armere deel van de wereld. De belangrijkste reden van de sterke
groei van de steden in ontwikkelingslanden is:
a. het hoge geboortecijfer in deze steden
b. de armoede op het platteland
c. de goede bereikbaarheid van de steden
d. de sterk gegroeide werkgelegenheid in de steden
2. Family-planning in ontwikkelingslanden moet leiden tot:
a. verbetering van de gezondheidszorg
b. verbetering van de hygiene
c. daling van het sterftecijfer
d. daling van het geboortecijfer
3. Bekijk onderstaande kaart over stankoverlast in Nederland. Verklaar
waarom de stankoverlast vooral in Oost- en Zuidoost Nederland als
‘veel meer dan gemiddeld’ kan worden omschreven.
a. In die gebieden ligt het zwaartepunt van de bio-industrie
waardoor er grote mestoverschotten zijn ontstaan.
b. In die gebieden bevindt zich het zwaartepunt van de Nederlandse
chemische industrie.
c. In die gebieden bevinden zich relatief veel veevoederfabrieken en
slachterijen die voor stankoverlast zorgen.
d. In die gebieden ligt het zwaartepunt van de akkerbouw en deze
grond moet relatief vaak bemest worden.
4. Op de foto zie je een olieraffinaderij. Men bouwt een olieraffinaderij
vaak bij voorkeur in het afzetgebied omdat:
a. De afvoer van de aardolie dan goedkoper wordt.
b. Daar meer ruimte is.
c. De afvoer van verschillende producten dan veiliger is.
d. De aanvoer van de aardolie dan duurder is, maar er lagere
transportkosten van de eindproducten zijn.
5. De zogenaamde Vinexwijken zijn:
a. Wijken in grote steden die vernieuwd worden om zo het
woningbestand te verbeteren en leegloop van de binnenstad te
voorkomen.
b. Grootschalige nieuwbouwwijken die worden aangelegd
buiten de randstad om de spreiding van de bevolking over
Nederland te bevorderen.
c. Kleinschalige nieuwbouwwijken die vooral op het platteland
worden uitgevoerd.
d. Grootschalige nieuwbouwwijken die worden aangelegd dicht bij
de grote steden zodat de bevolkingsgroei dáár wordt
geconcentreerd
6. Welk van de onderstaande bevolkingspiramides past het best bij de
opbouw van de Nederlandse bevolking in 1996?
a. piramide C
b. piramide A
c. piramide B
d. geen van de piramides
, 7. Bevolkingsgroei en ontwikkeling; welke stelling(en) is (zijn) juist?
Stelling 1: Snelle bevolkingsgroei stimuleert economische groei
Stelling 2: Het hoge geboortecijfer is een oorzaak én het gevolg van
armoede
a. Beide stellingen zijn juist
b. Stelling 1 is juist en stelling 2 is onjuist
c. Stelling 1 is onjuist en stelling 2 is juist
d. Beide stellingen zijn onjuist
8. Welke van de onderstaande delfstoffen die in Nederland kunnen
worden gevonden kun je op dit kaartfragment intekenen? (Noord-
Nederland)
a. Aardolie
b. Aardgas
c. Zout
d. Steenkool
9. In India wordt Engels gesproken omdat..
a. Het nu eenmaal een wereldtaal is
b. Er veel toeristen naar India op vakantie gaan
c. Het Hindi erg lijkt op het Engels, daarom spreken veel mensen
het Engels makkelijk leren,
d. India een kolonie van Engeland was.
10. Nederland is vanaf het begin van de Europese eenwording een
voorstander geweest van internationale economische
samenwerking;
a. Omdat Nederland vroeger veel heeft geïnvesteerd in goede
verkeersverbindingen met het buitenland
b. Om zo de werkloosheid te verlagen doordat Nederlanders
gemakkelijk in het buitenland konden gaan werken.
c. Omdat Nederland afhankelijk is van het buitenland waar
het gaat om invoer van grondstoffen en uitvoer van
goederen en diensten.
d. Omdat Nederlanders reislustig zijn en zo gemakkelijk en
goedkoop konden reizen naar het buitenland.
11. Je wilt een rondwandeling maken door een onbekend gebied.
Je hebt dan het meest aan een topografische kaart met schaal:
a. 1:100000
b. 1:25000
c. 1:50000
d. 1:200000
12. Wat is de geografische ligging van Nederland?
a. 25 N.B. en 10 O.L.
b. 52 N.B. en 5 O.L.
c. 52 N.B. en 10 W.L.
d. 5 N.B. en 25 W.L.
13. In Nederland varieert de lengte van de dag en de nacht, in de
winter is het langer donker, in de zomer is het langer licht. Waar op
de wereld is dat niet zo?
a. In Nieuw-Zeeland
b. In Japan
c. In Argentinië