Debetkaart: Een betaalkaart waarmee een betaling of geldafhaling vrijwel onmiddellijk van
je zichtrekening gaat of "gedebiteerd" wordt.
Kredietkaart: een betaalkaart waarbij je betalingen en je geldafhalingen niet onmiddellijk
van je rekening worden gedebiteerd. Je kan onder 0 gaan (consumentenkrediet). Gemakkelijk
buiten in buiteland. Geld gaat eraf op het einde van de maand. Alles wordt bijgehouden op
uitgavenstatuut
Prepaidkaart: Je moet eerst een bedrag op de kaart opladen voordat je het kan uitgeven.
(Geen consumentenkrediet)
NBB: National bank of Belgium (print)
ECB: European Central Bank (zegt hoeveel)
Kasreservecoëfficiënt: beschrijft hoeveel geld de bank effectief in kas moet hebben. Dit
wordt bepaald door ervaring. Hoe minder %, hoe beter voor de bank. (BV 20%) (KRC)
Consumentenkrediet: een lening op het geld van iemand anders + interest.
Geldcreatie via kredietverlening
Je hebt bijvoorbeeld 10K bankbiljetten dat Meneer A op de zichtrekening A zet.
Bank A
Bank kluis: 10K Zichtrekening A: 10K
KRC: 2K
= 8K krediet interest
8K die ze mogen uitlenen, hoe meer ze mogen uitlenen, hoe beter natuurlijk. Is meer
interest voor de bank.
Bank A
Bank kluis: 8K Zichtrekening B: 8K
KRC: 1.6K
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Bank Z
Bank kluis: 8K Zichtrekening A: 8K
KRC: 1.6K
=6.4 krediet interest
6,4 K die ze mogen uitlenen, hoe meer ze mogen uitlenen, hoe beter natuurlijk. Is meer
interest voor de bank.
Bank Z
Bank kluis: 1.6K Zichtrekening B: 6.4K
,Wat als ze hun geld terug willen?
Fiduciair geld/ Giraal geld = vermogensbeheer in goede trouw (vertrouwen)
Giraal geld: geld die overgemaakt wordt elektronisch overschrijvingen, betalingen, …
(mensen hebben vertrouwen in de bank)
Fiduciair geld: Contant geld, dit wordt uitgegeven door de overheid waarvan de waarde
gegarandeerd wordt door het vertrouwen van de mensen in de stabiliteit ervan.
Geen vertrouwen = Run on bank (wilt zeggen dat iedereen hun geld gaat afhalen van de
spaarrekening.)
Toekomstige waarde van een geldbedrag
Je geld is nu meer waard door:
Inflatie nu kan je bijvoorbeeld meer, dan binnen 3 jaar
Investeren, beleggen laten opbrengen
Ongeduld nu > toekomst
Roerende voorheffing: De roerende voorheffing is een belasting op inkomsten uit roerende
goederen zoals spaarrekeningen, obligaties en aandelen. Concreet is het een taks op
intresten en dividenden.
Voorbeelden
1
Je belegt 2K euro gedurende 5 jaar aan 3%, hoeveel is dat geworden na 5 jaar?
Toekomstigewaarde= Huidige waarde*(1+0,03)^5
2
Je wilt weten wat je huidige waarde was. Huidigewaarde= toekomstigewaarde/(1+0,03)^5
3
2023 (nu) 2024 2025 2026
10K 10400 10816 11248,64
400 interest 416 interest 432,64 interest
Geen roerende voorheffing (nu)
Financiele (intermediatie = tussenpersoon)
Je bent iemand die veel heeft gespaard en niet weet wat te doen met je geld (surplus), dan
heb je twee mogelijkheden.
Surplus: Mensen die teveel geld hebben en niet weten wat er mee te doen.
Deficit: Mensen die een lening willen
Directe financiering
De surplus kiest voor rechtstreeks. Dit wel zeggen dat er geen tussenpersoon is zoals de
bank. Dit kan bijvoorbeeld dat de spaarder rechtstreeks aandelen of obligaties aankoopt bij
de investeerder (deficit). (belegger kiest dus zelf waar zijn geld naartoe gaat)
, Indirecte financiering
Dit is met een tussenpersoon (de bank). De bedrijven of mensen die leningen willen doen dit
bij de bank die fondsen/deposito’s opnemen bij de spaarder. (of spaarrekening zelf)
De bank heeft zeer veel winst hierop. Als jij je geld overlaat aan de bank dan krijg jij hier 0,5%
rente op, maar de bank die dan een lening heeft aan iemand anders vraagt hier 5% rente op.
Dus de bank heeft hier 4,5% winst op. De overheid wilt dit tegen gaan door de staatsbon.