100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting - Overzicht van de wijsbegeerte (DE BLOCK)

Rating
-
Sold
-
Pages
75
Uploaded on
29-06-2024
Written in
2023/2024

In deze samenvatting zijn ALLE dingen die in de LES aan bod zijn gekomen gemakkelijk en duidelijk uitgelegd. Deze uitleg vormt de rode draad doorheen het boek 'Denken Over Lichamen'. De concepten zijn gemakkelijk door te lezen, ideaal voor als je niet telkens iedere week 2 uur in een aula wil zitten. Ook de voorbeelden die de prof telkens gaf, zijn uitgewerkt.

Show more Read less
Institution
Course

















Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
June 29, 2024
Number of pages
75
Written in
2023/2024
Type
Summary

Subjects

Content preview

OVERZICHT VAN DE WIJSBEGEERTE
2023 - 2024

,H1: Wat is filofosie?

Een definitie
Als we vragen wat filosofie is, zoeken we een definitie die verder gaat dan een eenvoudige
woordenboekomschrijving. In een woordenboek wordt filosofie vaak omschreven als wijsbegeerte, een
verlangen naar wijsheid of inzicht. Deze definities zijn echter te vaag voor een filosofische bepaling.


Een filosofische bepaling probeert de noodzakelijke en voldoende voorwaarden te identificeren die moeten
worden vervuld om het begrip filosofie correct te gebruiken. Dit houdt in dat we op zoek zijn naar kenmerken
die bij elke filosofie aanwezig zijn en afwezig zijn bij alles wat geen filosofie is. We willen weten op basis
waarvan een boek, theorie of stelling filosofisch genoemd kan worden, en niet bijvoorbeeld psychologisch,
inzichtelijk, magisch of mystiek. Deze benadering is strikter en preciezer dan een algemene
woordenboekdefinitie.



Een attitude
Filosofen hebben verschillende meningen over hoe filosofie moet worden bepaald. Sommige filosofen
benadrukken dat filosofie een bepaalde houding of attitude inhoudt, bijvoorbeeld een houding ten opzichte
van het leven, de werkelijkheid, goed en kwaad, of het omgaan met leed. Zelfs onder degenen die filosofie als
een attitude beschouwen, bestaat er onenigheid over welke specifieke houding filosofie tot filosofie maakt,
en welke attitude noodzakelijk en voldoende is om over filosofie te spreken.


Een veelvoorkomende associatie is dat een filosofische houding er een is van relativeren. Een voorbeeld
hiervan is Socrates, die op zijn sterfbed met zijn vrienden en leerlingen blijft filosoferen terwijl hij de gifbeker
drinkt en zijn naderende dood onder ogen ziet. Dit wordt gezien als een typisch filosofische houding: het
vermogen om te relativeren.


Echter, relativeren alleen is onvoldoende om iemand tot een filosoof te maken. Er zijn niet-filosofen die ook
kunnen relativeren, en bovendien wordt niet alles door alle filosofen gerelativeerd. Filosofie vereist meer dan
alleen het vermogen om zaken te relativeren. Het is een complexere discipline die diepere reflectie en
analyse vraagt. Daarom is relativeren slechts één aspect van de filosofische houding en niet de enige of altijd
aanwezige eigenschap ervan.


Alfred North Whitehead
Alfred North Whitehead, een belangrijke wiskundige en filosoof uit de 19e en begin 20e eeuw, stelde voor dat
filosofie begint en eindigt met verwondering. Volgens Whitehead is verwondering de constante factor
gedurende de gehele filosofische activiteit. Filosofie, in zijn visie, is een proces dat steeds terugkeert naar
een staat van verwondering, zelfs nadat de filosofische gedachten tot een conclusie zijn gekomen.


Echter, ook dit voorstel heeft zijn beperkingen. Verwondering is een gevoel dat niet exclusief is voor
filosofen; ook niet-filosofen kunnen zich verwonderen.




1

,Louis CK
Louis CK, de stand-up comedian, geeft een komisch voorbeeld van zijn dochter die voortdurend vragen stelt
vanuit een gevoel van verwondering. Ze blijft maar vragen "waarom" over alles wat ze tegenkomt. Hoewel dit
gedrag een vorm van verwondering laat zien, benadrukt het dat verwondering op zich niet voldoende is om
als filosofie te worden beschouwd.


Søren Kierkegaard en Arthur Schopenhauer
Vertwijfeling is volgens sommige filosofen, zoals Søren Kierkegaard en Arthur Schopenhauer, de
grondhouding van de filosofie. Voor hen is vertwijfeling het moment waarop het leven zijn vanzelfsprekende
richting verliest en niets meer evident lijkt. Dit gevoel van onzekerheid en verlorenheid wordt gezien als een
cruciale startpunt voor filosofisch denken, waar alles in twijfel wordt getrokken en de grond onder je voeten
wegzakt.


Echter, zowel Kierkegaard als Schopenhauer erkennen dat filosofie meer is dan enkel vertwijfeling.
Vertwijfeling kan het begin zijn, maar filosofie vereist een verdere stap: het systematisch onderzoeken van
die vertwijfeling, het zoeken naar antwoorden en het ontwikkelen van een diepere begrip van de
werkelijkheid.


Vertwijfeling op zichzelf is niet voldoende om iets filosofisch te maken. Mensen kunnen vertwijfeld zijn door
allerlei persoonlijke crises, zoals een ernstige diagnose of een relatiebreuk, maar deze vertwijfeling leidt niet
noodzakelijkerwijs tot filosofie. Filosofie begint vaak bij vertwijfeling, maar gaat verder door middel van
rationele analyse, kritische reflectie en het zoeken naar fundamentele waarheden. Het is deze diepgang en
systematische aanpak die filosofie onderscheidt van gewone vertwijfeling.




Descartes..
Een laatste voorstel met betrekking tot een attitude in de filosofie, dat dicht bij een methode komt, is het
idee van kritisch denken. Kritisch denken en reflecteren worden vaak centraal gesteld in inleidende
filosofiecursussen. Een bekende definitie van filosofie is dat het een kritische rationele reflectie op de
betekenis van waarheden en de wereld is.


René Descartes, een belangrijke filosoof uit de 17e eeuw, vertaalde dit kritische denken naar een
systematische twijfel aan alles wat als waar wordt aangenomen. Dit betekent een kritische afstand nemen van
autoriteiten, zowel kerkelijke als wetenschappelijke, en zelfs van je eigen overtuigingen en waarnemingen.
Telkens opnieuw vragen of iets wel waar en correct is, en daarover reflecteren, vormt een kernhouding van
de filosofie.


Kritisch denken is echter niet exclusief voor filosofie. Het is een essentieel onderdeel van alle
wetenschappelijke en academische disciplines. Het doel van academisch onderwijs is vaak om studenten te
leren kritisch te denken, zodat ze kritische burgers kunnen worden. Dit toont aan dat kritisch denken
wijdverbreid en fundamenteel is in verschillende domeinen buiten de filosofie.


Hoewel kritisch denken een belangrijke en klassieke definitie van filosofie biedt, is het slechts één aspect van
de bredere filosofische praktijk die ook constructieve en speculatieve elementen omvat. En net zoals bij
andere attitudes, moet kritisch denken aangevuld worden met verdere diepgang en systematische reflectie
om de volledige reikwijdte van filosofie te bestrijken.
2

,Een domein
Een veelvoorkomend antwoord op de vraag waar filosofie zich mee bezighoudt, is dat het zich richt op
onbeantwoorde en fundamentele problemen. Filosofie probeert dieper te graven in deze problemen, vaak op
de grens van wat we kunnen begrijpen. Voorbeelden van dergelijke fundamentele vragen zijn: "Bestaat God?"
en "Wat is ziekte?"


Toch is het domein van onbeantwoorde vragen niet exclusief voor de filosofie. Andere disciplines, zoals
wiskunde, houden zich ook bezig met onbeantwoorde vragen. Bijvoorbeeld, het vermoeden van Goldbach
stelt dat elk even getal groter dan twee de som is van twee priemgetallen. Hoewel dit een onbeantwoorde
vraag is, valt het binnen het domein van de wiskunde, niet de filosofie.


Omgekeerd houdt filosofie zich niet alleen bezig met onbeantwoorde vragen. Veel filosofen geloven dat ze
ten minste gedeeltelijke antwoorden kunnen geven op veel van deze fundamentele vragen. Filosofie
produceert dus niet alleen nieuwe vragen, maar streeft er ook naar om antwoorden te vinden en begrip te
vergroten.



Een methode
Methodes zijn de instrumenten en technieken die filosofen gebruiken om hun doelen te bereiken. Hoewel
deze methodes filosofie niet volledig definiëren, bieden ze wel inzicht in wat filosofie is.


Filosofische Methodes
1. Intuïties
Filosofen maken vaak gebruik van intuïties, waarbij ze proberen gedachten zo scherp en zuiver mogelijk te
krijgen. Deze precieze gedachten worden gebruikt om precies werk te verrichten en complexe concepten te
verkennen.
MAAR: worden ook in andere wetenschappen gebruikt, zoals in de natuurkunde en biologie.


2. Conceptuele Analyse
Dit houdt in dat concepten, zoals filosofie zelf, worden geanalyseerd en opgesplitst in deelconcepten. Het
doel is om de eigenschappen te identificeren die essentieel zijn om van filosofie te kunnen spreken. Dit
maakt de vraag "Wat is filosofie?" zelf al een filosofische vraag.


3. Gedachte-experimenten
Filosofen gebruiken gedachte-experimenten om scenario's te verkennen die in de realiteit niet uitvoerbaar
zijn, bijvoorbeeld omdat ze onethisch of praktisch onmogelijk zijn. Deze experimenten helpen om beter grip
te krijgen op concepten en intuïties.
MAAR: zijn beroemd geworden door fysici zoals Einstein.


4. Argumenteren
Argumenteren is een fundamentele methode in de filosofie, waarbij wordt vertrokken van premissen
(vooronderstellingen) en via logische regels wordt geredeneerd naar conclusies. Dit proces is essentieel voor
het opbouwen van coherente en rationele filosofische standpunten.
MAAR: conceptuele analyse worden eveneens in diverse academische disciplines toegepast.


3

,Wat filosofie uniek maakt, is de combinatie en de manier waarop deze methodes samen worden gebruikt.
Filosofie combineert deze methodes om diepgaande, fundamentele vragen te onderzoeken die vaak
onbeantwoord zijn of zich op de grens van ons begrip bevinden. Terwijl andere disciplines zich meestal
richten op specifieke aspecten van de werkelijkheid, streeft filosofie naar een alomvattend inzicht in de
fundamenten van kennis, werkelijkheid en waarden.



Meerkeuze: Volgens Whitehead begint de filosofie bij
a) De vertwijfeling
b) De twijfel
c) De berwondering
d) De verwondering




DE VIER DOMEINEN
Het definiëren van filosofie als een discipline bestaande uit metafysica, logica, epistemologie en
moraalfilosofie helpt ons om het veld van de filosofie te structureren. Echter, net zoals het moeilijk is om een
allesomvattende definitie van filosofie te geven, is het ook uitdagend om de subdisciplines eenduidig te
definiëren. Elk van deze gebieden zit vol met complexe vragen en problemen die vaak geen eenvoudig of
bevredigend antwoord hebben. Dit benadrukt de veelzijdigheid en diepgang van de filosofie als geheel, en
laat zien dat filosofie een voortdurende zoektocht is naar begrip en betekenis.




Metafysica
Metafysica onderzoekt het bestaan en de aard van dingen. Het behandelt vragen zoals wat er bestaat en wat
de aard is van datgene wat bestaat. Bijvoorbeeld, bestaat tijd? Zo ja, wat is dan de aard ervan? Bestaat de
menselijke geest, en zo ja, is deze immaterieel of gelijk aan de activiteit van onze hersenen? Dit zijn typische
metafysische vragen die proberen te begrijpen wat er bestaat en hoe het bestaat.



Logica
Logica richt zich op de geldigheid van redeneringen en argumenten. Het onderzoekt welke argumenten
geldig zijn en welke niet, en waarom dat zo is. Bijvoorbeeld, drogredenen zoals post hoc ergo propter hoc
(na dit, dus door dit) of affirming the consequent (als P, dan Q; Q, dus P) zijn ongeldig. Logica analyseert de
afleidingsregels die gebruikt worden om betrouwbare conclusies te bereiken uit premissen. Het is het
domein dat zich bezighoudt met de structuur en geldigheid van argumenten.



Epistemologie
Epistemologie, ook bekend als kennisleer, onderzoekt de mogelijkheid en aard van kennis. Het stelt vragen
zoals: Kunnen we echt kennis hebben? Welke vormen van kennis zijn er en hoe verschillen ze van elkaar? Kan
kennis onwaar zijn? Epistemologie maakt vaak gebruik van gedachte-experimenten om antwoorden te
vinden op deze vragen. Een bekend voorbeeld is Putnams gedachte-experiment waarbij men zich voorstelt
dat hun hersenen gestimuleerd worden in een ander sterrenstelsel, wat de mogelijkheid van zekerheid over
onze perceptie van de wereld buiten onszelf in twijfel trekt. Dit illustreert de complexiteit van het verwerven
van kennis over de realiteit.

4

,Moraalfilosofie
De moraalfilosofie, ook wel ethiek genoemd, onderzoekt de principes van goed en kwaad. Het stelt vragen
als: bestaat goed en kwaad objectief, of is het slechts ons oordeel? Een klassiek ethisch dilemma, bekend als
de trolley-problemen, illustreert deze vragen. In het ene geval wordt de keuze gesteld tussen het redden van
vijf mensen door een wissel om te zetten en het opofferen van één persoon, terwijl in een vergelijkbaar
scenario wordt gevraagd of het acceptabel is om een dikke man van een brug te duwen om vijf mensen te
redden. Deze voorbeelden dagen ons uit om te overwegen wat goed en slecht is en hoe we dat kunnen
weten. Het is een filosofische vraag die ons confronteert met de complexiteit van morele beslissingen en de
grondslagen van ethiek.



WETENSCHAPSFILOSOFIE
Wetenschapsfilosofie is een filosofische discipline die verschillende aspecten van wetenschap onderzoekt,
waaronder metafysische, logische, epistemologische en moraalfilosofische vragen. Een klassieke
examenvraag kan zijn welk van deze disciplines het meest van toepassing is op een bepaalde kwestie. Deze
vraag benadrukt echter dat geen van deze antwoorden op zichzelf voldoende is om het volledige spectrum
van de filosofie te omvatten.



Geschiedenis
De geschiedenis van de filosofie biedt een benadering om de aard van de filosofie te begrijpen. Het toont
hoe de filosofie zich door de tijd heen heeft ontwikkeld en steeds opnieuw haar identiteit heeft
heruitgevonden.


Antieke oudheid: mythologie
In de Griekse en Romeinse oudheid definieerde de filosofie zich tegenover de mythologie, door kritisch
redeneren antwoorden te zoeken op vragen over de oorsprong van de mensheid, de wereld en
rechtvaardigheid.


Middeleeuwen: religie
Met de opkomst van het christendom in Europa moest de filosofie zich verhouden tot de dominante religie
en diende ze vaak als een dienstmaagd van de theologie.


Moderne tijd: moderne wetenschap
Dit veranderde met de opkomst van de moderne wetenschap in de 14e, 15e en 16e eeuw, waarbij de filosofie
zich opnieuw moest definiëren ten opzichte van deze nieuwe kennisbron. Tot op de dag van vandaag blijft de
filosofie zich heruitvinden in reactie op veranderende maatschappelijke en intellectuele ontwikkelingen.



Conclusie
De diversiteit van de filosofie komt voort uit haar voortdurende interactie met andere disciplines en haar
vermogen om zich telkens opnieuw te definiëren in reactie op veranderende omstandigheden. Er zijn geen
strikte criteria die de grenzen van de filosofie kunnen afbakenen, maar eerder prototypische vormen en
randgevallen die voortdurend evolueren. Verschillende attitudes, methoden en deeldomeinen kunnen op
complexe wijze met elkaar interageren en samen filosofie voortbrengen. Het is deze dynamische en
voortdurend evoluerende aard van de filosofie die haar diversiteit en complexiteit verklaart.


5

,H2: Mechanisering en doelgerichtheid

Inleiding
Rotsen
Wanneer gevraagd wordt waarom rotsen puntig zijn, antwoorden volwassenen meestal dat dit komt door
natuurlijke krachten zoals regen, wind, zeewater en zout. Dit is een mechanistische verklaring.


Artifacten (menselijke voorwerpen)
Voorwerpen zoals potloden, schoenen en dartpijltjes zijn puntig vanwege hun functie:
● Potlood: Makkelijker om mee te schrijven of tekenen.
● Schoenen: Esthetische voorkeuren.
● Dartpijltjes: Betere penetratie in het dartbord.


Levende natuur
● Puntige snavel van een ooievaar: Helpt bij het vangen van prooien.
● Puntige eieren van een zeekoet: Voorkomen dat eieren van rotsen rollen.
● Puntige legboor van een wesp: Helpt bij het boren in andere insecten om eieren af te zetten.


Observaties
● Kinderen vs. Volwassenen:
● Jonge kinderen (4-5 jaar) neigen naar teleologische verklaringen (doelgerichte redenen)
zoals dat dieren rotsen puntig maken om bepaalde voordelen te behalen.
● Volwassenen geven meestal mechanistische verklaringen voor natuurlijke objecten (zoals
rotsen), maar teleologische verklaringen voor artefacten en levende natuur.
● Mechanistische vs. Teleologische Uitleg:
● Natuurlijke niet-levende objecten (zoals rotsen) worden vaak mechanistisch verklaard.
● Artefacten en levende natuur worden vaak teleologisch verklaard, omdat hun vorm en
functie vaak een doelgericht ontwerp lijken te volgen.



WEG VAN DE THEOLOGIE
In de tekst wordt uitgelegd dat natuurlijke krachten rotsen puntig maken door toevallige resultaten. Dit wordt
een mechanistische verklaring genoemd. Wanneer doelen worden gebruikt om iets te verklaren, wordt dit
teleologie genoemd, afkomstig van het Griekse woord "telos," wat "doel" betekent. Teleologie is de leer van
doelen en was een centraal element in de wetenschap vanaf de oude Grieken tot het einde van de
middeleeuwen. Aristoteles was een belangrijke figuur in het vormgeven van deze teleologische benadering.


Aristoteles
Aristoteles introduceerde verschillende categorieën van oorzaken om de wereld en veranderingen daarin te
verklaren. Hij onderscheidde vier soorten oorzaken: de formele, materiële, efficiënte en finale oorzaken. De
finale oorzaak, of doeloorzaak, is volgens hem de belangrijkste. Deze oorzaak draait om het doel of het
einddoel waarvoor iets bestaat of gebeurt.




6

,Doeloorzaak volgens Aristoteles
De doeloorzaak is wat bepaalt waarom iets gebeurt. Het is het streven van iets om een bepaalde staat of
perfectie te bereiken. Aristoteles beschrijft bijvoorbeeld dat een steen naar beneden valt omdat het streeft
naar zijn natuurlijke plaats, de grond. Wanneer het die plaats bereikt, komt het tot rust omdat het zijn doel
heeft bereikt.


Belang van de doeloorzaak in de wetenschap
Voor Aristoteles is het begrijpen van de doeloorzaak cruciaal voor het begrijpen van het bestaan en de
veranderingen van dingen. Wetenschap moet daarom aandacht besteden aan deze oorzaken. Dit was een
centraal element in de premoderne wetenschap, vanaf de oude Grieken tot het einde van de middeleeuwen.


Onbewogen beweger
Aristoteles introduceert ook het concept van de "onbewogen beweger," een perfect en onveranderlijk
principe dat alles in beweging zet. Deze beweger zelf beweegt niet omdat het al de absolute perfectie heeft
bereikt. Dit idee vormt de kern van Aristoteles' uitleg over bewegingen en veranderingen in het universum.


Natuurlijke beweging vs. menselijke beweging
Volgens Aristoteles moeten we bewegingen in de natuur begrijpen als analoog aan de bewegingen van
levende wezens, die gedreven worden door doelen of verlangens. Bijvoorbeeld, mensen verplaatsen zich om
een doel te bereiken, zoals naar een les gaan om kennis op te doen. Dit model van doelgerichtheid wordt ook
toegepast op niet-levende objecten zoals stenen.


Descartes
In de eerste helft van de 17e eeuw introduceert René Descartes een nieuwe manier van denken die de
premoderne wetenschap, gebaseerd op Aristoteles' ideeën, terzijde schuift. Descartes stelt dat de moderne
wetenschap, met figuren als Galileo in de fysica en Boyle in de chemie, enorme vooruitgang boekt door af te
stappen van teleologische verklaringen (verklaringen die verwijzen naar doelen of einddoelen).


Teleologie vs. Mechanica
In de premoderne wetenschap van Aristoteles werd aangenomen dat bewegingen en veranderingen
gemotiveerd werden door doelen die in de toekomst lagen. Deze doelen oefenden als het ware een
aantrekkingskracht uit op het heden, waardoor veranderingen plaatsvonden. Dit betekende dat de oorzaak
van een beweging of verandering in de toekomst lag.


Descartes verwerpt deze teleologische benadering en stelt dat moderne wetenschap succes heeft behaald
door mechanistische verklaringen te omarmen. Hierbij worden veranderingen en bewegingen gezien als het
resultaat van voorafgaande mechanische oorzaken, die blind en onpersoonlijk zijn en inwerken op de materie
volgens natuurwetten.


Mechanische Oorzaken
Volgens Descartes moeten we alle bewegingen en veranderingen, inclusief die in levende wezens, begrijpen
vanuit mechanische oorzaken. Dit betekent dat we de werking van het menselijke lichaam en andere levende
organismen moeten zien als een serie mechanische processen.




7

,Het Automaat als Model
Descartes vergelijkt het menselijke lichaam met een automaat, een soort vroege robot uit de 17e eeuw. Rijke
families hadden soms dergelijke automaten die door vaklieden waren gemaakt en complexe taken konden
uitvoeren, zoals het schrijven van brieven in verschillende talen. Deze automaten bestonden uit schroefjes,
hendels, tandwielen en andere mechanische onderdelen die op elkaar inwerkten om bewegingen te
produceren.


Net zoals de mechanische onderdelen in een automaat samenwerkten om een taak uit te voeren, zo
beschouwde Descartes het menselijke lichaam als een complex mechanisch systeem. De bewegingen en
functies van het lichaam werden gezien als het resultaat van mechanische oorzaken die op elkaar inwerkten,
zonder dat er doelen of verlangens aan te pas kwamen.


De levenswetenschap
Descartes' ideaal voor de levenswetenschappen was om ze te benaderen op dezelfde mechanische manier
als de fysica dat deed. Dit betekende dat er geen plaats was voor veronderstellingen zoals levenskracht. Alles
moest verklaard worden door mechanische oorzaken, zonder de noodzaak van doelgerichtheid.


Problemen met het Model van de Automaat
Het probleem met dit ideaal was echter dat het moeilijk te realiseren was. Descartes vergeleek het menselijk
lichaam met een automaat, maar zelfs een automaat had een doel: bijvoorbeeld het schrijven van brieven. De
structuur en werking van de automaat waren het resultaat van het doel dat de maker had, en zonder dat doel
kon men niet begrijpen waarom de automaat eruitzag en functioneerde zoals hij deed.




De Noodzaak van Doelen
Descartes betoogde dat het begrijpen van het menselijk lichaam op een puur mechanische manier tot
problemen leidde. Hoe konden we begrijpen hoe spieren aan botten en pezen vastzaten zonder te begrijpen
waarvoor ze dienden? Voor levende organismen leek het noodzakelijk om doelen te veronderstellen, anders
konden we hun structuur en veranderingen niet volledig begrijpen.


Doelen en Theologie
Dit idee van doelgerichtheid in levende organismen bracht Descartes in conflict met zijn verwerping van
teleologische verklaringen. Het leek erop dat er voor levende wezens doelen nodig waren om hun
bewegingen en structuren te verklaren. Sommigen zagen hierin een aanwijzing voor het bestaan van
goddelijke doelen in de natuur, maar Descartes waarschuwde dat dit geen wetenschappelijke verklaring was.
Het was niet mogelijk om het denken van God wetenschappelijk te bestuderen.


De Beperkingen van Mechanistische Benaderingen
Uiteindelijk concludeerde Descartes dat een puur mechanische benadering van het leven waarschijnlijk niet
mogelijk was. Het was alsof je een stoel zou bestuderen zonder rekening te houden met het feit dat hij
bedoeld is om op te zitten. Op dezelfde manier kon men levende organismen niet volledig begrijpen zonder
rekening te houden met hun doelen en functies. Dit betekende dat een echte wetenschappelijke studie van
het leven moeilijk, zo niet onmogelijk, was zonder teleologische verklaringen.




8

, Kant en Newton van de biologie
Immanuel Kant, beschouwd als de vader van de kritische wijsbegeerte, deelde Descartes' pessimisme over
het vinden van een Newton van de biologie. Kant betoogde dat zelfs na twee eeuwen zoeken, een dergelijke
figuur nooit zou opduiken. Zijn redenering draaide om het idee van interne natuurlijke doelen, een concept
dat verschillend is van externe natuurlijke doelen.


Externe Natuurlijke Doelen
Externe natuurlijke doelen zijn situaties waarin één object of gebeurtenis profiteert van een andere, zoals
paardenbloempluisjes die door de wind verspreid worden. In deze gevallen is er geen doelgerichtheid in de
objecten zelf; ze bestaan simpelweg en profiteren of lijden door een toevallige samenloop van
omstandigheden.


Interne Natuurlijke Doelen
Interne natuurlijke doelen, daarentegen, zijn gericht op het organisme zelf. Kant illustreerde dit met het
voorbeeld van een ei dat uitkomt als een kuiken, niet als een paddenstoel of een olifant. Het
voortplantingssysteem dat tot dit kuiken leidde, is tegelijkertijd de oorzaak en het effect van het bestaan
ervan. Dit concept leidt tot wat Kant de 'antinomie van het oordeel' noemde, waarin ons denken verstrikt
raakt in een paradoxale situatie waarin beide oordelen gelijktijdig waar moeten zijn.
Mechanische en Doelgerichte Verklaringen
Kant betoogde dat terwijl externe natuurlijke doelen kunnen worden begrepen zonder de noodzaak van
doelgerichtheid, interne natuurlijke doelen dit juist vereisen. Dit maakte een zuiver mechanische benadering
van de levenswetenschappen onmogelijk, omdat het onmogelijk was om de oorzaak en het effect volledig te
scheiden.


Conclusie
Kant concludeerde dat het menselijk denken inherent onverenigbare oordelen oproept wanneer het wordt
geconfronteerd met interne natuurlijke doelen. Dit maakte een ware wetenschappelijke studie van levende
organismen onmogelijk zonder rekening te houden met hun doelgerichtheid. Daarom voorspelde hij dat er
nooit een 'Newton van het grassprietje' zou zijn, en dat deze antinomie een eeuwige bron van filosofische
problemen zou zijn.



Functies en het probleem van teleologie
De observaties van Kant hebben inderdaad diepgaande implicaties voor de wetenschap in het algemeen,
vooral binnen de levenswetenschappen. Als we zijn redenering volgen, betekent dit dat het begrijpen van
functies, die centraal staan in disciplines zoals de anatomie, biologie en geneeskunde, onmogelijk is zonder
rekening te houden met doeloorzaken.


Neem bijvoorbeeld de ontdekking van William Harvey over de functie van het hart om bloed rond te pompen.
Deze ontdekking wordt vaak beschouwd als het begin van de moderne anatomie. Echter, als Kant gelijk
heeft, zullen we nooit echt wetenschappelijke grip krijgen op deze functies, omdat functies nauw verbonden
zijn met doeloorzaken.


Een technische definitie van een functie is de verzameling van effecten van een bepaald orgaan of proces,
die verklaren waarom het bestaat of blijft bestaan. Dus, bijvoorbeeld, het feit dat het hart bloed rondpompt is




9

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
RevakiKULeuven Katholieke Universiteit Leuven
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
34
Member since
1 year
Number of followers
3
Documents
28
Last sold
3 days ago

4.0

1 reviews

5
0
4
1
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions