100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting Scheikunde H5

Rating
-
Sold
-
Pages
5
Uploaded on
20-06-2024
Written in
2021/2022

Samenvatting Scheikunde H5

Level
Course









Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Secondary school
Level
Course
School year
4

Document information

Uploaded on
June 20, 2024
Number of pages
5
Written in
2021/2022
Type
Summary

Subjects

Content preview

Scheikunde H5
§5.1

Stofeigenschappen op macroniveau:
 Kleur
 Glanzend/dof
 Etc.

Macroniveau: zichtbaar met het oog, de wereld om je heen

Uit macroniveau waarnemingen kun je conclusies trekken over het microniveau.

Microniveau: de wereld van moleculen en atomen

Hydrofoob: slecht oplosbaar is water
 Alkanen vormen met water twee lagen, meestal met water als onderste laag
 Alkenen en cyclo-alkanen zijn ook hydrofoob
 Hydrofobe stoffen mengen onderling wel

Hydrofiel: goed oplosbaar in water
 Alkanolen met moleculen met een vrij korte koolstofketen, zoals methanol en ethanol
 Hydrofiele stoffen mengen onderling goed
 Hoe langer de koolstofketen wordt, neemt de oplosbaarheid in water af. De oplosbaarheid in
wasbenzine neemt dan toe

Alkaanamines zijn giftig en stinken.

Alkaanamines zijn goed mengbaar met water. Hun oplosbaarheid neemt af naarmate de moleculen
een langere koolstofketen hebben. Zij hebben een -NH groep (NH2).

Koolwaterstoffen, slaolie en vetten zijn hydrofoob en mengen niet met water. Bij slaolie ontbreken
er -NH of -OH groepen, hierdoor lost het niet goed op.

Carbonzuren (§3): koolwaterstoffen, waarvan een aantal in water een zure oplossing vormt
 Azijnzuur, azijn bestaat uit water en 4 vol% azijnzuur
 Als vrij korte koolstofketen heeft, dan is het hydrofiel

Vanaf butaan-1-ol neemt de oplosbaarheid van alkanolen af.



§5.2

Stoffen waarvan de moleculen één of meer -OH groepen of -NH groepen bevatten, lossen meestal
goed op in water.

Atoombinding:
 Twee atomen hebben één of meer gemeenschappelijke elektronenparen. Deze
elektronenparen binden de atomen.
 In een waterstofmolecuul trekken beide waterstofatomen even haard aan het
gemeenschappelijk elektronenpaar
 Het is een sterke binding

, Polaire atoombinding/polaire binding:
 Een molecuul bestaat uit twee verschillende atoomsoorten, zoals HCl
 Binding tussen atomen door middel van een gemeenschappelijk elektronenpaar waarbij het
elektronenpaar dichter bij het ene atoom dan bij het andere atoom zit
 Het chloor atoom ‘trekt’ bij HCl harder aan het elektronenpaar dan het
waterstofatoom
 De negatieve lading zit nu het dichtst bij het atoom dat het hardst trekt, chloor
 Deze kant is dan dus een beetje negatief geladen want een elektron is
negatief
 De andere kant is dus positief
 δ+ H-Cl δ-
 Hierbij is δ een waarde tussen 1 en 0
 Een polaire binding is een sterke binding

Partiële lading: gedeeltelijke lading

Een polaire binding kan voorkomen tussen twee niet-metaalatomen.

Ionbinding:
 Bij een zout, een verbinding van een metaal en een niet-metaal
 Één of meerdere elektronen gaan helemaal over van het ene naar het ander atoom
 Er is geen gemeenschappelijk elektronenpaar, er ontstaan dan aparte ionen
 Na+Cl-
 Een ionbinding is een sterke binding

De bindingen van chloor-, stikstof-, zuurstof- en fluoratomen met andere atomen zijn polaire
bindingen. De δ- lading bevindt zich op het chloor-, stikstof-, zuurstof- en fluoratoom. De δ+ lading
zit op het andere atoom.

δ+ H-Cl δ-
In waterstofchloride zijn de moleculen aan de ene kant gedeeltelijk positief en aan de andere kant
gedeeltelijk negatief geladen. Het is een dipoolmolecuul of dipool.

Polaire stoffen: stoffen die uit dipoolmoleculen bestaan

Apolaire stof: een stof met moleculen die niet dipool zijn
 Alkanen zijn altijd apolair, C-H en C-C geen polaire atoombinding dus apolair

Bij een polaire stof zal de δ- kant van het ene molecuul de δ+ kant van een ander molecuul
aantrekken. Door deze dipool-dipoolbinding is de aantrekking sterker dan tussen moleculen van een
apolaire stof, met dezelfde molecuulmassa.




Hoe groter de molecuulmassa, hoe sterker de vanderwaalsbinding tussen de moleculen en hoe
hoger het kookpunt van een stof is.

Door de dipool-dipoolbinding trekken de moleculen in een polaire stof elkaar sterker aan. Daardoor
zijn het smeltpunt en het kookpunt van een polaire stof hoger dan die van een apolaire stof met
vergelijkbare molecuulmassa.
$6.03
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
coriendejong

Get to know the seller

Seller avatar
coriendejong
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
0
Member since
1 year
Number of followers
0
Documents
15
Last sold
-

0.0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions