Hoofdstuk 1 Het elektronisch medisch dossier
Noem 5 verschillende huisartsinformatiesystemen:
- Medicom classic
- Medicom grafisch
- Microhis
- Cito
- Omnihis
De groene kaart van vroeg is vervangen door het EMD.
Welke informatie van de patiënt staat in het EMD-systeem?
- NAW-gegevens (naam, adres, woonplaats)
- Geboortedatum
- Geslacht
- Verzekeringsmaatschappij
Welke gegevens vind je nog meer in het medisch dossier?
- Voorgeschiedenis patiënt
- Receptuur
- In- en uitgaande post
- Risico profielen
Betekenis en uitleg SOEP-registratie:
Subjectief: de symptomen en klachten
Objectief: onderzoek en resultaten
Evaluatie: voorlopige diagnose
Plan
Onderscheid tussen binnen gekomen post wordt als volgt ingedeeld:
- Privé-post (ongeopend aan arts geven)
- Reclame
- Tijdschriften
- Specialistenbrieven (laboratoriumuitslagen, fysiotherapieverslagen, röntgenuitslagen)
- Overige praktijkpost (verzekeraars, GGD, LHV, rekeningen)
Betekenis excerpt:
Uittreksel.
Bij het maken van een excerpt moet worden gezocht naar de volgende gegevens:
- Datum brief
- Naam specialist, naam specialisme (ziekenhuis)
- Datum opname en ontslag
- Diagnose of conclusie
- Relevante bevindingen
- Therapie
- Revisie (datum nieuwe controle)
, Afkortingen in medische brieven en excerpten
A. = arterie (slagader) iv. = intraveneus
AAP = abortus arte provocatus KPR = kniepeesreflex
abd. = abdomen (buik) LM = laatste menstruatie
AD = amenorroe duur (tijd sinds laatste med. = medicatie mo. MS (spierziekte)
menstruatie)
ADL = algemene dagelijkse levensverrichtingen OAC = orale anticonceptie
AP = anus praeternaturalis (kunstmatige P = pols
darmuitgang)
AP = angina pectoris (ziektebeeld cardiologie) PA = pathologische anatomie
APR = achillespeesreflex P(B)GO = periodiek (bedrijfs) geneeskundig
onderzoek
art. = articulatio (gewricht); arterie PKS = poliklinische screening
AT = a terme (vermoedelijke dag bevalling) PKU = phenyl-ketonurie (stofwisselingsziekte)
ATE = adenotonsillectomie (verwijderen neus- PPO = pre-operatief onderzoek
en keelamandelen)
BC = blood culture (bloedkweek) RA = reumatoide arthritis
BMR = bof, mazelen, rode hond r.a. = regulair aequaal (regematige polsslag)
ca. of carc. = carcinoom r.e.c. = recidiverend
CCU = coronary car unit RR = Riva Rocci (bloeddruk)
(hartbewakingsafdeling)
CHT = congenitale hypothyreoidie (aangeboren sc. = subcutaan
schildklierafwijking)
CVA = cerebro vasculair accident (ziekte van de SC = sectio caesarae (keizersnede)
hersenvaten)
cyan. = cyanotisch (blauw door zuurstofgebrek) ther. = therapie
dd. = differentiële diagnose (lijst van mogelijke TIA = transiënt ischaemic attack (neurologisch)
diagnoses)
DKTP = difterie, kinkhoest, tetanus en polio UA = uitsluitend apotheek
ECG = elektrocardiogram (hartfilmpje) UC = urine culture (urinekweek)
EEG = elekro-encefalogram (hersenfilmpje) UKG = ultra korte golf (echo-onderzoek)
go. = gonorroe (geslachtsziekte) UR = uitsluitend recept
grav. = gravida (zwanger) uwi. = urineweginfectie
ic. = intercostaal (tussen ribben) of intracutaan V. (v.) = ader
IC = intensive care VBO = volledig bloedonderzoek
icr. = intercostale ruimte (tussenribsruimte) VG = voorgeschiedenis
ict. = icterus (geelzucht) VT = vaginaal toucher
im. = intramusculair
IUD = intra uterine device