Leerdoel: Wat is stress en wat zijn de functies van stress?
James Kalat. Biological psychology (H12.3)
Aanvullingen uit Neil Carlson. Physiology of behavior (H17).
Aanvullingen uit Pinel. Biopsychology (H17.4).
Aanvullingen uit Frederick Toates. Biological Psychology (H13).
Seyle: stress: een nonspecifieke respons van het lichaam op de eisen die eraan gesteld
worden.
Seyle stelde dat elke dreiging op het lichaam (in aanvulling op de specifieke effecten van die
dreiging) zorgt voor een gegeneraliseerde respons op stress (het general adaptation
syndrome).
- 1e fase: alarm: wordt gekenmerkt door een toegenomen activiteit van het
sympatische zenuwstelsel, wat het lichaam klaar maakty om snel te kunnen reageren
op[ gevaar.
- 2e fase: resistance: de activiteit van het sympatische zenuwstelsel neemt af, maar de
adrenal cortex scheidt cortisol en andere hormonen uit die ervoor zorgen dat het
lichaam de langdurige alertheid kan handhaven, infecties kan tegengaan en wonden
kan helen.
- 3e fase: exhausition: het individu is dan moe, inactief en kwetsbaar, omdat het
zenuwstelsel en het immuunsysteem niet langer de energie hebben een hun
verhoogde responses te handhaven.
Duale aard van stress (Seyle): onderscheid tussen acute stress (kortdurend) eustress en
chronische stress (langdurend) distress.
3 criteria waar een stressreactie vanaf hangt:
- Individu.
- Stressor.
- Copingstrategieën (deze kunnen actief (vechten of vluchten) of passief (bevriezen)
zijn).
Stress activeert 2 systemen in het lichaam: het sympatisch zenuwstwelsel en de HPA-as
(hypothalamus, hypofyse, bijnier-as).
de paraventiculaire nucleus van de hypothalamus (PVN) stoten corticotrpin-releasing
hormone (CRH/CRF) uit en dat zorgt ervoor dat de hypofyse adrenocorticotropic hormone
(ACTH) vrijgeeft en dat stimuleert de bijnier weer om cortisol af te geven wat zorgt voor een
verhoging van metabolische activiteit verhoogt het niveau van suiker en andere
voedingsstoffen in het bloed.
Cortisol wordt glucocorticoid genoemd omdat het van grote invloed is op het
metabolisme van glucose. Het helpt ook om eiwitten af te breken en het om te zetten
in glucose, om vetten beschikbaar te maken voor energie, een verhoogde
bloedtoevoer en het stimuleren van gedragsmatige responses (vaak door stimulatie
van de hersenen). Ze verlagen daarnaast ook de sensitiviteit van de geslachtsklieren
voor het luteneizing hormone (LH) dat de uitstoot van sekshormonen onderdrukt.
, in vergelijking met het autonome zenuwstelsel reageert de HPA-as langzamer, maar het
wordt wel de dominante respons bij langdurige stress (BV leven met een agressieve ouder).
stressoren activeren het sympatische zenuwstelsel waardoor het bijniermerg ook
epinephrine en norepinephrine (ook wel adrenaline en noradrenaline) uitstoot.
Epinephrine: is van invloed op het metabolisme van glucose, het zorgt ervoor dat
voedingsstoffen die opgeslagen liggen in de spieren vrijkomen voor een inspannende
activiteit. Samen met norepinpherine zorgt het ook voor een toename in de
bloedtoevoer naar de spieren door de output van het hart te vergroten (wat ook voor
een hogere bloeddruk zorgt). Daarnaast is norepinepherine ook een
neurotransmitter, sommige gedragsmatige en fysieke responses op aversieve stimuli
blijken gemedieerd te worden nonadrenergic neuronen.
De HPA-as heeft een eigen feedbacksysteem. Corticosteroids inhiberen hun eigen uitstoot.
Als dit systeem optimaal werkt dan wordt de HPA-as plots platgelegd op het moment dat de
stressor beëindigd wordt. Als dit niet goed werkt, dan kan de hormonale activatie nog veel
langer doorgaan dan de stressor zelf.