Simpele (reflexen) en complexe bewegingspatronen.
Reflexen:
- Reageren op eenvoudige prikkels van buitenaf.
- Gaan niet via de hersenen, maar via 2 of 3 cellen via het ruggenmerg.
Verloop van een bewegingspatroon (van kleine tot grote bewegingsreacties):
1. prikkel
2. Latency: aanloopfase. Nog geen reactie
Wanneer je een hond een irritatie prikkel geeft (kietelt) duurt het even voordat hij gaat krabben
met zijn poot. Dit komt omdat het in het ruggenmerg even duurt voordat het signaal is
overgebracht. Dit geldt ook voor wanneer de prikkel stopt: het duurt even voordat hij stopt met
krabben.
3. Warm up: opwarming. Nog geen volledige beweging
4. Climax (voluit bewegen)
5. Prikkel uit
6. Beweging neemt af
7. After-discharge
Fatigue: Vermoeidheid. Prikkel blijft, maar beweging neemt af en stopt omdat het dier moe wordt
van bijvoorbeeld het krabben.
Bereidheid tot (reflex)beweging kan er niet zijn door:
- Fatique
- Gevoelszenuw die prikkel ontvangt kan overbelast zijn en de prikkel niet meer waarnemen
Voorbeeld made:
Wanneer larven gevoerd zijn, gaan ze opzoek naar een donkere plek op zich te ontpoppen. Wanneer
ze een doodlopende gang in gaan, opzoek naar een donkere plek, en ze komen tegen de muur aan.
Gaan ze rondjes draaien om te kijken of ze ergens anders heen kunnen. Ze blijven rondjes draaien,
totdat ze vermoeid raken. Wanneer de reactie vermoeid raakt (het zenuwstelsel het signaal niet
meer kan doorgeven), kunnen ze alleen nog maar rechtdoor. Hierdoor gaan ze weer uit de
doodlopende gang. Wanneer die uit de gang komt, kan die wel een ruime bocht nemen om weg te
draaien van het licht. Het duurt meerdere minuten voordat het zenuwstelsel weer in staat is om
scherpe bochten te maken. Figuur 2.3 pagina 23