Bouwtechniek
Les 1: introductie
Prefabriceren = wanden worden in de fabriek gemaakt.
Bij houtskeletbouw worden wanden ook in de fabriek gemaakt maar dan van hout.
Verticaal - stijl
Horizontaal - regels
Waterleidingen liggen dieper onder de grond om het bevriezen te voorkomen.
Bij ieder ontwerp van een gebouw moet rekening gehouden worden met de vorm, functie,
constructie & economie.
Door dilatatievoegen deel je metselwerk op in vakken, wat scheurvorming voorkomt.
Contactgeluid hoor je door het gebouw heen, boren/ hakken op de grond
Permanente belastingen: belastingen van de constructie zelf
Veranderlijke belastingen: sneeuw, wind, kast die op verdieping staat etc…
Interne belastingen: temperatuurverschillen, krimp, zetting
Sterkte: weerstand tegen bezwijken
Stijfheid: weerstand tegen doorbuigen
Verschillende draagstructuren: kolomstructuur, schijven structuur, massieve structuur.
Luchtgeluid: pratende mensen etc… (kan lekkend geluid of flankerend geluid zijn)
Contactgeluid: boren of lopen op hakken (wordt via de muur doorgegeven) zwevende vloer
voorkomt dit bijvoorbeeld.
Brandscheiding: Branddoorslag (door de vloer), brandoverslag (niet door de vloer maar via
buiten?), weerstand tegen bezwijken.
, Les 2: bodemopbouw, funderingen
3 typen grondsoorten:
Niet samenhangende anorganische grondsoorten (zand, grind)
Nauwelijks samendrukbaar, goed waterdoorlatend.
Fijn materiaal -> zand, grof materiaal -> grind.
Samenhangende anorganische grondsoorten (klei, leem)
Samendrukbaar -> gevaar voor zettingen, slecht waterdoorlatend.
Zeer fijne korrelstructuur.
Samenhangende organische grondsoorten (veen)
Samendrukbaar -> gevaar voor zettingen, slecht verticaal waterdoorlatend (wel horizontaal).
Oude plantenresten, geen korrelstructuur, maar vezelachtig.
Bodemonderzoek:
Bepaling van de bodemopbouw (grondboring, handmatig of mechanisch)
Bepaling van de grondwaterstand (meten via peilbuis)
Bepaling diepte draagkrachtige laag.
Bepaling samendrukbaarheid van de grondlagen.
Door middel van sonderen weet je hoe diep de grond is en hoe lang je palen moeten zijn.
Je meet de draagkracht van verschillende grondlagen.
Funderingen
De fundering is de constructie die het gebouwgewicht overdraagt aan een draagkrachtige
grondlaag.
- Twee typen funderingen:
1. Fundering op staal
De draagkrachtige laag ligt dicht onder het maaiveld. Hierop wordt rechtstreeks
gebouwd.
2. Paalfundering
De draagkrachtige laag ligt dieper onder het maaiveld. Palen overbruggen de afstand
tussen het gebouw en de draagkrachtige laag.
Aanlegbreedte is de breedte van het beton.
Vanaf de tuin moet de onderkant van het beton minimaal 800 mm diep liggen (vorstvrij).
= aanlegdiepte. (800 MV) MV= Maaiveld.
Les 1: introductie
Prefabriceren = wanden worden in de fabriek gemaakt.
Bij houtskeletbouw worden wanden ook in de fabriek gemaakt maar dan van hout.
Verticaal - stijl
Horizontaal - regels
Waterleidingen liggen dieper onder de grond om het bevriezen te voorkomen.
Bij ieder ontwerp van een gebouw moet rekening gehouden worden met de vorm, functie,
constructie & economie.
Door dilatatievoegen deel je metselwerk op in vakken, wat scheurvorming voorkomt.
Contactgeluid hoor je door het gebouw heen, boren/ hakken op de grond
Permanente belastingen: belastingen van de constructie zelf
Veranderlijke belastingen: sneeuw, wind, kast die op verdieping staat etc…
Interne belastingen: temperatuurverschillen, krimp, zetting
Sterkte: weerstand tegen bezwijken
Stijfheid: weerstand tegen doorbuigen
Verschillende draagstructuren: kolomstructuur, schijven structuur, massieve structuur.
Luchtgeluid: pratende mensen etc… (kan lekkend geluid of flankerend geluid zijn)
Contactgeluid: boren of lopen op hakken (wordt via de muur doorgegeven) zwevende vloer
voorkomt dit bijvoorbeeld.
Brandscheiding: Branddoorslag (door de vloer), brandoverslag (niet door de vloer maar via
buiten?), weerstand tegen bezwijken.
, Les 2: bodemopbouw, funderingen
3 typen grondsoorten:
Niet samenhangende anorganische grondsoorten (zand, grind)
Nauwelijks samendrukbaar, goed waterdoorlatend.
Fijn materiaal -> zand, grof materiaal -> grind.
Samenhangende anorganische grondsoorten (klei, leem)
Samendrukbaar -> gevaar voor zettingen, slecht waterdoorlatend.
Zeer fijne korrelstructuur.
Samenhangende organische grondsoorten (veen)
Samendrukbaar -> gevaar voor zettingen, slecht verticaal waterdoorlatend (wel horizontaal).
Oude plantenresten, geen korrelstructuur, maar vezelachtig.
Bodemonderzoek:
Bepaling van de bodemopbouw (grondboring, handmatig of mechanisch)
Bepaling van de grondwaterstand (meten via peilbuis)
Bepaling diepte draagkrachtige laag.
Bepaling samendrukbaarheid van de grondlagen.
Door middel van sonderen weet je hoe diep de grond is en hoe lang je palen moeten zijn.
Je meet de draagkracht van verschillende grondlagen.
Funderingen
De fundering is de constructie die het gebouwgewicht overdraagt aan een draagkrachtige
grondlaag.
- Twee typen funderingen:
1. Fundering op staal
De draagkrachtige laag ligt dicht onder het maaiveld. Hierop wordt rechtstreeks
gebouwd.
2. Paalfundering
De draagkrachtige laag ligt dieper onder het maaiveld. Palen overbruggen de afstand
tussen het gebouw en de draagkrachtige laag.
Aanlegbreedte is de breedte van het beton.
Vanaf de tuin moet de onderkant van het beton minimaal 800 mm diep liggen (vorstvrij).
= aanlegdiepte. (800 MV) MV= Maaiveld.