Samenvatting Leerdoelen Verbintenissenrecht K1

Leerdoelen Verbintenissenrecht I

Week 1
- Aangeven wanneer sprake is van een wilsontbreken;
 Wilsvertrouwensleer (art. 3:33 jo art. 3:35 BW): die rechtshandeling komt pas
tot stand als de wil en de verklaring (in beginsel vormvrij art. 3:37 BW, tenzij
de wet anders voorschrijft) overeenkomen.
 Wilsontbreken (art. 3:35 BW): wanneer de wil ontbreekt.

Tegenpartij kan zich nog beroepen op gerechtvaardigd vertrouwen. Als dit
beroep slaagt, dan komt de overeenkomst alsnog tot stand.

- Aangeven of een aanbod kan worden herroepen of ingetrokken;
Herroepen (art. 6:219 BW) vs. Intrekking (art. 3:37 lid 5 BW)
Verschil tussen herroepen en intrekken, bij het herroepen heeft het aanbod wel
bestaan, maar simpelweg niet meer geld, terwijl bij het intrekken van een aanbod
deze nooit heeft bestaan voor de wet.

Herroepen (aanbod vervalt, gaat alleen over een overeenkomst)
 Tot het moment dat het aanbod wordt aanvaard


Intrekking (alle wilsverklaringen)
 Kan ingetrokken worden tot het aanbod de ander bereikt.




Aanbod Aanbod komt bij Vermeulen aanvaard
Vermeulen het aanbod

- Beoordelen of een overeenkomst rechtsgeldig tot stand is gekomen;
Is er sprake van aanbod & aanvaarding?
 Aanbod (art. 6:227 BW) verklaring die de voornaamste elementen bevat van
de eventueel te sluiten overeenkomst zodat deze met een enkel ja van de
tegenpartij kan worden aanvaard + aanvaarding: verklaring v.d. wederpartij
dat die het aanbod accepteert (art. 6:217 BW).

 Let op: niet elk aanbod is een aanbod in juridische zin, soms is er sprake
van slechts een uitnodiging om in onderhandeling te treden.

Dit is slechts een uitnodiging, dit is een uitnodiging om in onderhandelingen te
gaan. Het is dus geen aanbod! De rechter heeft bepaald dat bij unieke zaak, zoals
bij het kopen van een huis etc. ook de persoon van de koper van belang. Bij
soortzaken, is de persoon van de koper niet van belang. Bijvoorbeeld: het zal de
AH een reet roesten wie dat netje mandarijnen koopt. HR 10 april 1981, NJ 1981,
532 (Hofland-Hennis)

,  De persoon (art. 3:32 BW)
 Zijn de partijen handelingsbekwaam? (niet minderjarig & niet onder curatele
gesteld?)
 De totstandkoming
 Komt de wil overeen met de verklaring? (art. 3:33, 3:34 BW) 2
Zo nee, kan de wederpartij zich beroepen op gerechtvaardigd vertrouwen
(Zo nee, dan wordt de overeenkomst nietig verklaard) art. 3:35 BW.
(Kon de wederpartij weten dat de wil niet overeenkwam met de verklaring?)
 Is er sprake van wilsgebrek? (art. 3:44 , 6:228 BW) 3
 De inhoud (art 3:40 BW)
 Is de overeenkomst in strijd met de wet, openbare orde of de goede zeden?
(Hoef je niet te onderbouwen, alleen ja of nee) 4
 Inhoud is onduidelijk (Uitleg d.m.v. HR Haviltex: niet alleen naar de
taalkundige uitleg, maar ook aan de bedoeling van de partijen,
maatschappelijke positie en rechtskennis).
 Inhoud is onvolledig (Aanvullende werking. art. 6:248 lid 1 BW)

Ontvangsttheorie (art. 3:37 lid 3 BW): de verklaring werkt pas als hij de ander heeft
bereikt.

- Beoordelen of algemene voorwaarden rechtsgeldig tot stand zijn gekomen;
Algemene voorwaarden (art. 6:231 sub a BW):
 Een of meer bedingen die zijn opgesteld om in meerdere overeenkomsten te
worden opgenomen, met uitzonderingen van bedingen die de kern van de prestatie
aangeven (kernbedingen, HR Assoud/SNS: zou de overeenkomst ook tot stand
gekomen zonder dit beding, dan is het geen kernbeding).

Let op: volgens HR Petermann/Frans Maas, volgens dit arrest heb je een
onderzoeksplicht (art. 3:11 BW). Je had ze moeten laten vertalen of op kunnen
vragen.

Maar let op: mededelingsplicht (mededeling, waardoor je onderzoek achterwege
kunt laten) gaat voor onderzoeksplicht). HR Booy/ Wisman

Totstandkoming v.d. algemene voorwaarden:
 Aanbod en aanvaarding (art. 6:217 BW)  uitwerken.
 Snelle gebondenheid (Art. 6:232 BW): ook al heb je geen letter gelezen van de
algemene voorwaarden, toch ben je gebonden aan die voorwaarden op het
moment dat je ze accepteert.

Battle of Forms (art. 6:225 lid 3): er kan bij een overeenkomst maar een set
algemene voorwaarden van toepassing zijn. Beide partijen verwijzen soms naar hun
eigen algemene voorwaarden, dit gebeurt vooral bij ondernemingen. Degene die als
eerste verwijst naar de algemene voorwaarden, die heeft ‘gewonnen’, tenzij de
wederpartij nadrukkelijk zegt dat hij ook algemene voorwaarden heeft en die van jou
niet accepteert. Dan moeten ze gaan onderhandelen.