaal-caudaal: schedel-staart boven-onder
Proximaal-distaal: nabijgelegen-verafgelegen Afkortingen
Ventraal-dorsaal: voor-achter A.= arteria (aa.)
Lateraal-mediaal: zijkant-midden V. = vena (vv.)
N.= nervus (nn.)
Art.= articulation (artt.)
M.= musculus (mm.)
Aa, vv, nn, artt, mm meervoud
vMV 01-02
,- De student is in staat om de Latijnse en Nederlandse benaming voor de anatomische
structuren in de thorax te noemen.
-
Tractus Locomotorius Bewegingsapparaat
Vertebrae thoracicae Borstwervels
Costae Ribben
Costae verae De ware ribben, draagribben
Costae spuriae Valse ribben, ademhalingsribben
Costae fluctuantes Zwevende ribben
Sternum Borstbeen
Processus xiphoideus Het zwaardvormig uitsteeksel
Tractus Digestivus Verteringsstelsel
Oesofagus Slokdarm
Tractus Circulatorius Hart- en vaat stelsel
Cor Hart
Aorta ascendens Stijgende aorta
Arcus aortae Aortaboog
Aorta descendens Neerdalende aorta
Truncus brachiocephalicus Arm- hoofdslagader
A. carotis communis dextra Gemeenschappelijke rechter hartslagader
A. subclavia dextra Ondersleutelbeenslagader ontspringt rechts
A. carotis communis sinistra Gemeenschappelijke linker hartslagader
A. subclavia sinistra Ondersleutelbeenslagader ontspringt links
Truncus pulmonalis Slagaderstam
A. pulmonalis dextra Rechter longslagader
A. pulmonalis sinistra Linker longslagader
Vena Cava Superior Bovenste holle ader
Tractus Respiratorius Ademhalingsstelsel
Trachea Luchtpijp
Bronchus principalis dexter Rechter hoofdluchtpijpvertakking
Bronchus principalis sinister Linker hoofdluchtpijpvertakking
Pulmo dexter Rechterlong
Lobus superior Bovenkwab
Lobus medius Middenkwab
Lobus inferior Onderkwab
Pulmo sinister Linkerlong
Lobus superior Bovenkwab
Lobus inferior Onderkwab
Myologie Leer van spieren
Diaphragma Middenrif
Pars lumbalis Lage rug gedeelte
Pars costalis Rib
Pars sternalis Borstbeengedeelte
Centrum tendineum Peesachtig middengedeelte van het diafragma
, - De student kan de anatomische structuren in de thorax herkennen en benoemen op
afbeeldingen.
Tractus locomotorius
1. Sternum
2. Processus xiphoideus
3. Vertebrae thoracicae
4. Costae fluctuantes
5. costae spuriae
6. costae verae
Tractus circulatorius
1. Ventriculus dexter (rechterkamer)
2. Aorta ascendens
3. Vena Cava Superior
4. Truncus brachiocephalicus
5. A. carotis communis sinistra
6. A. subclavia sinistra
7. Arcus Aortae
8. Aorta descendens
9. A. Pulmonalis sinistra
10. Truncus pulmonalis