Verdieping Europees
belastingrecht
Uitwerkingen werkcollegeopdrachten
Creditgroep: Creditgroep J
Datum college: 5 februari 2019
Onderwerp: Vrijheden III
, Opgave 1 – dispariteit v. discriminatie ‘revisited’
Om te bepalen of de fiscale behandeling in strijd is met het vrije verkeer dient het
beslisschema van het HvJ nagelopen te worden. Welbekend bestaat deze uit 3
stappen welke allen doorlopen dienen te worden.
1. Is er toegang tot de EU-vrijheden?
Er is toegang tot de EU-vrijheden indien er is voldaan aan de drie werkingssferen.
Ten eerste de personele werkingssfeer. In de casus gaat het om een EU-onderdaan
(lidstaat X), er is dus voldaan aan de personele werkingssfeer. Ten tweede de
geografische werkingssfeer. Hieraan is voldaan omdat er sprake is van een
grensoverschrijdende economische activiteit, namelijk het investeren in lidstaat Y,
waaruit dividenden worden ontvangen. Ten derde de materiële werkingssfeer. In de
casus gaat het om een pensioenfonds die ter belegging een aandelenbezit van
enkele procenten houdt in een kapitaalvennootschap in lidstaat Y. Er is een
minderheidsbelang, het gaat om de vrijheid van kapitaal. Er kan dus geconcludeerd
worden dat er toegang is tot de EU-vrijheden voor JAP.
2. Is er sprake van een discriminatie/belemmering
In de casus gaat het om pensioenfonds JAP die gevestigd is in lidstaat X. Het
pensioenfonds investeert in een vennootschap in lidstaat Y. Voor een investering in
een vennootschap in lidstaat X krijgen pensioenfondsen in lidstaat X een fiscaal
voordeel, namelijk een afdrachtsvermindering van de dividendbelasting. Vereiste
hierbij is wel het gaat om X-landse dividendbelasting, dus afkomstig uit dividend
betaalt door een vennootschap uit land X. Het tarief in land X voor de
dividendbelasting is 10%.
JAP investeert in een vennootschap in land Y, waardoor hij niet in aanmerking komt
voor het fiscale voordeel. Immers is de dividendbelasting niet afkomstig uit land X
waardoor er geen afdrachtvermindering mogelijk is. Indien JAP had geïnvesteerd in
een binnenlandse vennootschap, had JAP wel in aanmerking gekomen voor het
fiscale voordeel. JAP wordt nadeliger behandeld vanwege zijn investeringslocatie, dit
vormt een belemmering van het vrije verkeer.
3. Kan de belemmering gerechtvaardigd worden?
De situatie die zich hier voordoet lijkt op de situatie die zich voordeed in de zaak
Fidelity Funds. De voorwaarde die daar werd gesteld aan het krijgen van de
afdrachtsvermindering voor een fonds was dat het fonds de ontvangen dividenden
moest uitkeren aan natuurlijke personen die ingezetenen waren. In deze situatie is
het net omgedraaid, in plaats van dat de dividenden moeten worden betaald aan
een ingezetene, moeten ze zijn ontvangen door een ingezetene.
Onder artikel 65 lid 1 a is een uitzondering gemaakt voor een belemmering van het
vrije verkeer indien een onderscheid in behandeling wordt gemaakt tussen
belastingplichtigen die niet in dezelfde situatie verkeren met betrekking tot hun
vestigingsplaats of de plaats waar zij hun kapitaal investeren. JAP belegt in een
andere lidstaat dan een binnenlands belastingplichtige die in het binnenland
belastingrecht
Uitwerkingen werkcollegeopdrachten
Creditgroep: Creditgroep J
Datum college: 5 februari 2019
Onderwerp: Vrijheden III
, Opgave 1 – dispariteit v. discriminatie ‘revisited’
Om te bepalen of de fiscale behandeling in strijd is met het vrije verkeer dient het
beslisschema van het HvJ nagelopen te worden. Welbekend bestaat deze uit 3
stappen welke allen doorlopen dienen te worden.
1. Is er toegang tot de EU-vrijheden?
Er is toegang tot de EU-vrijheden indien er is voldaan aan de drie werkingssferen.
Ten eerste de personele werkingssfeer. In de casus gaat het om een EU-onderdaan
(lidstaat X), er is dus voldaan aan de personele werkingssfeer. Ten tweede de
geografische werkingssfeer. Hieraan is voldaan omdat er sprake is van een
grensoverschrijdende economische activiteit, namelijk het investeren in lidstaat Y,
waaruit dividenden worden ontvangen. Ten derde de materiële werkingssfeer. In de
casus gaat het om een pensioenfonds die ter belegging een aandelenbezit van
enkele procenten houdt in een kapitaalvennootschap in lidstaat Y. Er is een
minderheidsbelang, het gaat om de vrijheid van kapitaal. Er kan dus geconcludeerd
worden dat er toegang is tot de EU-vrijheden voor JAP.
2. Is er sprake van een discriminatie/belemmering
In de casus gaat het om pensioenfonds JAP die gevestigd is in lidstaat X. Het
pensioenfonds investeert in een vennootschap in lidstaat Y. Voor een investering in
een vennootschap in lidstaat X krijgen pensioenfondsen in lidstaat X een fiscaal
voordeel, namelijk een afdrachtsvermindering van de dividendbelasting. Vereiste
hierbij is wel het gaat om X-landse dividendbelasting, dus afkomstig uit dividend
betaalt door een vennootschap uit land X. Het tarief in land X voor de
dividendbelasting is 10%.
JAP investeert in een vennootschap in land Y, waardoor hij niet in aanmerking komt
voor het fiscale voordeel. Immers is de dividendbelasting niet afkomstig uit land X
waardoor er geen afdrachtvermindering mogelijk is. Indien JAP had geïnvesteerd in
een binnenlandse vennootschap, had JAP wel in aanmerking gekomen voor het
fiscale voordeel. JAP wordt nadeliger behandeld vanwege zijn investeringslocatie, dit
vormt een belemmering van het vrije verkeer.
3. Kan de belemmering gerechtvaardigd worden?
De situatie die zich hier voordoet lijkt op de situatie die zich voordeed in de zaak
Fidelity Funds. De voorwaarde die daar werd gesteld aan het krijgen van de
afdrachtsvermindering voor een fonds was dat het fonds de ontvangen dividenden
moest uitkeren aan natuurlijke personen die ingezetenen waren. In deze situatie is
het net omgedraaid, in plaats van dat de dividenden moeten worden betaald aan
een ingezetene, moeten ze zijn ontvangen door een ingezetene.
Onder artikel 65 lid 1 a is een uitzondering gemaakt voor een belemmering van het
vrije verkeer indien een onderscheid in behandeling wordt gemaakt tussen
belastingplichtigen die niet in dezelfde situatie verkeren met betrekking tot hun
vestigingsplaats of de plaats waar zij hun kapitaal investeren. JAP belegt in een
andere lidstaat dan een binnenlands belastingplichtige die in het binnenland
