Virus Infectieus deeltje dat bestaat uit genetisch materiaal in een
eiwit mantel, heeft geen eigen metabolisme en
reproductiemechanisme
Structure of viruses
- Tussen de 20 nm en 1500 nm
- Bijna niet zichtbaar onder de microscoop
- Er bestaan DNA- en RNA-virussen
- Het genoom is meestal georganiseerd in een enkelvoudig recht of rond molecuul
- Tussen de 3 en 2000 genen
Capsid De eiwit mantel die het genoom beschermt, de vorm van de
capsid hangt af van het virus
Capsomeren Eiwit onderdelen van de capsid, veel verschillende vormen
maar niet veel verschillende soorten
Viral envelopes Membraan dat om de capsids van een virus heen zit, is
afkomstig van de host cel, bevat host cel fosfolipiden en
membraaneiwitten en bevat eiwitten en glycoproteïnen van
het virus
Bacteriofagen (fagen) Virussen die bacteriën infecteren
Helical virus Cilindervormige virussen
Adenovirus Veelhoekig virus (icosahedral)
Replication of viruses
Host cel De cel die geïnfecteerd is door een virus en via welke het virus
zich kan repliceren
Host range Het specifieke aantal soorten cellen die een virus kan
infecteren
Lock-and-key fit Virussen herkennen hun host cel door te binden aan
receptoren op het celoppervlak van de host cel
, Replicatie cyclus virus
1. Virus bindt aan de host cel en het virale genoom
treedt binnen, de manier van binnen treden verschilt
per virus, kan via injectie van het DNA, endocytose of
fusie van de virale envelop
2. Virus eiwitten zetten de host cel aan tot het
reproduceren van het viraal genoom en het maken van
virale eiwitten
3. Na de productie van de virus onderdelen
assembleren alle onderdelen zich spontaan tot een
virus
4. De virusdeeltjes komen vrij en kunnen daarbij de cel
zodanig beschadigen dat deze afsterft
5. Nu de virusdeeltjes vrij in het lichaam zijn kunnen ze
andere cellen infecteren en begint het proces opnieuw
Replication of phages
Lytische cyclus
Lytic cycle Replicatie cyclus van een
faag waarbij de host cel
doodgaat
Virulent phage Faag die alleen via de
lytische cyclus repliceert