100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting Sociologie 1ste Bachelor prof: Bart Van de Putte

Rating
3.3
(4)
Sold
26
Pages
135
Uploaded on
16-06-2019
Written in
2018/2019

SOCIOLOGIE - Volledige samenvatting van het boek "Een hedendaagse inleiding" , lesnotities en veel voorbeelden Vanaf de eerste keer geslaagd

Institution
Course















Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Connected book

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Summarized whole book?
Yes
Uploaded on
June 16, 2019
Number of pages
135
Written in
2018/2019
Type
Summary

Subjects

Content preview

Hoofdstuk 1: Sociologie, een
eerste kennismaking
1.1 Inleiding: niet iedereen leeft even lang

Hebben mensen een vrije wil?
Jef Vermassen; Heeft een man vrijgesproken omdat hij de jury overtuigd heeft dat hij overmand
werd.
De hersenwetenschappen geven ons hier een betere kijk op
Een beslissing beslist je brein voor je. Er is een centrum van genot vs. Pijn. Zijn concurreren
onder elkaar, dit gebeurt onbewust ( - implicatie).
De plek waar de meeste activiteit is “wint”
Karel De Gucht; Hoe sluit je misdadigers op als ze zogezegd geen vrije wil hebben?


Wat bepaalt er dat je langer leeft?
- Als je uit een middenklasse gezin uit Vlaanderen komt is je pad vanzelfsprekend en
eigenlijk al helemaal vastgelegd. ( Is er dan nog sprake van vrije wil? )

- Opleiding; als je hoogopgeleid bent heb je minder kans op werkloosheid dus ook een
hoog inkomen, weinig risico,..

- Tolerantie; Open minded zijn

- Man en vrouw relaties hebben ook effect; Wie draagt de broek? Je moet respect
hebben voor vrouwenrechten.


CONCLUSIE:
Is er wel een vrije wil voor persoon X die in onze samenleving leeft? Hij/Zij wordt beïnvloed door
vrienden, familie, regering, bedrijven,… Dit allemaal heeft gevolgen voor zijn/haar leven.
 Vrije wil volgens de sociologie: context en omgeving beïnvloeden de vrije wil!

,1.2 De sociologische verbeelding

= Een specifieke wijze van kijken naar wat met mensen in hun leven gebeurt .


Stap 1: De biografie- Alles wat mensen ervaren
Levensloop van een indivdu:
 Welke school?
 Naar de jeugdbeweging
 Werk kiezen/verliezen
 Trouwen en kinderen krijgen
 In een rusthuis


Stap 2: Levensloop gelinkt aan sociale omgeving- Het geheel van sociale relaties die invloed
uitwerken
Vb. Verklaring waarom gaan sommigen naar jeugdbeweging?
 Ouders willen op zondag rust
 Er is een scouts/chiro in de buurt van waar jij woont. Het had evengoed iets anders
kunnen zijn.


Stap 3: historische ontwikkeling- sociale relaties zijn hiervan het reslutaat
De wijze waarop onze samenleving er nu uitziet, is mee bepaald door gebeurtenissen in de 19 de
en 20ste eeuw. Bv. Industrialisatie en urbanisatie.


DUS: Sociale relaties bepalen de biografieën van mensen, die sociale relaties zijn echter zelf het
resultaat van een historisch proces.

,Voorbeelden:
1. Universiteit
Biografie: Studiekeuze
Sociale omgeving: Bedrijven vragen hooggeschoolden
Historisch proces: Kennissamenleving in de late-industriële fase


2. De huisman
Biografie: Huis houdelijke taakverdeling
Sociale omgeving: gender ealitaire samenleving
Historisch proces: modernisatie in de 20ste eeuw


3. Criminaliteit
Biografie:Criminele levensloop
Sociale omgeving: Etnisch-gestratificeerde samenleving
Historisch proces :Migratie, concentratie, discriminatie in 20ste eeuw


Verband – maatschappelijke fenomenen
Abortus en jeugdcriminaliteit?
Toename van abortus leidde tot een afname van ongewenste kinderen.
Ongewenstheid leidt tot aanpassingsproblemen en dus bijgevolg criminaliteit.


Moraalfilosoof Jan Verplaetse;
Vrije wil is “het vermogen om zelf, oorzaakloos, te beslissen wat je doet en hoe je het doet”
Maar het brein is de geleider van sociale en politieke oorzaken. Bewust of min of meer
onbewust.


CONCLUSIE:
Sociale verbeelding is het plaatsen en verklaren van individuele gebeurtenissen vanuit het
geheel van sociale relaties die zelf een specifiek historische oorsprong hebben.

,1.3 Van gedrag tot samenleving




1.3.1 Gedrag

= Elke reactie of reactie van een individu
 Lichamelijke beweging
 Verbale uiting
 Subjectieve gewaarwording


2 dimensies:
Objectief waarneembare of externe componenten:
Aspecten die ten minste door 2 individuen kunnen worden waargenomen
 Gebaren
 Bewegingen
 Gesproken taal


Subjectieve of interne componenten:
Aspecten die maar door 1 individu waarneembaar zijn
Onderdelen:
 Motivationele component: Ultieme drijfveer van handelen die aanzet tot gedrag

 Emotionele component: Innerlijke gevoelens van angst, onrust, schaamte, schuld,…

 Cognitieve component: Beelden die we ons vormen van de werkelijkheid, kennis van de wereld

 Reflexieve component: Het beeld dat je van jezelf vormt, kennis over jezelf.

, 1.3.2 Sociaal handelen

Handelen= gedrag met een nadrukkelijke doelgerichtheid

Voorbeeld:
Wanneer we kijken naar waar de uitgang van een lokaal zich bevindt, zijn we het verlaten van dat lokaal
aan het voorbereiden.

DUS:

De betekenis van handelen valt samen met de mentale projectie/voorbereiding die aan de handeling
voorafgaat.



VRAAG: Wanneer wordt handelen sociaal handelen?

WEBER:

 Wanneer we handelen richten op het vroegere, het huidige of toekomstige handelen van anderen.



5 types van sociaal handelen:

1. Instrumenteel rationeel handelen

 Doel bereiken binnen specifieke handelingssituatie

 Handelingssituatie: andere mensen en/of objecten

- Condities: niet te wijzigen elementen

- Middelen: werken faciliterend, te wijzigen elementen


Optimalisatie van de efficiëntie:

Actoren wegen af welke middelen het meest efficiënt zijn om hun doel te bereiken


2. Waarde rationeel handelen

 Bewust geloof in de waardevolheid van de handeling staat centraal

 Waarde: ethisch, esthetisch, religieus,…


ONDERSCHEID: Welk aspect haalt de bovenhand?

 efficiëntie of de inherente waardevolheid van de handeling zelf?

, 3. Affectief handelen

 Gedreven door het navolgen van gevoelens

 Ongecontroleerde reactie op een bepaalde stimulus


4. Traditioneel handelen

 Volgt uit ingeworteld gewoontehandelen

 Het verleden bepaalt de sociale gewoontes van de toekomst


OPM.: Wanneer mensen bewust zijn van de traditie en die op zichzelf gaan waarderen, dan spreken we van
waarde rationeel handelen.
Bv. Kerkelijk huwelijk als goede en juiste manier van handelen.




5. Reflexief handelen

 Breekt de continue lijn met het verleden( onzekerheid)

 ‘ stoppen, denken en kiezen’


1.3.3 Interactie

= Handeling van een persoon én de reactie daarop door een ander persoon

2 soorten motieven:

 Persoon A handelt opdat er iets zou gebeuren

 Persoon B handelt omdat persoon A iets deed.


= interactie

Bij moeilijke handelingen maken we een mentaal plan dat verschillende handelingen bevat om het doel
te bereiken.

1.3.4 Vormen van interactie

1. Conformiteit

 Voldoet aan groepsverwachtingen

 Wederzijds akkoord over:

, - Wat er in de interactiesituatie zal gebeuren

- Hoe die overdracht zal gebeuren


OPM.: Tegenovergestelde is deviantie/afwijking.
Wanneer 1 persoon zich niet houdt aan de afgesproken regels



2. Samenwerking

 Sociale eenheden proberen samen een doel te realiseren

 Wederzijdse bereidheid om samen te handelen en een minimum aan conformiteit nodig.


 Samenwerking en conformiteit maken een geordende samenleving mogelijk



3. Conflict

 Ten minste 2 partijen niet akkoord gaan hoe de interactie moet verlopen

Oorzaken:
- Schaarse middelen
- Waarden, aanzien en macht



Positieve bijdrage:

 Samenleving wordt wakker geschud
 Groepscohesie: een gemeenschappelijke vijand brengt mensen dichter bij elkaar



4. Ruil

 Principe van wederkerigheid bv. dankbaarheid

 Ongelijke verdeling van kosten en baten

, 1.3.5 De stolling van interactie in cultuur en structuur

Uit interactie groeien cultuur en structuur.



VOORBEELD: Er zijn 10 mensen op een onbewoond eiland. Al gauw zullen ze interageren met elkaar.

 Samen eten zoeken en bereiden
 Huizen bouwen
 …

DUS: Hieruit volgen afspraken en regels!


Cultuur:

 Gedeelde betekenis die de mensen aan het handelen en de objecten uit hun omgeving
toekennen

 Worden geformaliseerd in waarden, normen, overtuigingen, wetten,..


Structuur:

 Geheel van posities van actoren en de vorm van interacties tussen die actoren
 verschillende posities: rijk, arm ,bezitters, niet-bezitters,…

 Ongelijke posities zorgen voor de sociale structuur



DUS: samenleving is een stabiele en gestolde interactie. Als mensen stoppen volgens die structuur en
cultuur te handelen, dan houdt de universiteit zoals wij die kennen op met te bestaan.
$8.46
Get access to the full document:
Purchased by 26 students

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Reviews from verified buyers

Showing all 4 reviews
3 year ago

5 year ago

5 year ago

6 year ago

3.3

4 reviews

5
0
4
3
3
0
2
0
1
1
Trustworthy reviews on Stuvia

All reviews are made by real Stuvia users after verified purchases.

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
Svcomwet Universiteit Gent
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
85
Member since
6 year
Number of followers
75
Documents
21
Last sold
1 year ago

3.3

8 reviews

5
0
4
5
3
1
2
1
1
1

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions