Bestuursrecht samenvatting
WEEK 1 INTRODUCTIE BESTUURSRECHT
Het bestuursrecht houdt zich bezig met de realisatie en het onderhoud van de
democratische rechtsstaat. Het bestuursrecht ziet direct op het verkeer tussen
de overheid en burger.
In het bestuursrecht maken we onderscheid tussen algemeen bestuursrecht en
bijzonder bestuursrecht.
Onder het algemeen bestuursrecht vallen:
- gemeenschappelijke onderwerpen
- Algemene leerstukken
- Met name besluitvorming (vb. aanvraag)
Bijzonder bestuursrecht
- de regulering en ordening van een bepaald aspect in de samenleving
- Bevoegdheden van de overheid
De overheid kent twee ‘dimensies’:
- de waarborgdimensie (waarborgfunctie)
Welke regels gelden voor de overheid?
Rechtsbescherming, aanvraag, bekendmaking, motivering
- de instrumentele dimensie (instrumentele functie)
Welke instrumenten bezit de overheid?
Om de samenleving te sturen bv. Omgevingsvergunning
Er zijn verschillende bevoegdheden:
- publiekrechtelijke bevoegdheid:
Een bevoegdheid op basis waarvan een overheidsinstelling publieke belangen
behartigt met een beoogd rechtsgevolg
bv. Een bestuursbevoegdheid of wetgevende bevoegdheid
- privaatrechtelijke bevoegdheid
De bevoegdheid een privaatrechtelijke overeenkomst te sluiten.
Hoewel de wetgevende(regelgevende) bevoegdheid en
bestuursbevoegdheid(uitvoerende) beiden publiekrechtelijk zijn, bestaan er
genoeg verschillen. Deze bevoegdheden worden namelijk door de trias politica
niet door dezelfde personen beoefend.
Wie maakt de wetten?
Op rijksniveau: De Staten-Generaal + regering = wet in formele zin
Regering = AMvB
ministers = ministeriële
regeling
Provinciaal niveau: Provinciale staten = provinciale
verordening
Gemeentelijk niveau: Gemeenteraad = gemeentelijke
verordening
WEEK 2 DE ALGEMENE WET BESTUURSRECHT (AWB)
, In artikel 107 lid 2 Gw staat vast dat het algemeen bestuursrecht gecodificeerd
moet worden.
De awn heeft een gelaagde structuur.
Hoe specifieker de wet die je zoekt, des te verder deze in de wet te vinden is.
H1 awb: algemene begrippen
H2/5 awb: materieel recht
H6/8 awb: formeel recht
De bijzondere wetten zijn in hun eigen boek geregeld. Door de gelaagde
structuur is de wetgeving vereenvoudigd.
Doelstellingen van de awb:
- rechtsgelijkheid en rechtszekerheid
- Systematiseren en vereenvoudigen
- Codificeren van de jurisprudentie
- Treffen van bijzondere bepalingen
De awb dient als een voorportaal(aanbouw) op het bestuursrecht: de
bijzondere wetten gaan altijd voor de algemeen wetten.
WEEK 3 DE NEDERLANDSE BESTUURSORGANISATIE
Een bestuursorgaan in de zin van artikel 1:1 lid 1 awb:
A- orgaan: een orgaan van een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is
ingesteld.
Wat een orgaan is staat in de bijzondere wet van het desbetreffende orgaan.
Wat een publiekrechtelijk rechtspersoon is staat in boek 2 BW art. 1 + 2
B-orgaan: persoon of college met enig openbaar gezag bekleed.
Openbaar gezag heeft betrekking op een publiekrechtelijke bevoegdheid: APK-
keurder, AFM(autoriteit Financiële Markten)
Bestuursorganen van openbare lichamen:
De staat:
Regering, minister en staatssecretaris
De provincie: art. 6 provinciewet
Provinciale staten, het college van gedeputeerde staten
De gemeente: art. 6 gemeentewet
De burgemeester, de gemeenteraad, college van B&W
Het waterschap art. 10 waterschapswet
Algemeen bestuur, dagelijks bestuur en de voorzitter.
Je bent een belanghebbende in de zin van art. 1:2 awb wanneer:
1. Je belang rechtstreeks bij een besluit betrokken is (lid 1)
Hierop zijn een paar aanvullende criteria:
- Objectief bepaalbaar belang: iedereen moet kunnen zien dat jij een belang
hebt;
- Persoonlijk belang: je moet er van dichtbij bijzitten en regelmatig ervaren.
- Eigen belang: voor jezelf opkomen, niet voor een ander
- Rechtstreeks betrokken: er moet een causaal verband zijn tussen het besluit
en de last
- Actueel belang: het moet zich nu afspelen.
2. Mag verwaarloosd worden
WEEK 1 INTRODUCTIE BESTUURSRECHT
Het bestuursrecht houdt zich bezig met de realisatie en het onderhoud van de
democratische rechtsstaat. Het bestuursrecht ziet direct op het verkeer tussen
de overheid en burger.
In het bestuursrecht maken we onderscheid tussen algemeen bestuursrecht en
bijzonder bestuursrecht.
Onder het algemeen bestuursrecht vallen:
- gemeenschappelijke onderwerpen
- Algemene leerstukken
- Met name besluitvorming (vb. aanvraag)
Bijzonder bestuursrecht
- de regulering en ordening van een bepaald aspect in de samenleving
- Bevoegdheden van de overheid
De overheid kent twee ‘dimensies’:
- de waarborgdimensie (waarborgfunctie)
Welke regels gelden voor de overheid?
Rechtsbescherming, aanvraag, bekendmaking, motivering
- de instrumentele dimensie (instrumentele functie)
Welke instrumenten bezit de overheid?
Om de samenleving te sturen bv. Omgevingsvergunning
Er zijn verschillende bevoegdheden:
- publiekrechtelijke bevoegdheid:
Een bevoegdheid op basis waarvan een overheidsinstelling publieke belangen
behartigt met een beoogd rechtsgevolg
bv. Een bestuursbevoegdheid of wetgevende bevoegdheid
- privaatrechtelijke bevoegdheid
De bevoegdheid een privaatrechtelijke overeenkomst te sluiten.
Hoewel de wetgevende(regelgevende) bevoegdheid en
bestuursbevoegdheid(uitvoerende) beiden publiekrechtelijk zijn, bestaan er
genoeg verschillen. Deze bevoegdheden worden namelijk door de trias politica
niet door dezelfde personen beoefend.
Wie maakt de wetten?
Op rijksniveau: De Staten-Generaal + regering = wet in formele zin
Regering = AMvB
ministers = ministeriële
regeling
Provinciaal niveau: Provinciale staten = provinciale
verordening
Gemeentelijk niveau: Gemeenteraad = gemeentelijke
verordening
WEEK 2 DE ALGEMENE WET BESTUURSRECHT (AWB)
, In artikel 107 lid 2 Gw staat vast dat het algemeen bestuursrecht gecodificeerd
moet worden.
De awn heeft een gelaagde structuur.
Hoe specifieker de wet die je zoekt, des te verder deze in de wet te vinden is.
H1 awb: algemene begrippen
H2/5 awb: materieel recht
H6/8 awb: formeel recht
De bijzondere wetten zijn in hun eigen boek geregeld. Door de gelaagde
structuur is de wetgeving vereenvoudigd.
Doelstellingen van de awb:
- rechtsgelijkheid en rechtszekerheid
- Systematiseren en vereenvoudigen
- Codificeren van de jurisprudentie
- Treffen van bijzondere bepalingen
De awb dient als een voorportaal(aanbouw) op het bestuursrecht: de
bijzondere wetten gaan altijd voor de algemeen wetten.
WEEK 3 DE NEDERLANDSE BESTUURSORGANISATIE
Een bestuursorgaan in de zin van artikel 1:1 lid 1 awb:
A- orgaan: een orgaan van een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is
ingesteld.
Wat een orgaan is staat in de bijzondere wet van het desbetreffende orgaan.
Wat een publiekrechtelijk rechtspersoon is staat in boek 2 BW art. 1 + 2
B-orgaan: persoon of college met enig openbaar gezag bekleed.
Openbaar gezag heeft betrekking op een publiekrechtelijke bevoegdheid: APK-
keurder, AFM(autoriteit Financiële Markten)
Bestuursorganen van openbare lichamen:
De staat:
Regering, minister en staatssecretaris
De provincie: art. 6 provinciewet
Provinciale staten, het college van gedeputeerde staten
De gemeente: art. 6 gemeentewet
De burgemeester, de gemeenteraad, college van B&W
Het waterschap art. 10 waterschapswet
Algemeen bestuur, dagelijks bestuur en de voorzitter.
Je bent een belanghebbende in de zin van art. 1:2 awb wanneer:
1. Je belang rechtstreeks bij een besluit betrokken is (lid 1)
Hierop zijn een paar aanvullende criteria:
- Objectief bepaalbaar belang: iedereen moet kunnen zien dat jij een belang
hebt;
- Persoonlijk belang: je moet er van dichtbij bijzitten en regelmatig ervaren.
- Eigen belang: voor jezelf opkomen, niet voor een ander
- Rechtstreeks betrokken: er moet een causaal verband zijn tussen het besluit
en de last
- Actueel belang: het moet zich nu afspelen.
2. Mag verwaarloosd worden