Revalidatie, insp. Fys, opp depressie
Neurologische aspecten
- De buitenkant van de hersenen wordt de cortex cerebri genoemd (de schors van het
cerebrum).
Hierin worden 80% geregeld:
cognitie
Somato sensoriek (het voelen)
Motoriek (beweging)
- Het medula cerebri is de binnenkant van de hersenen. Hierin zitten allemaal
schakelneuronen in.
Hoe onderzoeken?
- Klinische casussen (iemand heeft iets, waarbij iemand iets kan, of juist niet.)
Hierbij kijken ze dus als iemand iets bijvoorbeeld niet kan, wat voor activiteit er in de
hersenen plaatsvindt.
- Laesie’s
Expres dingen stuk maken in de hersenen om te kijken wat voor gedrag er dan te zien is. En
of er veranderingen zijn. De stuctuur (neuronen)in de hersenen vernietigen. De structuur en
de neurotransmitters samen vormen hoe je brein werkt
- Medicatie experiment
Diverse medicatie beïnvloeden bepaalde neurotransmitters.
- Electrische stimulatie
Kunstmatig stimuleren van een deel van de hersenen.
Kijken naar de hersenen
- CT scans
Het zichtbaar maken van de zachte hersenstructuren.
Diagnose van tumoren en andere abnormaliteiten mogelijk
- PET scans
Weergave van activiteit met gelabelde koolhydraten die worden gebruikt in je hersenen. De
PET scan meet hoe radioactief de gebieden zijn hierdoor kan je zien hoe actief bepaalde
delen van je hersenen zijn bij bepaalde activiteiten
- MRI scans
Combi van CT scans en PET scans
, Neuronen
werking:
Inhibitie en exitatie
- Synaps: overgang neuron
- Chemische overdracht signaal
- Zenuwstelsel kent inhiberende (remmende) en faciliterende/exiterende (stimulerende)
neuronen. Het is altijd het een of het ander dus: Het is altijd of inhiberend of faciliterend.
Dit hangt van de transmittorstof af. Dus of remmend of stimulerend, het uiteindelijke signaal
hangt af van de samenstelling van de transmitterstof. Als er 2 inhiberende zijn en maar 1
exiterende wordt er een inhiberend signaal doorgegeven.
- Je hebt meer inhiberende neuronen in je hersenen.
Ontwikkeling, beïnvloeding hersenen
- Neurale netwerken: de basis voor elke handeling en gedraging
Een neuraal netwerk is een samenwerkingsverband van duizenden tot miljoenen neuronen
om een bepaalde taak uit te voeren.
- Komen tot stand door interactie met de omgeving
- Door veel te doen en te oefenen weten deze groepen neuronen elkaar steeds beter te
vinden en word je steeds beter in een bepaalde taak. Hiermee bouw je een neuraal netwerk
op. (hoe beter je iets kan, hoe groter dat specifiek neuraal netwerk is)
Cerebrale cortex
- Dit is de buitenste laag van je hersenen hierin gebeurt 80% van je hersenen.
- Deze is belangrijk voor alle complexe gedragingen.
Lobben van de hersenen
Neurologische aspecten
- De buitenkant van de hersenen wordt de cortex cerebri genoemd (de schors van het
cerebrum).
Hierin worden 80% geregeld:
cognitie
Somato sensoriek (het voelen)
Motoriek (beweging)
- Het medula cerebri is de binnenkant van de hersenen. Hierin zitten allemaal
schakelneuronen in.
Hoe onderzoeken?
- Klinische casussen (iemand heeft iets, waarbij iemand iets kan, of juist niet.)
Hierbij kijken ze dus als iemand iets bijvoorbeeld niet kan, wat voor activiteit er in de
hersenen plaatsvindt.
- Laesie’s
Expres dingen stuk maken in de hersenen om te kijken wat voor gedrag er dan te zien is. En
of er veranderingen zijn. De stuctuur (neuronen)in de hersenen vernietigen. De structuur en
de neurotransmitters samen vormen hoe je brein werkt
- Medicatie experiment
Diverse medicatie beïnvloeden bepaalde neurotransmitters.
- Electrische stimulatie
Kunstmatig stimuleren van een deel van de hersenen.
Kijken naar de hersenen
- CT scans
Het zichtbaar maken van de zachte hersenstructuren.
Diagnose van tumoren en andere abnormaliteiten mogelijk
- PET scans
Weergave van activiteit met gelabelde koolhydraten die worden gebruikt in je hersenen. De
PET scan meet hoe radioactief de gebieden zijn hierdoor kan je zien hoe actief bepaalde
delen van je hersenen zijn bij bepaalde activiteiten
- MRI scans
Combi van CT scans en PET scans
, Neuronen
werking:
Inhibitie en exitatie
- Synaps: overgang neuron
- Chemische overdracht signaal
- Zenuwstelsel kent inhiberende (remmende) en faciliterende/exiterende (stimulerende)
neuronen. Het is altijd het een of het ander dus: Het is altijd of inhiberend of faciliterend.
Dit hangt van de transmittorstof af. Dus of remmend of stimulerend, het uiteindelijke signaal
hangt af van de samenstelling van de transmitterstof. Als er 2 inhiberende zijn en maar 1
exiterende wordt er een inhiberend signaal doorgegeven.
- Je hebt meer inhiberende neuronen in je hersenen.
Ontwikkeling, beïnvloeding hersenen
- Neurale netwerken: de basis voor elke handeling en gedraging
Een neuraal netwerk is een samenwerkingsverband van duizenden tot miljoenen neuronen
om een bepaalde taak uit te voeren.
- Komen tot stand door interactie met de omgeving
- Door veel te doen en te oefenen weten deze groepen neuronen elkaar steeds beter te
vinden en word je steeds beter in een bepaalde taak. Hiermee bouw je een neuraal netwerk
op. (hoe beter je iets kan, hoe groter dat specifiek neuraal netwerk is)
Cerebrale cortex
- Dit is de buitenste laag van je hersenen hierin gebeurt 80% van je hersenen.
- Deze is belangrijk voor alle complexe gedragingen.
Lobben van de hersenen