Samenvatting MK 2.3:
psycho(patho)logie
Bijeenkomst 1 – De vroegste ontwikkeling
van het kind (prenatale fase, geboorte en
baby-tijd)
Fysieke/motorische Kijkt naar de invloed van de hersenen, het zenuwstelsel,
ontwikkeling spieren, zintuigen en de behoefte aan eten, drinken en
slaap op ons gedrag.
Cognitieve ontwikkeling Kijkt naar intellectuele vermogens, waaronder leren,
geheugen, probleemoplossing en intelligentie.
Sociaal-emotionele Kijkt naar de sociale relaties en interacties met anderen
ontwikkeling en naar het omgaan met emoties.
Persoonlijkheidsontwikkeling Kijkt naar de duurzame gedragingen en (karakter)
eigenschappen die de ene persoon van de andere
onderscheiden.
Continue verandering = Periode van geleidelijke verandering.
Discontinue verandering = periode van stapsgewijze verandering
waarbij de verschillende fasen duidelijk te onderscheiden zijn.
Nature-nurture debat = discussie over de invloed van genetische
factoren (nature) en omgevingsfactoren (nurture) op de ontwikkeling van
menselijke eigenschappen en gedragingen. Dit debat draait om de vraag
in hoeverre genetische aanleg versus de omgeving bepalend is voor wie
we zijn en hoe we ons gedragen.
Kritieke periode = specifieke tijd in de ontwikkeling waarin een bepaalde
gebeurtenis de grootste (en zelfs onomkeerbare) gevolgen heeft.
- Rodehond en waterpokken
Gevoelige periode = periode in de ontwikkeling waarin mensen extra
gevoelig zijn voor bepaalde gebeurtenissen.
- Hechting en taal
Leerdoel 1: Voor de prenatale fase de belangrijkste
bedreigingen voor de ontwikkeling van het kind uitleggen
Teratogene effecten = schadelijke effecten die worden veroorzaakt door
blootstelling aan toxische stoffen of omgevingsfactoren tijdens de
1
, zwangerschap. De ontwikkeling van de foetus wordt beïnvloed en kan
leiden tot aangeboren afwijkingen, ontwikkelingsstoornissen of andere
gezondheidsproblemen bij de pasgeborene.
- Voedingspatroon van de moeder
- Leeftijd van de moeder
- Gezondheid van de moeder
- Drugs/medicijngebruik
- Alcohol, cafeïne, tabak
De invloed van vaders op de prenatale ontwikkeling
- Rokende vader passief roken kan de gezondheid van de moeder
aantasten, waardoor de gezondheid van het ongeboren kind in
gevaar komt. Hoe meer gerookt wordt, hoe lager het
geboortegewicht.
- Alcohol- en drugsgebruik vader zowel chromosomale schade als
schade door stress en ongezonde leefomstandigheden van de
vrouw.
- Lichamelijke of geestelijke mishandeling stressniveau van de
moeder of fysieke schade vergroot het risico op schade aan het
ongeboren kind.
Foetaal alcoholsyndroom (FAS) = cognitieve stoornis veroorzaakt door
alcoholmisbruik tijdens de zwangerschap.
Doodgeboorte = de geboorte van een kind dat niet meer leeft. Kan al
voor de geboorte vastgesteld worden, dan worden de weeën opgewekt of
wordt een keizersnede uitgevoerd om het kind uit de moeder te
verwijderen. Ook kan de baby tijdens de geboorte overlijden.
Zuigelingensterfte = overlijden van een kind binnen het eerste
levensjaar. Migratieachtergrond lijkt invloed te hebben op het eerder
overlijden van een kind.
Postnatale depressie (postpartumdepressie) = een somber,
prikkelbaar, angstig en neerslachtig gevoel dat bij de moeder ontstaat na
de geboorte van de baby, meestal pas enkele weken/maanden na de
bevalling. Dit gevoel kan lang aanhouden.
Leerdoel 2: De belangrijkste complicaties uitleggen die kunnen
optreden tijdens de geboorte en uitleggen welke gevolgen dit
kan hebben voor de ontwikkeling van het kind
1. Prematuur = te vroeg geboren minder dan 38 weken
2. Postmatuur = te laat geboren 2 weken na uitgerekende datum
nog in de buik.
3. Te licht geboren gewicht is minder dan 2500 gram
4. Zeer laag gewicht minder dan 1250 gram en/of minder dan 30
weken in de baarmoeder.
Cognitieve en psychische problemen bij een baby die te vroeg of te licht is
geboren:
2
psycho(patho)logie
Bijeenkomst 1 – De vroegste ontwikkeling
van het kind (prenatale fase, geboorte en
baby-tijd)
Fysieke/motorische Kijkt naar de invloed van de hersenen, het zenuwstelsel,
ontwikkeling spieren, zintuigen en de behoefte aan eten, drinken en
slaap op ons gedrag.
Cognitieve ontwikkeling Kijkt naar intellectuele vermogens, waaronder leren,
geheugen, probleemoplossing en intelligentie.
Sociaal-emotionele Kijkt naar de sociale relaties en interacties met anderen
ontwikkeling en naar het omgaan met emoties.
Persoonlijkheidsontwikkeling Kijkt naar de duurzame gedragingen en (karakter)
eigenschappen die de ene persoon van de andere
onderscheiden.
Continue verandering = Periode van geleidelijke verandering.
Discontinue verandering = periode van stapsgewijze verandering
waarbij de verschillende fasen duidelijk te onderscheiden zijn.
Nature-nurture debat = discussie over de invloed van genetische
factoren (nature) en omgevingsfactoren (nurture) op de ontwikkeling van
menselijke eigenschappen en gedragingen. Dit debat draait om de vraag
in hoeverre genetische aanleg versus de omgeving bepalend is voor wie
we zijn en hoe we ons gedragen.
Kritieke periode = specifieke tijd in de ontwikkeling waarin een bepaalde
gebeurtenis de grootste (en zelfs onomkeerbare) gevolgen heeft.
- Rodehond en waterpokken
Gevoelige periode = periode in de ontwikkeling waarin mensen extra
gevoelig zijn voor bepaalde gebeurtenissen.
- Hechting en taal
Leerdoel 1: Voor de prenatale fase de belangrijkste
bedreigingen voor de ontwikkeling van het kind uitleggen
Teratogene effecten = schadelijke effecten die worden veroorzaakt door
blootstelling aan toxische stoffen of omgevingsfactoren tijdens de
1
, zwangerschap. De ontwikkeling van de foetus wordt beïnvloed en kan
leiden tot aangeboren afwijkingen, ontwikkelingsstoornissen of andere
gezondheidsproblemen bij de pasgeborene.
- Voedingspatroon van de moeder
- Leeftijd van de moeder
- Gezondheid van de moeder
- Drugs/medicijngebruik
- Alcohol, cafeïne, tabak
De invloed van vaders op de prenatale ontwikkeling
- Rokende vader passief roken kan de gezondheid van de moeder
aantasten, waardoor de gezondheid van het ongeboren kind in
gevaar komt. Hoe meer gerookt wordt, hoe lager het
geboortegewicht.
- Alcohol- en drugsgebruik vader zowel chromosomale schade als
schade door stress en ongezonde leefomstandigheden van de
vrouw.
- Lichamelijke of geestelijke mishandeling stressniveau van de
moeder of fysieke schade vergroot het risico op schade aan het
ongeboren kind.
Foetaal alcoholsyndroom (FAS) = cognitieve stoornis veroorzaakt door
alcoholmisbruik tijdens de zwangerschap.
Doodgeboorte = de geboorte van een kind dat niet meer leeft. Kan al
voor de geboorte vastgesteld worden, dan worden de weeën opgewekt of
wordt een keizersnede uitgevoerd om het kind uit de moeder te
verwijderen. Ook kan de baby tijdens de geboorte overlijden.
Zuigelingensterfte = overlijden van een kind binnen het eerste
levensjaar. Migratieachtergrond lijkt invloed te hebben op het eerder
overlijden van een kind.
Postnatale depressie (postpartumdepressie) = een somber,
prikkelbaar, angstig en neerslachtig gevoel dat bij de moeder ontstaat na
de geboorte van de baby, meestal pas enkele weken/maanden na de
bevalling. Dit gevoel kan lang aanhouden.
Leerdoel 2: De belangrijkste complicaties uitleggen die kunnen
optreden tijdens de geboorte en uitleggen welke gevolgen dit
kan hebben voor de ontwikkeling van het kind
1. Prematuur = te vroeg geboren minder dan 38 weken
2. Postmatuur = te laat geboren 2 weken na uitgerekende datum
nog in de buik.
3. Te licht geboren gewicht is minder dan 2500 gram
4. Zeer laag gewicht minder dan 1250 gram en/of minder dan 30
weken in de baarmoeder.
Cognitieve en psychische problemen bij een baby die te vroeg of te licht is
geboren:
2