100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Volledige samenvatting burgerlijk procesrecht (eindcijfer: 9,5)

Rating
-
Sold
1
Pages
37
Uploaded on
12-06-2024
Written in
2023/2024

Dit is een samenvatting van het vak burgerlijk procesrecht, waarbij ook oefententamens en stappenplannen integraal zijn verwerkt. Alle nodige stof staat erin.

Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
June 12, 2024
Number of pages
37
Written in
2023/2024
Type
Summary

Subjects

Content preview

Inleiding

Het burgerlijk procesrecht heeft een dienende functie: het mogelijk maken van een vermogensrecht
geldend maken. Je zult een uitspraak van de rechter nodig hebben om bepaalde rechten geldend te
kunnen maken, want in rechtsstaat is eigenrichting uitgesloten. Kenmerken van
overheidsrechtspraak:
 rechter beslist, de rechter is bovenpartijdig en hakt de knopen door
 de rechter bepaalt op grond van juridische merites
 rechter kijkt naar het verleden
 geen invloed partijen op de persoon van de rechter
 proces is openbaar
 procedure is kostbaar en kan lang duren, kosten worden forfaitair vergoed bij winst (237 e.v.)
 procedure kan ook escalerend werken.

Procesrecht in beweging
 Project Maatschappelijke Effectieve Rechtspraak (MER)
o Waaronder pilots bij diverse gerechten, bijvoorbeeld rondom digitalisering
o Deze pilots zijn allemaal vrijwillig, beide partijen moeten het ermee eens zijn (96 Rv).
 Wet Afwikkeling Massaschade in Collectieve Acties (WAMCA)
o Zie 1018b-1018n Rv en Centraal register voor collectieve vorderingen
 Digitalisering
o KEI-wetgeving: introductie van digitale civiele procedures, bij rechtbanken in
Gelderland en Midden-Nederland
o Reset: project digitale toegankelijkheid
 Toenemende aandacht voor ADR: mediation, arbitrage en bindend advies

ADR
Er is een toenemende aandacht voor ‘Alternative Dispute Resolution’. Er zijn drie vormen van ADR:
mediation, arbitrage en bindend advies. Toegang tot de overheidsrechter is een grondrecht,
daarnaast is het ook verdragsrechtelijk en in nationale wetten verankerd. Niemand kan tegen zijn wil
van de overheidsrechter worden afgehouden (17 Gw, zie ook 6 EVRM). ADR kan daarom alleen op
vrijwillige basis en moet worden overeengekomen via een overeenkomst.

Arbitrage (1020 – 1076)
 Arbitrage is een wettelijke vorm van private rechtspraak gebaseerd op een overeenkomst, waarbij
partijen een geschil voorleggen aan arbiters, private rechters, die een bindende beslissing nemen
in het geschil tussen partijen. Partijen mogen de rechter zelf kiezen, vaak heeft deze persoon een
specifieke deskundigheid.
 Procesvertegenwoordiging is niet vereist, maar in de praktijk eigenlijk altijd met advocaat
 Arbitraal vonnis en dus bindende beslissing, zie 1059 Rv (executoriale titel als er verlof is
verleend)

Bindend advies
 Bindend advies is een vergelijkbare vorm van private rechtspraak, die niet in de wet is geregeld,
waarbij partijen overeenkomen dat zij hun geschil aan bindend adviseurs (private rechters)
voorleggen. Een bekend voorbeeld van bindend advies is de rijdende rechter.
 Laagdrempelige, goedkope manier van procederen. Geen verplichte procesvertegenwoordiging,
en bij bindend advies hebben de partijen in de praktijk vaak géén advocaat.
 Bindend advies eindigt niet in een vonnis, maar een vaststellingsovereenkomst (7:900 lid 1 en 2).
Als je eenmaal gebonden bent aan een bindend adviesprocedure, ben je ook gebonden aan de
vaststellingsovereenkomst en kan je het advies niet negeren.

,Mediation
 Vorm van conflictoplossing waarin partijen zelf tot oplossing komen met behulp van een
onafhankelijke, onpartijdige derde die alleen de communicatie tussen partijen begeleidt. Er wordt
door deze derde dus géén beslissing genomen.
 Vrijwilligheid van partijen (ook slechts inspanningsverplichting), geheimhouding afspreken
 Niet geregeld in het wetboek, want partijen kunnen ook tot oplossingen komen die wellicht
afwijken van juridische procedures. De uitkomst van mediation is vaan een compromis, dat
schriftelijk wordt vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst (7:900 BW).

De voordelen van arbitrage en bindend advies zijn
1) deskundigheid van arbiters/bindend adviseurs,
2) in beginsel één instantie, let wel: vernietiging bij gewone rechter kan maar kleine kans. Bij
arbitrage gaat het dan bijvoorbeeld om vormfouten (1065 Rv), bij bindend advies is het ook
mogelijk op grond van ernstige inhoudelijke fouten.
3) vaak snellere beslissing, dit punt is discutabel
4) goedkoper, of niet: arbitrage kan heel duur zijn, kosten zijn vaak hoger dan griffierechten
5) mogelijk vertrouwelijk, beslissingen worden in principe niet gepubliceerd
6) Voor arbitrage: de tenuitvoerlegging kan onder het Verdrag van New York in meer dan 170
landen plaatsvinden, voor gerechtelijke vonnissen kan dit alleen binnen de EU.

Gemeenschappelijke kenmerken arbitrage en bindend advies:
 alternatief voor gewone rechter
 particuliere rechtspraak gebaseerd op een overeenkomst staat op de zwarte lijst (6:236 sub
n)
 procedureregels zijn grotendeels aan partijen, behalve beginselen van burgerlijk procesrecht.
Dit kan dus tot gevolg hebben dat er sneller (óf trager) wordt beslist dan bij overheidsrechter.
 plaatsvinden bij een instituut, maar ad hoc arbitrage en bindend advies ook mogelijk.
 toepassingsgebied is vaststelling van rechtsgevolgen die ter vrije beschikking van partijen
staan (1020 lid 3 Rv): dus niet bepalingen van openbare orde, bv. faillissement,
rechtspersonenrecht en personen- en familierecht
 hoeven niet slechts geschillen te beslechten, maar ook mogelijk om onderdelen van een
rechtsbetrekking vaststellen (bv. hoogte koopprijs).


(formeel) overheidsrechtspraak  arbitrage  bindend advies  mediation (informeel)

, Grondbeginselen van burgerlijk procesrecht

De hoofdbeginselen van burgerlijk procesrecht zijn volgens 6 lid 1 EVRM:
1) Onafhankelijkheid en onpartijdigheid
2) Hoor en wederhoor
3) Openbaarheidsbeginsel
4) Motivering
5) Toegankelijke rechtspleging

Naast grondbeginselen uit art. 6 EVRM staan ook de goede procesorde, de waarheidsplicht (art. 21
Rv) en partijautonomie centraal.

Onafhankelijkheid en onpartijdigheid
 Onafhankelijkheid
o = Onafhankelijkheid ten opzichte van andere staatsmachten
 Rechtspositioneel: onafhankelijkheid t.a.v. uitvoerende macht (voor leven
benoemd, incompatibiliteiten, schorsing en ontslag rechters, salaris, etc.).
 Functioneel: onafhankelijkheid t.a.v. wetgevende macht (geen instructies krijgen).
 Onpartijdigheid
o ‘absence of prejudice or bias’, dus: géén vooringenomenheid
 Subjectieve toets: persoonlijke overtuiging van de rechter mag niet meewegen.
Uitgangspunt is onpartijdigheid, de partij moet het tegendeel bewijzen.
 Objectieve toets: waarborgen in de wet waarmee rechter niet partijdig lijkt. De
schijn van partijdigheid moet worden voorkomen.
o Bij twijfel aan de onpartijdigheid:
 Wraking: geregeld in art. 36-39 Rv, kan plaatsvinden op initiatief van een van de
procespartijen. Wraking van rechter is uiterst middel, een grote mate van
terughoudendheid is dus gewenst.
 Verschoning: geregeld in art. 40-41 Rv, kan plaatsvinden op initiatief van de rechter.

Hoor en wederhoor (art. 6 EVRM en 19 lid 1 Rv)
Het beginsel van hoor- en wederhoor is vastgelegd in art. 19 lid 1 Rv en houdt in dat de rechter alle
partijen in gelijke mate moet horen. Dit beginsel kent twee aspecten:
1) Recht op rechterlijk gehoor
2) Recht op weerwoord/tegenspraak

Recht op rechterlijk gehoor
 Behoorlijke oproeping van partijen via de betekening van een dagvaarding
 Wijze waarop de procedure is opgebouwd (basisprocedure eerste aanleg is schriftelijke ronde,
daarna mondelinge behandeling en vonnis)
 Recht op mondelinge behandeling/recht op pleidooi
o Het recht op pleidooi was geregeld in art. 134 Rv, maar te komen vervallen in de KEI-
wetgeving (en behouden met de Spoedwet KEI). Daarvoor in de plaats kan de rechter –
op verzoek van partijen of van een van hen dan wel ambtshalve – in alle gevallen en in
elke stand van het geding een mondeling behandeling bevelen (art. 87 lid 1 Rv).
o HR Bistro ’t Plenske, HR Weef/Artesia en HR Verzoek om pleidooi ten onrechte
afgewezen:
 HR: de rechter mag slechts een verzoek tot mondelinge behandeling weigeren indien (i)
de wederpartij klemmende redenen heeft aangevoerd, zoals onaanvaardbare
vertraging van het geding, of (ii) het toewijzen van het verzoek in strijd is met de eisen
van een goede procesorde. Afwijzing moet aan strenge motiveringseisen voldoen.

,  HR Verzoek om pleidooi ten onrechte afgewezen (2023): Rechtspraak o.b.v. 134 Rv (oud)
heeft zijn volledige betekenis gehouden maar nu gaat het om een verzoek o.g.v. 87 lid 8.
o HR Verhoeven/Staat
 Een van de rechters was niet aanwezig bij de mondelinge behandeling. T.t.v. het vonnis
was nog geen pv van de zitting beschikbaar, waardoor de nieuwe rechter onvoldoende
wist van wat daar was verhandeld. Moet de uitspraak gewezen worden door rechter die
aanwezig was bij behandeling?
 HR: rechterlijke beslissing die mede wordt genomen op de grondslag van een
voorafgaande mondelinge behandeling behoort, los van bijzondere omstandigheden, te
worden gegeven door de rechter(s) ten overstaan van wie die mondelinge behandeling
heeft plaatsgevonden, zodat de mondelinge behandeling daadwerkelijk wordt
meegewogen. Bij vervanging van rechter moeten partijen voor uitspraak op de hoogte
zijn gesteld, zodat zij de mogelijkheid hebben een hernieuwde mondelinge behandeling
te verzoeken.
o Is er geen pv: verzoek moet dan altijd worden toegewezen
o Is er wel een uitgebreid pv: verzoek kan afgewezen worden als een
hernieuwde mondelinge behandeling leidt tot extreme vertraging
 Per 1 april 2021 bevatten procesreglementen limieten voor processtukken in hoger beroep in
dagvaardings- en verzoekschriftprocedures. Vanuit de advocatuur is bezwaar gemaakt tegen de
invoering van die regels; deze zouden in strijd zijn met het recht rechterlijk gehoor en daarmee
het beginsel van hoor en wederhoor ex 6 EVRM en 19 lid 1 Rv. In dat kort geding heeft de
rechter een prejudiciële vraag gesteld aan de Hoge Raad.
o HR Beperking omvang processtukken in hoger beroep (3 juni 2022)
 Het door 6 EVRM beschermde recht op toegang tot de rechter en het in 19 lid 1 Rv
verankerde beginsel van hoor en wederhoor zijn kernbeginselen van het burgerlijk
procesrecht, maar deze beginselen zijn niet absoluut. Partijen moeten de gelegenheid
hebben om hun standpunten toe te lichten, te reageren en aan de waarheidsplicht (21 Rv)
kunnen voldoen.
 De beperking van de omvang van processtukken dient een legitiem doel (ontlasten
rechterlijke macht en voorkomen onredelijke vertraging) en is niet disproportioneel (kan
nog verzoek indienen tot grotere omvang dan 25 pagina’s, bovendien heeft reeds in eerste
aanleg een vol debat plaatsgevonden zonder limitering van omvang van processtukken).
 NB: dit kan je dus niet in eerste aanleg doen, want in hoger beroep is geoordeeld dat het
niet disproportioneel is om te beperken omdat in eerste aanleg volledig debat heeft
plaatsgehad.

Recht op tegenspraak
 HR Dipasa Europe v. Huyton
o In deze zaak moesten beide partijen pleiten bij het hof op 7-2-2000. Een van de stukken incl.
bijlagen is op 2-2-2000 door de advocaat van Dipasa ontvangen, terwijl het al bestond in 1999.
Dipasa verzet zich daarom tegen de toelating van de producties, mede omdat Huyton geen
verklaring heeft gegeven voor het feit dat de producties niet eerder aan de advocaat van Dipasa
waren verzonden of in het geding waren gebracht.
o HR: partijen moeten voldoende gelegenheid krijgen voor kennisneming van en uitlating over
ingebrachte stukken. Indien de aard, omvang en het tijdstip van overlegging een vermoeden
rechtvaardigen dat aan deze eis niet voldaan is, dient de rechter hierover ambtshalve te
beslissen, de stukken terzijde te stellen of een nadere termijn voor reactie te geven.
o NB. Het ingaan op stukken ter zitting door wederpartij van de indiener is op zichzelf niet
toereikend om beroep op te late indiening te verwerpen.
 HR Schuldsanering
o Een der partijen had géén toegang tot proces-verbaal van mondelinge behandeling in eerste
aanleg, waarop het hof haar oordeel (mede) had gebaseerd. Blijkens proces-verbaal van
mondelinge behandeling bij het hof had die advocaat van verzoeker tot cassatie aldaar
medegedeeld dat zij dit proces-verbaal nooit had ontvangen.
$9.08
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached


Also available in package deal

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
noortjelangman Radboud Universiteit Nijmegen
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
118
Member since
1 year
Number of followers
9
Documents
30
Last sold
22 hours ago

4.4

13 reviews

5
7
4
4
3
2
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions