100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting 2.4 Perceptie Probleem 6

Rating
4.0
(3)
Sold
-
Pages
9
Uploaded on
05-07-2019
Written in
2018/2019

Samenvatting probleem 6 van blok 2.4 Perceptie voor de opleiding Psychologie aan Erasmus Universiteit Rotterdam

Institution
Course









Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
July 5, 2019
Number of pages
9
Written in
2018/2019
Type
Summary

Subjects

Content preview

Probleem 6: The Third Dimension
Literatuur: Goldstein & Coren
Vignet A & B: Perceptie van diepte
Twee aspecten van diepteperceptie:
1. Absolute distance: de perceptie van de werkelijke afstand van een object.
- Dit bevat een proces genaamd egocentric localization: schattingen van waar onze
lichamen gepositioneerd zijn relatief tot andere objecten.
2. Relative distance: de perceptie van de relatieve afstanden van een object ten
opzichte van andere objecten.
- Dit bevat een proces genaamd object-relative localizations: schattingen van de
afstanden tussen objecten in de omgeving.
Verschillende theoretische benaderingen voor hoe we een 2D-beeld omzetten in 3D:

• Direct perception: stelt drie assumpties. 1) Alle informatie die we 3D moeten zien, is
aanwezig in het retinaal beeld, of in relaties tussen delen van het retinaal beeld. 2)
De visuele scene wordt geanalyseerd in het brein in termen van gehele objecten en
oppervlaktes, en niet in elementen. 3) De impressie van diepte ontstaat onmiddellijk
wanneer de observeerder de stimulus waarneemt.
• Computational theories (Marr): stellen dat visuele verwerking gelijk is aan informatie
verwerking door een computer.
• Intelligent perception: perceptie is net als andere mentale processen, omdat we
naast de informatie die beschikbaar is op een moment, ook gebruik kunnen maken
van informatie gebaseerd op eerdere ervaringen. Onze percepties zouden zo verder
gaan dan de informatie die is gegeven in het visuele beeld (constructive theories).
De cue approach to depth perception kijkt naar welke informatie het 2D-beeld op de retina
bevat dat het mogelijk maakt om diepte te waarnemen. Volgens deze theorie leren we de
verbinding tussen een diepte-cue en diepte door onze ervaring met de omgeving. Nadat dit
leren plaatsvindt, wordt de associatie automatisch. Wanneer deze diepte-signalen aanwezig
zijn, ervaren we de wereld in 3D. De signalen kunnen worden verdeeld in drie groepen:
1. Oculomotor cues (structural / physiological): cues gebaseerd op ons vermogen om de
positie van onze ogen en de spanning in onze oogspieren te voelen.

• Convergence: wanneer we naar objecten dichtbij kijken, voelen we onze ogen
binnenwaarts bewegen, waardoor we weten dat een object dichtbij is.
• Divergence: wanneer we naar objecten ver weg kijken, voelen we onze ogen
buitenwaarts bewegen, waardoor we weten dat een object ver weg is.
• Accommodation: veranderingen in de vorm van de lens, wanneer we focussen op
objecten op verschillende afstanden. Bij objecten dichtbij voelen we de spieren
aanspannen. Bij objecten verder weg voelen we de spieren ontspannen (platte lens).

, 2. Monocular cues (pictorial depth cues): cues die werken met één oog. Deze bevatten het
eerdergenoemde proces van accommodation, maar ook andere cues:

• Pictorial cues (static): bronnen van diepte-informatie die kunnen worden
weergegeven in een afbeelding.
- Occlusion / interposition: wanneer het ene object deels wordt verborgen door
een ander object. Het verborgen object wordt dan gezien als verder weg, en ons
visuele systeem vult dit verborgen stuk automatisch in. Het biedt echter alleen
informatie over de relatieve, en niet absolute, afstand tussen de objecten.
- Relative height / height in the plane: hoe dichter een object bij de horizontale
lijn staat, hoe verder weg deze lijkt.
- Relative size: wanneer twee objecten even groot zijn, zal diegene die verder weg
is een minder groot deel van het gezichtsveld in beslag nemen (lijkt dus kleiner).
- Perspective convergence / linear perspective: wanneer parallelle lijnen van de
observeerder vandaan lopen, komen ze dichter bij elkaar naarmate de afstand
toeneemt (vb. treinrails). Uiteindelijk bereiken ze een vanishing point, waarbij de
lijnen samenkomen en objecten niet meer zichtbaar zijn (vaak op horizon).
- Familiar size: wanneer we afstanden schatten gebaseerd op onze eerdere kennis
van de grootte van objecten.
o Experiment Epstein→ observeerders moesten met één oog schatten hoe
ver drie muntsoorten van verschillende grootte, maar gepresenteerd als
dezelfde grootte, van hen vandaan stonden. Ze schatten de muntsoorten
op verschillende afstanden, terwijl deze op gelijke afstanden stonden,
omdat ze hun eerdere kennis van de muntsoorten-groottes gebruikten.
- Atmospheric perspective / aerial perspective: vindt plaats wanneer objecten ver
weg minder scherp lijken en een blauwige tint hebben. Dit komt doordat we bij
verdere objecten door meer lucht een deeltjes heen moeten kijken, zoals stof en
waterdruppels.
o Relative brightness: een object verder weg kan minder licht lijken, doordat
deze een grotere afstand door de atmosfeer af moet leggen.
- Texture gradient / detail perspective: elementen die gelijk
verdeeld zijn in een scene lijken dichter op elkaar te staan
als de afstand toeneemt.
- Shadows: schaduwen die geassocieerd zijn met objecten
kunnen informatie bieden over de locaties van deze
objecten (figuur 10.7). We gaan ervan uit dat licht van
boven komt, wat zorgt voor bepaalde schaduwpatronen.
o Attached shadow: de schaduw die de vorm van een
object definieert. Deze helpen de intrinsieke vorm
van het object te bepalen.
o Cast shadow: de schaduw die wordt veroorzaakt
doordat het object in het pad ligt van de lichtbron.
Deze helpen de relatieve afstanden tussen objecten
te bepalen.
$3.60
Get access to the full document:
Purchased by 0 students

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached


Also available in package deal

Reviews from verified buyers

Showing all 3 reviews
5 year ago

5 year ago

6 year ago

4.0

3 reviews

5
2
4
0
3
0
2
1
1
0
Trustworthy reviews on Stuvia

All reviews are made by real Stuvia users after verified purchases.

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
juliaslab Erasmus Universiteit Rotterdam
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
1122
Member since
6 year
Number of followers
323
Documents
154
Last sold
6 months ago

4.2

390 reviews

5
137
4
202
3
37
2
4
1
10

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions