Publiekscommunicatie – samenvatting
Inhoudsopgave
Week 1.................................................................................................................................... 2
Hoofdstuk 26.1: voornamen actoren: overheid, politiek, NGO’s en bedrijfsleven.................2
Hoofdstuk 26.4: van voorlichting naar dialoog.....................................................................3
Week 2.................................................................................................................................... 3
Hoofdstuk 26.2: uitdagingen in de communicatie met burgers.............................................3
Week 3.................................................................................................................................... 4
Hoofdstuk 26.5: instrumenten in publiekscommunicatie......................................................4
Week 4.................................................................................................................................... 5
Hoofdstuk 26.5.2: Betrokkenheid via participatieleiders.......................................................5
Week 5.................................................................................................................................... 6
Hoofdstuk 19: Journalistiek..................................................................................................6
Week 6.................................................................................................................................... 7
Hoofdstuk 2.1: Verzoenen in plaats van kiezen...................................................................7
Hoofdstuk 2.2: open vs gesloten..........................................................................................8
Hoofdstuk 15.2: transparantie in kwantitatieve en kwalitatieve berichtgeving......................9
Hoofdstuk 15.3: terughoudendheid in de praktijk...............................................................10
Factor C................................................................................................................................ 10
, Week 1
Hoofdstuk 26.1: voornamen actoren: overheid, politiek, NGO’s en bedrijfsleven
Wanneer organisaties communiceren met burgers die niet een bijzondere relatie met
de organisatie hebben, dan kunnen we spreken van publiekscommunicatie. Er zijn
vier actoren:
Overheid: hoogste bevoegd gezag op een bepaald grondgebied.
Overheidscommunicatie is communicatie van, door, via en met de overheid in
haar verschillende bestuurslagen. Belangrijkste doel is voldoen aan het recht
van de burger op informatie van de overheid, dit recht ligt vast in de GW en in
de WOB. Overheid moet deze informatie actief openbaar maken. Taken en
verantwoordelijkheden van de overheid zijn belegd bij een reeks
overheidsorganisaties en semioverheidsorganisaties die bij elkaar de publieke
sector hebben.
Politiek: een organisatie die erop gericht is invloed te verkrijgen op
overheidsbeleid in een bepaald geografisch gebied. Omdat politici de leiding
hebben binnen de overheid staat overheidscommunicatie altijd onder enige
invloed van de politieke voorkeuren van de machthebbende partijen.
Non-gouvernementele-organisaties (NGO’s): sommige organisaties richten
zich naast de overheid op een publieke taak, omdat zij vinden dat de overheid
hierin onvoldoende oplossingen biedt. NGO’s zijn gericht op een politiek of
maatschappelijk doel. Het belang van een NGO hoeft niet zozeer idealistisch
te zijn, maar ze hebben vaak één duidelijk thema.
Ondernemingen: tegenhanger van de publieke sector is de private sector:
alle bedrijven die niet collectief gefinancierd zijn. Private organisaties zien in
toenemende mate het belang van communicatie met andere
belanghebbenden dan alleen de aandeelhouders. Onderwerpen zijn vaak
issues, lastige kwesties waarbij veel op het spel staat. Maatschappelijke
weerstand kan een bedreiging voor de organisatie zijn.
Overheid Politiek NGO’s Bedrijfsleven
Doel Functionerende Ideale Betere Commercieel
samenleving samenleving samenleving gewin
Financierin Belastingen Leden Donateurs Aandeelhoud
g ers
Primaire Alle burgers Kiezers en Donateurs en Aandeelhoud
verantwoo leden sympathi- ers en
rding santen medewerkers
Primaire Burgers Kiezers Ideologisch klanten
doelgroep betrokkenen
Waarden Gemeenschappel Expliciete Expliciete Voorkeur
ijkheid onderschei- onderscheiden voor
dende idealen de idealen aansprekend
e en
commercieel
veilige
waarden
Gesprekst Inrichting van de Inrichting van de Verbetering Commerciële
hema’s samenleving samenleving van NGO- aanbod
issue
Focus Zorgvuldigheid Invloed Invloed Winst
Inhoudsopgave
Week 1.................................................................................................................................... 2
Hoofdstuk 26.1: voornamen actoren: overheid, politiek, NGO’s en bedrijfsleven.................2
Hoofdstuk 26.4: van voorlichting naar dialoog.....................................................................3
Week 2.................................................................................................................................... 3
Hoofdstuk 26.2: uitdagingen in de communicatie met burgers.............................................3
Week 3.................................................................................................................................... 4
Hoofdstuk 26.5: instrumenten in publiekscommunicatie......................................................4
Week 4.................................................................................................................................... 5
Hoofdstuk 26.5.2: Betrokkenheid via participatieleiders.......................................................5
Week 5.................................................................................................................................... 6
Hoofdstuk 19: Journalistiek..................................................................................................6
Week 6.................................................................................................................................... 7
Hoofdstuk 2.1: Verzoenen in plaats van kiezen...................................................................7
Hoofdstuk 2.2: open vs gesloten..........................................................................................8
Hoofdstuk 15.2: transparantie in kwantitatieve en kwalitatieve berichtgeving......................9
Hoofdstuk 15.3: terughoudendheid in de praktijk...............................................................10
Factor C................................................................................................................................ 10
, Week 1
Hoofdstuk 26.1: voornamen actoren: overheid, politiek, NGO’s en bedrijfsleven
Wanneer organisaties communiceren met burgers die niet een bijzondere relatie met
de organisatie hebben, dan kunnen we spreken van publiekscommunicatie. Er zijn
vier actoren:
Overheid: hoogste bevoegd gezag op een bepaald grondgebied.
Overheidscommunicatie is communicatie van, door, via en met de overheid in
haar verschillende bestuurslagen. Belangrijkste doel is voldoen aan het recht
van de burger op informatie van de overheid, dit recht ligt vast in de GW en in
de WOB. Overheid moet deze informatie actief openbaar maken. Taken en
verantwoordelijkheden van de overheid zijn belegd bij een reeks
overheidsorganisaties en semioverheidsorganisaties die bij elkaar de publieke
sector hebben.
Politiek: een organisatie die erop gericht is invloed te verkrijgen op
overheidsbeleid in een bepaald geografisch gebied. Omdat politici de leiding
hebben binnen de overheid staat overheidscommunicatie altijd onder enige
invloed van de politieke voorkeuren van de machthebbende partijen.
Non-gouvernementele-organisaties (NGO’s): sommige organisaties richten
zich naast de overheid op een publieke taak, omdat zij vinden dat de overheid
hierin onvoldoende oplossingen biedt. NGO’s zijn gericht op een politiek of
maatschappelijk doel. Het belang van een NGO hoeft niet zozeer idealistisch
te zijn, maar ze hebben vaak één duidelijk thema.
Ondernemingen: tegenhanger van de publieke sector is de private sector:
alle bedrijven die niet collectief gefinancierd zijn. Private organisaties zien in
toenemende mate het belang van communicatie met andere
belanghebbenden dan alleen de aandeelhouders. Onderwerpen zijn vaak
issues, lastige kwesties waarbij veel op het spel staat. Maatschappelijke
weerstand kan een bedreiging voor de organisatie zijn.
Overheid Politiek NGO’s Bedrijfsleven
Doel Functionerende Ideale Betere Commercieel
samenleving samenleving samenleving gewin
Financierin Belastingen Leden Donateurs Aandeelhoud
g ers
Primaire Alle burgers Kiezers en Donateurs en Aandeelhoud
verantwoo leden sympathi- ers en
rding santen medewerkers
Primaire Burgers Kiezers Ideologisch klanten
doelgroep betrokkenen
Waarden Gemeenschappel Expliciete Expliciete Voorkeur
ijkheid onderschei- onderscheiden voor
dende idealen de idealen aansprekend
e en
commercieel
veilige
waarden
Gesprekst Inrichting van de Inrichting van de Verbetering Commerciële
hema’s samenleving samenleving van NGO- aanbod
issue
Focus Zorgvuldigheid Invloed Invloed Winst