Met andere ogen samenvatting:
Door: Daphne Bremer
Deel 1 – Pagina 11 t/m 42
Onderzoek kan verschillende drijfveren hebben: nieuwsgierigheid, een probleem willen oplossen of
iets willen verbeteren.
Praktijk gestuurd onderzoek = Het gezamenlijke zoekproces van onderzoekers en praktijk
functionarissen, met het doel informatie te verzamelen die het praktisch handelen van een
individuele praktijkfunctionaris, een groep van praktijkfunctionarissen, een bepaalde organisatie of
een groep van organisaties verandert. (BOTTOM-UP)
Praktijk gericht onderzoek = wetenschappelijke kennis in praktijksituaties toepassen. (TOP-DOWN)
Theorie gericht onderzoek = Onderzoek dat bijdraagt aan (verdere) theorievorming om bepaalde
verschijnselen in de wereld om ons heen te beschrijven, te ordenen en te verklaren.
BOTTOM-UP = Van praktijk naar wetenschap
TOP-DOWN = Van wetenschap naar de praktijk
1. Onderzoek verloopt volgens een planmatige onderzoekscyclus, met logische stappen die
steeds om reflectie en besluitvorming vragen.
2. Onderzoek vereist een persoon met kennis en kunde om de cyclus te doorlopen.
3. Onderzoek vereist een context waarbinnen de cyclus doorlopen wordt.
De persoon en context vormen de basis van de onderzoekscyclus.
Er zijn 5 B’s bij praktijk gestuurd onderzoek:
persoon Context (collega’s, cliënten)
Belang Voordeel dat jij hebt: bijdrage Voordeel voor context, het
willen leveren, geld, promotie. doel
Het doel
Bereidheid Jij wilt je inspannen en moeite Personen in de context vinden
doen. (intrinsiek = je werk het de moeite waard of willen
beter kunnen doen.) een bijdrage leveren.
(extrinsiek = eisen van (intrinsiek en extrinsiek hier
anderen) ook mogelijk)
Bekwaamheid Je beschikt over de kennis en Personen in context kunnen
vaardigheden om onderzoek een bijdrage leveren.
uit te kunnen voeren. (beschikken over kennis,
kritisch meedenken etc.)
Beschikbaarheid Je hebt tijd en middelen om Personen in context hebben
het onderzoek uit te voeren tijd en middelen.
Benutting Je verwacht een bijdrage te Personen in context
leveren, meer efficiëntie of een verwachten een bijdrage te
oplossing of meer kennis. leveren of een verbetering.
, Herhaalbaarheid maakt je onderzoek betrouwbaar.
Geldigheid (je onderzoek slaat ergens op) maakt je onderzoek valide.
Betrouwbaarheid en validiteit zeggen wat over de kwaliteit van je onderzoek.
Scientist-practitioner model
a) Stelt zijn eigen kennis voorop en maakt weinig/geen gebruik van andere kennis.
b) Doet vooral theoriegericht onderzoek
c) Reflecteert op zijn handelen en dat van zijn collega, is erg kritisch
d) Laat zich leiden door wetenschappelijke kennis, maar kijkt wel naar de situatie
e) Expliceren en toetsen van praktijkkennis. Opzoek naar nieuwe kennis en oplossingen en
reflecteert constant op zijn eigen werk en dat van zijn collega’s.
Balans tussen praktijk en wetenschap.
Kwantitatief onderzoek: Gesloten vraag, de mate waarin iets voorkomt. Iets toetsen of testen.
Kwalitatief onderzoek: Open vraag, nieuwe onbekende kennis kan worden opgedaan. Verschijnselen
begrijpen, hoe gaan/werken dingen.
Door: Daphne Bremer
Deel 1 – Pagina 11 t/m 42
Onderzoek kan verschillende drijfveren hebben: nieuwsgierigheid, een probleem willen oplossen of
iets willen verbeteren.
Praktijk gestuurd onderzoek = Het gezamenlijke zoekproces van onderzoekers en praktijk
functionarissen, met het doel informatie te verzamelen die het praktisch handelen van een
individuele praktijkfunctionaris, een groep van praktijkfunctionarissen, een bepaalde organisatie of
een groep van organisaties verandert. (BOTTOM-UP)
Praktijk gericht onderzoek = wetenschappelijke kennis in praktijksituaties toepassen. (TOP-DOWN)
Theorie gericht onderzoek = Onderzoek dat bijdraagt aan (verdere) theorievorming om bepaalde
verschijnselen in de wereld om ons heen te beschrijven, te ordenen en te verklaren.
BOTTOM-UP = Van praktijk naar wetenschap
TOP-DOWN = Van wetenschap naar de praktijk
1. Onderzoek verloopt volgens een planmatige onderzoekscyclus, met logische stappen die
steeds om reflectie en besluitvorming vragen.
2. Onderzoek vereist een persoon met kennis en kunde om de cyclus te doorlopen.
3. Onderzoek vereist een context waarbinnen de cyclus doorlopen wordt.
De persoon en context vormen de basis van de onderzoekscyclus.
Er zijn 5 B’s bij praktijk gestuurd onderzoek:
persoon Context (collega’s, cliënten)
Belang Voordeel dat jij hebt: bijdrage Voordeel voor context, het
willen leveren, geld, promotie. doel
Het doel
Bereidheid Jij wilt je inspannen en moeite Personen in de context vinden
doen. (intrinsiek = je werk het de moeite waard of willen
beter kunnen doen.) een bijdrage leveren.
(extrinsiek = eisen van (intrinsiek en extrinsiek hier
anderen) ook mogelijk)
Bekwaamheid Je beschikt over de kennis en Personen in context kunnen
vaardigheden om onderzoek een bijdrage leveren.
uit te kunnen voeren. (beschikken over kennis,
kritisch meedenken etc.)
Beschikbaarheid Je hebt tijd en middelen om Personen in context hebben
het onderzoek uit te voeren tijd en middelen.
Benutting Je verwacht een bijdrage te Personen in context
leveren, meer efficiëntie of een verwachten een bijdrage te
oplossing of meer kennis. leveren of een verbetering.
, Herhaalbaarheid maakt je onderzoek betrouwbaar.
Geldigheid (je onderzoek slaat ergens op) maakt je onderzoek valide.
Betrouwbaarheid en validiteit zeggen wat over de kwaliteit van je onderzoek.
Scientist-practitioner model
a) Stelt zijn eigen kennis voorop en maakt weinig/geen gebruik van andere kennis.
b) Doet vooral theoriegericht onderzoek
c) Reflecteert op zijn handelen en dat van zijn collega, is erg kritisch
d) Laat zich leiden door wetenschappelijke kennis, maar kijkt wel naar de situatie
e) Expliceren en toetsen van praktijkkennis. Opzoek naar nieuwe kennis en oplossingen en
reflecteert constant op zijn eigen werk en dat van zijn collega’s.
Balans tussen praktijk en wetenschap.
Kwantitatief onderzoek: Gesloten vraag, de mate waarin iets voorkomt. Iets toetsen of testen.
Kwalitatief onderzoek: Open vraag, nieuwe onbekende kennis kan worden opgedaan. Verschijnselen
begrijpen, hoe gaan/werken dingen.