Psychologie of stress: belangrijk artikel
Neurologie
Stress= een situatie waarbij je door gebrek aan informatie geen controle hebt en de toekomst inschat
als onzeker en dreigend.
De meeste dingen die met stress te maken hebben zitten in je midden brein
Er zijn 3 niveaus in het brein:
1. Neo= hoogste
hier zitten alle hele complexe en nieuwe dingen
2. Paleo= midden
Alles wat met emotie (dus ook stress) te maken heeft, en bewegingen en taken die je semi-
automatisch kunt
3. Archie laagste
je hersenstam; hier zitten dingen waar je niet over na hoeft te denken (reflexen)
Vegetatieve integratie
Komt met name tot uitdrukking bij (over)belasting (fysiek, mentaal) en herstel
Hormonale stelsel:
- Anabole hormonen (maken iets aan)
- Katabole hormonen (breken iets af)
Neurale stelsel
- Animale zenuwstelsel
- Vegetatieve zenuwstelsel
Parasympatische deel (rust)
Ortho sympatische deel (actief
Anabolisme – parasympatisch
Katabolisme- ortho sympatisch
Je mileu interieur wordt door twee dingen geregeld, met als ‘baas’ de hypothalamus;
1. Zenuwen
2. Hormonen
, n. vagus: lage hartslag
n. accelerantus: hoge hartslag
stress
definitie stress van hans selye:
de niet-specifieke reactie van het lichaam op een stressor
tegenwoordig:
De toestand die ontstaat bij een werkelijke of vermeende bedreiging van de integriteit van het
organisme door stimuli of stressoren van allerlei aard.
In principe is stress positief. Het is een biologische reactie op potentieel gevaar.
Stress is goed omdat het op de korte termijn zorgt voor een functionele aanpassing
Tweedelige reactie:
- Super snel: OSS gestimuleerd (via zenuwen) bijniermerg: adrenaline
- Snel: via hypothalamus (via hormonen) bijnierschors: cortisol
OSS: orthosympatische systeem
op lange termijn is stress niet goed, omdat het dan zorgt voor structurelere negatieve aanpassingen
op korte termijn zorgt stress voor een functionele aanpassing.
Les 2
Hypothalamus in balans
Stress heeft invloed op je hypothalamus (ligt in je middenbrein)
De hypothalamus regelt 2 dingen:
1. Is baas van vegetatieve zenuwstelsel
2. En vegetatieve stelsel
In je hypocampus ligt je geheugen en emoties. Als je langdurig stress hebt gaat je hypocampus
achteruit. Ook heeft het negatieve invloed op je hypothalamus
(1. negatieve invloed op regulerende werking op emoties van de hypocampus
(2. Negatieve invloed op structuur van de hypocampus)
(PP 1 dia 16 tm 22)
Je kunt 2 dingen doen om de balans van stress weer te herstellen:
1. Je kunt stress verminderen (belangrijkste)
2. Je kunt de hypocampus stimuleren door bv te bewegen of door muziek
HPA as: (gebeurd bij stess) begint bij je hypothalamus, die maakt stofje vrij (relasing factor), dat stofje
stimuleert je hypofyse, die hyposfyse maakt een hormoon aan ACTH (adreho corticotroop hormoon=
bijnierschors stimuleren), in je bijnier wordt cortisol aangemaakt (HET stresshormoon)
Hypofyse= ook wel master-gland (omdat hier veel hormonen aangemaakt worden)
Hypofyse bestaat uit 2 delen:
▫ Achterzijde neurohypofyse:
ADH (vasopressine), oxytocine
▫ Voorzijde adenohypofyse
ACTH, STH (GH), TSH, gonadotrofinen (LH/ICSH, FSH), prolactine
Neurologie
Stress= een situatie waarbij je door gebrek aan informatie geen controle hebt en de toekomst inschat
als onzeker en dreigend.
De meeste dingen die met stress te maken hebben zitten in je midden brein
Er zijn 3 niveaus in het brein:
1. Neo= hoogste
hier zitten alle hele complexe en nieuwe dingen
2. Paleo= midden
Alles wat met emotie (dus ook stress) te maken heeft, en bewegingen en taken die je semi-
automatisch kunt
3. Archie laagste
je hersenstam; hier zitten dingen waar je niet over na hoeft te denken (reflexen)
Vegetatieve integratie
Komt met name tot uitdrukking bij (over)belasting (fysiek, mentaal) en herstel
Hormonale stelsel:
- Anabole hormonen (maken iets aan)
- Katabole hormonen (breken iets af)
Neurale stelsel
- Animale zenuwstelsel
- Vegetatieve zenuwstelsel
Parasympatische deel (rust)
Ortho sympatische deel (actief
Anabolisme – parasympatisch
Katabolisme- ortho sympatisch
Je mileu interieur wordt door twee dingen geregeld, met als ‘baas’ de hypothalamus;
1. Zenuwen
2. Hormonen
, n. vagus: lage hartslag
n. accelerantus: hoge hartslag
stress
definitie stress van hans selye:
de niet-specifieke reactie van het lichaam op een stressor
tegenwoordig:
De toestand die ontstaat bij een werkelijke of vermeende bedreiging van de integriteit van het
organisme door stimuli of stressoren van allerlei aard.
In principe is stress positief. Het is een biologische reactie op potentieel gevaar.
Stress is goed omdat het op de korte termijn zorgt voor een functionele aanpassing
Tweedelige reactie:
- Super snel: OSS gestimuleerd (via zenuwen) bijniermerg: adrenaline
- Snel: via hypothalamus (via hormonen) bijnierschors: cortisol
OSS: orthosympatische systeem
op lange termijn is stress niet goed, omdat het dan zorgt voor structurelere negatieve aanpassingen
op korte termijn zorgt stress voor een functionele aanpassing.
Les 2
Hypothalamus in balans
Stress heeft invloed op je hypothalamus (ligt in je middenbrein)
De hypothalamus regelt 2 dingen:
1. Is baas van vegetatieve zenuwstelsel
2. En vegetatieve stelsel
In je hypocampus ligt je geheugen en emoties. Als je langdurig stress hebt gaat je hypocampus
achteruit. Ook heeft het negatieve invloed op je hypothalamus
(1. negatieve invloed op regulerende werking op emoties van de hypocampus
(2. Negatieve invloed op structuur van de hypocampus)
(PP 1 dia 16 tm 22)
Je kunt 2 dingen doen om de balans van stress weer te herstellen:
1. Je kunt stress verminderen (belangrijkste)
2. Je kunt de hypocampus stimuleren door bv te bewegen of door muziek
HPA as: (gebeurd bij stess) begint bij je hypothalamus, die maakt stofje vrij (relasing factor), dat stofje
stimuleert je hypofyse, die hyposfyse maakt een hormoon aan ACTH (adreho corticotroop hormoon=
bijnierschors stimuleren), in je bijnier wordt cortisol aangemaakt (HET stresshormoon)
Hypofyse= ook wel master-gland (omdat hier veel hormonen aangemaakt worden)
Hypofyse bestaat uit 2 delen:
▫ Achterzijde neurohypofyse:
ADH (vasopressine), oxytocine
▫ Voorzijde adenohypofyse
ACTH, STH (GH), TSH, gonadotrofinen (LH/ICSH, FSH), prolactine